Musculoskeletale kinesitherapie 5
Behandeling van het bovenste lidmaat
__________________________________________________
Behandeling van de cervicale wervelkolom
1. Inleiding
Anamnese bij nekklachten
o Ontstaansmoment
o Verloop tijdens de dag
o Verloop sinds het ontstaan
o Rode vlaggen
o Uitstraling
o Invloed op ADL
o …
1.1. Quebeck Task Force
Indeling voor nekklachten = adhv Quebeck Task Force
o Graad I
▪ Weinig of geen interferentie met het ADL
▪ ‘gewone nekpijn’
▪ Geen behandeling nodig
• Patiënt eerder geruststellen
• Zelfverzorging
o Graad II
▪ ‘gewone nekpijn’ die stoort bij ADL-activiteiten
▪ Kunnen uitstraling hebben
• Niet door radix
• = gerefereerde pijn
▪ Beoordeel factoren om interferentie te verminderen
▪ Bespreek opties voor verlichting op korte termijn
o Graad III
▪ Nekpijn met uitstraling volgens dermatomen
▪ = radiculaire pijn ⇨ dit is dus specifieke nekpijn
• Motorische uitval
• Sensorische uitval
▪ Rode vlag wanneer de spierkracht zo verzwakt is dat er uitval is !!!
▪ Behandelen wanneer de beperkingen stabiel en klein zijn
▪ MRI overwegen als de beperkingen groot zijn of wanneer de klachten ergen worden
o Graad IV
▪ NIET voor een kinesitherapeut
▪ = specifieke nekklachten met een anatomische oorzaak
▪ Behandeling = volgens de vermoedelijke oorzaak
⇨ Graad I en II = aspecifiek = geen anatomische oorzaak (behandeling = gebaseerd op functieonderzoek)
⇨ Graad III en IV = specifiek = onderliggende anatomische oorzaak
1
,De Quebeck Task Force vormt de basis voor veel andere richtlijnen
⇨ Ook voor de verschillende behandelprofielen bij patiënten met nekpijn volgens het KNGF:
o Behandelprofiel A: nekpijn graad I en II met een normaal beloop
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op ADL-activiteiten
▪ Deze nekpijn verbetert in de eerste zes weken na het ontstaan van de klachten
• Deze verbetering = vooral in de eerste en tweede week
• Een normaal beloop = steeds verbetering na een aantal weken (2 – 3 weken)
zonder interventie
o Behandelprofiel B: nekpijn graad I en II met een afwijkend verloop, ZONDER dominante
aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
▪ Deze nekpijn verbetert niet in de eerste zes weken na het ontstaan, of verslechteren in
deze periode
▪ Hierbij zijn er geen psychosociale herstelbelemmerende factoren aanwezig
o Behandelprofiel C: nekpijn graad I en II met een afwijkend verloop, MET dominante aanwezigheid
van psychosociale herstelbelemmerende factoren
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
▪ Deze nekpijn verbetert niet in de eerste zes weken na het ontstaan, of verslechteren in
deze periode
▪ Hierbij zijn er wel psychosociale herstelbelemmerende factoren dominant aanwezig
o Behandelprofiel D: nekpijn graad III
▪ Nekpijn waarbij neurologische tekenen en symptomen aanwezig zijn
2
,1.1.1. Behandelprofiel A
Behandelprofiel A
o Nekpijn graad I of II met normaal beloop
o Vanwege het normaal beloop in herstel van pijn en activiteiten = kortdurende behandeling
▪ Informeren van de patiënt over het normaal beloop
▪ Faciliteren van een adequate coping stijl ter voorkoming van een afwijkend verloop
▪ Patiënt heeft geen additionele therapie nodig
o Wel onderzoek uitvoeren met een geruststellende boodschap ⇨ patiënt wordt gerustgesteld
o Informatie en advies:
▪ Patiënt geruststellen dat:
• Het beloop gunstig is
• De nekpijn niet schadelijk is
• Een toename van dit type pijn niet geassocieerd is met schade aan
lichaamsstructuren
▪ Patiënt adviseren om actief te blijven
▪ Uitleggen dat het herstel bevorderd wordt door:
• Een matige en geleidelijk toenemend niveau van oefenen
• Een geleidelijk toenemend niveau van activiteiten
• Het continueren van of terugkeer naar werk
▪ Vermijd aanbevelingen die de patiënt zouden stimuleren om passief te blijven
▪ Fysieke actieve levensstijl en actieve coping stijl adviseren
o Aanvullend bij werkgerelateerde nekpijn:
▪ Uitleggen dat bepaalde soorten werk mogelijke risicofactoren zouden kunnen zijn:
• Werk waaraan hoge kwantitatieve eisen worden gesteld
• Werk waarbij weinig steun uit de sociale of werkomgeving is
• Werk dat bestaat uit repeterende werkzaamheden
• Werk met een sedentaire werkpositie
• Werk waarbij regelmatig en langdurig de nek in een voorwaartse flexiehouding is
gepositioneerd
• Werk met een slechte bureau-instelling en in een slechte werkhouding
• Bij precisiewerk
• Werkomgeving (vb onprettige omgang met collega’s en leidinggevenden,
onprettige werksfeer)
▪ Overweeg een consult te adviseren of de patiënt door te verwijzen naar een bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut wanneer er sprake is van arbeidsverzuim of productieverlies
zonder arbeidsverzuim
o Afsluiting: streef naar max. aantal van ongeveer drie behandelsessies
3
, 1.1.2. Behandelprofiel B
Behandelprofiel B
o Nekpijn graad I of II met afwijkend beloop, zonder psychosociale herstelbelemmerende factoren
o Komt het meeste voor in de praktijk
o Behandeling = gericht op het beïnvloeden van prognostische factoren die aanwezig zijn bij de
patiënt en gerelateerd zijn aan een vertraagd herstel (= zowel fysieke als niet-fysieke factoren)
o Informatie en advies:
▪ Patiënt geruststellen dat:
• Het beloop gunstig is
• De nekpijn niet schadelijk is
• Toename van dit type pijn = niet geassocieerd met schade aan structuren
▪ Patiënt adviseren om actief te blijven
▪ Uitleggen dat het herstel bevorderd wordt door:
• Een matige en geleidelijk toenemend niveau van oefenen
• Een geleidelijk toenemend niveau van activiteiten
• Het continueren van of terugkeer naar werk
▪ Vermijd aanbevelingen die de patiënt zouden stimuleren om passief te blijven
▪ Fysieke actieve levensstijl en actieve coping stijl adviseren
o Aanbevolen aanvullende therapie:
▪ Combineer oefentherapie met cervicale en/of thoracale mobilisatie of manipulatie
▪ De oefentherapie = aansluiten bij de behoeften, beperkingen en doelen van de patiënt
o Te overwegen therapie – bij onvoldoende effect:
▪ Cervicaal kussen
▪ Cognitieve gedragstherapie
▪ Kinesiotape (bij traumagerelateerde nekpijn) voor pijnvermindering op korte termijn
▪ Massage (samen met andere therapievormen) voor pijnvermindering op korte termijn
▪ Warmte- of koudetherapie (in combinatie met andere therapievormen)
▪ Werkplaatsinterventies (bij werkgerelateerde nekpijn)
o Afgeraden therapie: dry needling, elektrotherapie, ultrageluid/shockwave, laser
o Aanvullend bij werkgerelateerde klachten:
▪ Uitleggen dat bepaalde soorten werk mogelijke risicofactoren zouden kunnen zijn:
• Werk waaraan hoge kwantitatieve eisen worden gesteld
• Werk waarbij weinig steun uit de sociale of werkomgeving is
• Werk dat bestaat uit repeterende werkzaamheden
• Werk met een sedentaire werkpositie
• Werk waarbij regelmatig + langdurig de nek in flexiehouding is gepositioneerd
• Werk met een slechte bureau-instelling en in een slechte werkhouding
• Bij precisiewerk
• Werkomgeving (vb onprettige omgang met collega’s en leidinggevenden,
onprettige werksfeer)
▪ Overweeg een consult te adviseren of de patiënt door te verwijzen naar een bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut bij sprake van arbeidsverzuim of productieverlies zonder
arbeidsverzuim
▪ Bij vermeden van een door het werk veroorzaakte herstelbelemmerende factor:
• Adviseer de patiënt contact op te nemen met de bedrijfsarts, bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut om de behandelmogelijkheden te bespreken
• Bij arbeidsverzuim = met Arbodienst om re-integratietraject te bespreken
▪ Bij arbeidsverzuim of productieverlies zonder arbeidsverzuim > vier weken:
• Vraag bij de patiënt naar de afspraken die zijn gemaakt met de bedrijfsarts
• Overweeg de patiënt te adviseren om contact op te nemen met of door te
verwijzen naar de bedrijfs- of arbeidsfysiotherapeut, en/of treed in overleg met
de bedrijfsarts om het verdere beleid af te stemmen (na akkoord van de patiënt)
4
Behandeling van het bovenste lidmaat
__________________________________________________
Behandeling van de cervicale wervelkolom
1. Inleiding
Anamnese bij nekklachten
o Ontstaansmoment
o Verloop tijdens de dag
o Verloop sinds het ontstaan
o Rode vlaggen
o Uitstraling
o Invloed op ADL
o …
1.1. Quebeck Task Force
Indeling voor nekklachten = adhv Quebeck Task Force
o Graad I
▪ Weinig of geen interferentie met het ADL
▪ ‘gewone nekpijn’
▪ Geen behandeling nodig
• Patiënt eerder geruststellen
• Zelfverzorging
o Graad II
▪ ‘gewone nekpijn’ die stoort bij ADL-activiteiten
▪ Kunnen uitstraling hebben
• Niet door radix
• = gerefereerde pijn
▪ Beoordeel factoren om interferentie te verminderen
▪ Bespreek opties voor verlichting op korte termijn
o Graad III
▪ Nekpijn met uitstraling volgens dermatomen
▪ = radiculaire pijn ⇨ dit is dus specifieke nekpijn
• Motorische uitval
• Sensorische uitval
▪ Rode vlag wanneer de spierkracht zo verzwakt is dat er uitval is !!!
▪ Behandelen wanneer de beperkingen stabiel en klein zijn
▪ MRI overwegen als de beperkingen groot zijn of wanneer de klachten ergen worden
o Graad IV
▪ NIET voor een kinesitherapeut
▪ = specifieke nekklachten met een anatomische oorzaak
▪ Behandeling = volgens de vermoedelijke oorzaak
⇨ Graad I en II = aspecifiek = geen anatomische oorzaak (behandeling = gebaseerd op functieonderzoek)
⇨ Graad III en IV = specifiek = onderliggende anatomische oorzaak
1
,De Quebeck Task Force vormt de basis voor veel andere richtlijnen
⇨ Ook voor de verschillende behandelprofielen bij patiënten met nekpijn volgens het KNGF:
o Behandelprofiel A: nekpijn graad I en II met een normaal beloop
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op ADL-activiteiten
▪ Deze nekpijn verbetert in de eerste zes weken na het ontstaan van de klachten
• Deze verbetering = vooral in de eerste en tweede week
• Een normaal beloop = steeds verbetering na een aantal weken (2 – 3 weken)
zonder interventie
o Behandelprofiel B: nekpijn graad I en II met een afwijkend verloop, ZONDER dominante
aanwezigheid van psychosociale herstelbelemmerende factoren
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
▪ Deze nekpijn verbetert niet in de eerste zes weken na het ontstaan, of verslechteren in
deze periode
▪ Hierbij zijn er geen psychosociale herstelbelemmerende factoren aanwezig
o Behandelprofiel C: nekpijn graad I en II met een afwijkend verloop, MET dominante aanwezigheid
van psychosociale herstelbelemmerende factoren
▪ Nekpijn die (in meer of mindere mate) invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
▪ Deze nekpijn verbetert niet in de eerste zes weken na het ontstaan, of verslechteren in
deze periode
▪ Hierbij zijn er wel psychosociale herstelbelemmerende factoren dominant aanwezig
o Behandelprofiel D: nekpijn graad III
▪ Nekpijn waarbij neurologische tekenen en symptomen aanwezig zijn
2
,1.1.1. Behandelprofiel A
Behandelprofiel A
o Nekpijn graad I of II met normaal beloop
o Vanwege het normaal beloop in herstel van pijn en activiteiten = kortdurende behandeling
▪ Informeren van de patiënt over het normaal beloop
▪ Faciliteren van een adequate coping stijl ter voorkoming van een afwijkend verloop
▪ Patiënt heeft geen additionele therapie nodig
o Wel onderzoek uitvoeren met een geruststellende boodschap ⇨ patiënt wordt gerustgesteld
o Informatie en advies:
▪ Patiënt geruststellen dat:
• Het beloop gunstig is
• De nekpijn niet schadelijk is
• Een toename van dit type pijn niet geassocieerd is met schade aan
lichaamsstructuren
▪ Patiënt adviseren om actief te blijven
▪ Uitleggen dat het herstel bevorderd wordt door:
• Een matige en geleidelijk toenemend niveau van oefenen
• Een geleidelijk toenemend niveau van activiteiten
• Het continueren van of terugkeer naar werk
▪ Vermijd aanbevelingen die de patiënt zouden stimuleren om passief te blijven
▪ Fysieke actieve levensstijl en actieve coping stijl adviseren
o Aanvullend bij werkgerelateerde nekpijn:
▪ Uitleggen dat bepaalde soorten werk mogelijke risicofactoren zouden kunnen zijn:
• Werk waaraan hoge kwantitatieve eisen worden gesteld
• Werk waarbij weinig steun uit de sociale of werkomgeving is
• Werk dat bestaat uit repeterende werkzaamheden
• Werk met een sedentaire werkpositie
• Werk waarbij regelmatig en langdurig de nek in een voorwaartse flexiehouding is
gepositioneerd
• Werk met een slechte bureau-instelling en in een slechte werkhouding
• Bij precisiewerk
• Werkomgeving (vb onprettige omgang met collega’s en leidinggevenden,
onprettige werksfeer)
▪ Overweeg een consult te adviseren of de patiënt door te verwijzen naar een bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut wanneer er sprake is van arbeidsverzuim of productieverlies
zonder arbeidsverzuim
o Afsluiting: streef naar max. aantal van ongeveer drie behandelsessies
3
, 1.1.2. Behandelprofiel B
Behandelprofiel B
o Nekpijn graad I of II met afwijkend beloop, zonder psychosociale herstelbelemmerende factoren
o Komt het meeste voor in de praktijk
o Behandeling = gericht op het beïnvloeden van prognostische factoren die aanwezig zijn bij de
patiënt en gerelateerd zijn aan een vertraagd herstel (= zowel fysieke als niet-fysieke factoren)
o Informatie en advies:
▪ Patiënt geruststellen dat:
• Het beloop gunstig is
• De nekpijn niet schadelijk is
• Toename van dit type pijn = niet geassocieerd met schade aan structuren
▪ Patiënt adviseren om actief te blijven
▪ Uitleggen dat het herstel bevorderd wordt door:
• Een matige en geleidelijk toenemend niveau van oefenen
• Een geleidelijk toenemend niveau van activiteiten
• Het continueren van of terugkeer naar werk
▪ Vermijd aanbevelingen die de patiënt zouden stimuleren om passief te blijven
▪ Fysieke actieve levensstijl en actieve coping stijl adviseren
o Aanbevolen aanvullende therapie:
▪ Combineer oefentherapie met cervicale en/of thoracale mobilisatie of manipulatie
▪ De oefentherapie = aansluiten bij de behoeften, beperkingen en doelen van de patiënt
o Te overwegen therapie – bij onvoldoende effect:
▪ Cervicaal kussen
▪ Cognitieve gedragstherapie
▪ Kinesiotape (bij traumagerelateerde nekpijn) voor pijnvermindering op korte termijn
▪ Massage (samen met andere therapievormen) voor pijnvermindering op korte termijn
▪ Warmte- of koudetherapie (in combinatie met andere therapievormen)
▪ Werkplaatsinterventies (bij werkgerelateerde nekpijn)
o Afgeraden therapie: dry needling, elektrotherapie, ultrageluid/shockwave, laser
o Aanvullend bij werkgerelateerde klachten:
▪ Uitleggen dat bepaalde soorten werk mogelijke risicofactoren zouden kunnen zijn:
• Werk waaraan hoge kwantitatieve eisen worden gesteld
• Werk waarbij weinig steun uit de sociale of werkomgeving is
• Werk dat bestaat uit repeterende werkzaamheden
• Werk met een sedentaire werkpositie
• Werk waarbij regelmatig + langdurig de nek in flexiehouding is gepositioneerd
• Werk met een slechte bureau-instelling en in een slechte werkhouding
• Bij precisiewerk
• Werkomgeving (vb onprettige omgang met collega’s en leidinggevenden,
onprettige werksfeer)
▪ Overweeg een consult te adviseren of de patiënt door te verwijzen naar een bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut bij sprake van arbeidsverzuim of productieverlies zonder
arbeidsverzuim
▪ Bij vermeden van een door het werk veroorzaakte herstelbelemmerende factor:
• Adviseer de patiënt contact op te nemen met de bedrijfsarts, bedrijfs- of
arbeidsfysiotherapeut om de behandelmogelijkheden te bespreken
• Bij arbeidsverzuim = met Arbodienst om re-integratietraject te bespreken
▪ Bij arbeidsverzuim of productieverlies zonder arbeidsverzuim > vier weken:
• Vraag bij de patiënt naar de afspraken die zijn gemaakt met de bedrijfsarts
• Overweeg de patiënt te adviseren om contact op te nemen met of door te
verwijzen naar de bedrijfs- of arbeidsfysiotherapeut, en/of treed in overleg met
de bedrijfsarts om het verdere beleid af te stemmen (na akkoord van de patiënt)
4