● organisatie = doelgerichte samenwerkingsverbanden
○ beschikt over doelstellingen, mensen en middelen
○ bedrijven
■ ondernemingen en non-profit
● producten/diensten verkopen markt
○ overige organisaties bieden geen producten/diensten op markt
○ met rechtspersoonlijkheid
■ rechtspersoon = organisatie die zelfstandig aan rechtsverkeer
deelneemt
■ bv, nv, vereniging, coöperatie, stichting
● nv= naamloze vennootschap
○ beursgenoteerde vennootschap (delen in beurs
verhandeld)
○ meer mogelijkheid vermogen aantrekken
● bv= besloten vennootschap
○ aandelen beperkte groep aandeelhouders
■ beperkte aansprakelijkheid
○ zonder rechtspersoonlijkheid
■ eenmanszaak, vennootschap onder firma of commanditair
■ geen beperkte aansprakelijkheid
● samenwerkingsverbanden tussen organisaties
○ (inter)nationaal
○ innovatie, kennisuitwisseling, concurrentiepositie
○ fusie
○ overname
○ joint venture
■ samenwerking tot nieuw bedrijf/project
○ strategische samenwerking
■ samenwerken deelgebied in belang continuïteit beiden
○ outsourcing
■ uitbesteding door focus kerntaken
■ samenwerkingsvormen distributiekanaal
● inkoopcombinatie
○ juridische zelfstandige detaillisten met eigen
inkoopcentrale die orders verzamelt en in één keer
plaatst bij fabrikanten
● vrijwillig filiaalbedrijf
○ IC samen met groothandels
● franchise
○ eigenaar marketingformule afspraken juridisch
zelfstandige detaillisten over exploitatie van zijn formule
■ franchisenemers betalen entry fee en
percentage omzet
■ of tussen octrooihouder en licentienemer
● licentienemer krijgt toestemming van octrooihouder om
uitvinding zelf te maken/verkopen/toepassen tegen vergoeding
● ontwikkeling organisatietheorie
,○ organisatiekunde is systematisch/gestructureerd nadenken over organiseren/
organisaties
○ 1e industriële revolutie (1760-1830)
■ massaproductie
○ eind 19e eeuw-1935
■ scientific management- Taylor
● bedrijf als machine, arbeider als verlengstuk
○ alle handelingen nauwkeurig beschreven
● efficiëntie
■ general management theory - Fayol
● organisatie als geheel te leiden
● eenheid-van-bevelprincipe
○ één baas, werknemers controleerbaar en vervangbaar
○ 1935-1955
■ hawthorne-experimenten
● toegenomen aandacht deelnemers zorgde voor hogere
productie
● humanrelationsbenadering - Mayo
■ revisionisme - Lickert
● integratie scientific management en human relations
■ organisaties nog gesloten systemen
○ 1955-heden
■ grote maatschappelijke veranderingen
● reacties op binnen/buitenlandse ontwikkelingen en
gebeurtenissen
● opkomst EU
■ grote technologische vooruitgang
■ organisaties als open systemen
● invloed op / door omgeving
● systeemtheorie
○ organisatiekunde interdisciplinair
■ samenhang processen
○ problemen vanuit verschillende invalshoeken
aangepakt
■ synergievoordelen
■ medezeggenschap
● wet van ondernemingsraden
■ delegatie
■ contingentiebenadering
● verschillende manieren leidinggeven/structureren
● henry mintzberg
○ basisconfiguraties
■ peter drucker
● kennis essentieel productiefactor
○ kennisrevolutie
■ michael porter
● vijfkrachtenmodel
■ michael hammer
, ● zelfsturing werknemers
● leidinggevende als coach
● procesgericht te werk
■ consumentisme
● belangen behartigen consument
● efficiëntie, kwaliteit, flexibiliteit, innovatie
● economisch kringloopmodel
○ wisselwerking tussen organisaties
○ input: mensen en middelen
○ output: producten en diensten
○ management besturen inputfactoren om effectiviteit van organisatie te
vergroten
■ organisatie-evenwicht
● input- en outputfactoren in evenwicht
○ juiste product, plaats, prijs, promotie
● inputfactoren moeten passende beloning krijgen zodat
bijdragen gemotiveerd blijven
● managementproces
○ mensen/middelen inzetten in transformatieproces om doelstellingen
optimaal te realiseren
■ beleidsvorming
● verschillende managementniveaus
● organisatie deel van externe omgeving
○ kansen en bedreigingen
● plannen /anticiperen voor toekomst
● interne sterkte-zwakteanalyse
● constituerende beslissingen (beleidsintensieve)
○ kader voor uitvoering
■ bv analyseren of voorwaarden scheppen
■ structurering
● verdeling van functies, toekennen bevoegdheden, vaststellen
communicatiestructuur
■ uitvoering
● op gang brengen en sturen van dagelijkse actie
● dirigerende activiteiten/beslissen
● beleidsuitgangspunten
○ missie
■ werkterrein
● business scope
○ bestaande product-markt-behoeftencombinaties
● business definition
○ met welke pmb kan worden uitgebreid
■ ambities
● wat organisatie in nabije toekomst wil bereiken
■ culturele uitgangspunten (waarden en normen)
● integriteit/maatschappelijke betrokkenheid
■ betekenis voor stakeholders
, ● wat de organisatie wil betekenen voor
belanghebbende/betrokken partijen
■ moet bindende factor zijn voor beste samenwerking
○ visie
■ corporate-visionrapport
● waar de organisatie terecht komt in de toekomst
■ ambities
○ doelstellingen
■ strategie om het te bereiken
■ smart
● specifiek, meetbaar, actiegericht, resultaatgericht,
tijdgebonden
● 7s-model - Mckinsey
○ samenhang componenten
■ afhankelijk van elkaar en veranderen mee
○ strategy
■ om doelstellingen te bereiken
■ voor lange termijn
○ structure
■ arbeidsverdeling
■ coördinatie
○ systems
■ belangrijke processen, systemen en modellen
■ integrale optimalisatie
○ staff
○ skills
■ kennis en vaardigheden
● core competences/kernvaardigheden
○ style
■ wijze van leiding
○ shared values
■ bedrijfscultuur
■ waarden en normen
BMC-uitleg
● businessmodel/verdienmodel
○ grondgedachte van organisatie waarbij waarde wordt gecreëerd, geleverd en
behouden
● osterwalder
○ klantsegmenten
■ doelgroep met dezelfde wensen/behoeften
○ waardepropositie
■ specifieke behoefte klant/voordelen
○ kanalen
■ klantcontactpunten
● leveren producten/diensten
● bewustzijn creëren
● klanten helpen