100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Summary Politics - Andrew Heywood

Rating
3.5
(2)
Sold
15
Pages
15
Uploaded on
02-02-2014
Written in
2012/2013

Summary study book Politics of Andrew Heywood - ISBN: 9780230524972

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
February 2, 2014
Number of pages
15
Written in
2012/2013
Type
Summary

Content preview

Politics - Andrew Heywood.

Chapter 1 What is politics?
Politiek in brede definitie: de activiteit waarmee mensen regels waarnaar zij leven opstellen,
behouden en hervormen. Veel mensen beschouwen politiek als een beladen term
(sceptisch, negatief). Ook is het moeilijk vast te stellen wat politiek precies is. Vier
verschillende inzichten over wat politiek is:
1. Politiek als kunst van het regeren: het uitoefenen van controle over de samenleving door
het maken en uitvoeren van collectieve beslissingen. Komt van Klassiek Griekenland (polis:
zaken in de polis) en Bismarck. Easton valt ook onder de traditionele definities: de
gezaghebbende toedeling van waarden. In Eastons definitie wordt politiek geassocieerd met
beleid (policy: formeel actieplan voor de samenleving). Kritiek op Easton: hij beperkt politiek
tot de overheid.
2. Politiek als openbare aangelegenheid. Komt van Aristoteles: politiek gaat om het creëren
van een rechtvaardige samenleving. Politiek is hier beperkt tot de activiteiten van de staat
zelf. Er wordt op twee manieren onderscheid gemaakt tussen het publieke en private
domein: a. publiek (de staat) en privé (civil society, instituties buiten de overheid) of b.
publiek domein (politiek, handel, werk, cultuur enz) en persoonlijk domein (familie en
huishouden). Hannah Arendt (1906-1975): politiek is de belangrijkste menselijke activiteit en
bestaat uit interactie tussen vrije en gelijke burgers, goed voor de persoonlijke ontwikkeling
(zie ook Rousseau en Stuart Mill). Kritiek van liberalen: politiek als publieke zaak is een
ongewenste tussenkomst van de overheid in het privé leven.
3. Politiek als compromis en overeenstemming. Crick: de activiteit waarmee diverse
belangen t.o.v. een regeling worden verzoend. Liberaal en rationalistisch perspectief. Kritiek:
teveel gebaseerd op westerse democratie, het model van Crick zegt niets over
eenpartijstaten en militaire regimes.
4. Politiek als macht. Politiek betreft de productie, verdeling en gebruik van bronnen in de
maatschappij. Politiek is macht, wie heeft invloed op de verdeling van de bronnen. Politiek
vindt plaats in alle sociale activiteiten. Marxisme en feminisme vallen in deze stroming.
Feministe Kate Millet in Sexual Politics: politiek is op macht gebaseerde relaties en
afspraken, waarbij een groep de andere in haar macht heeft. Marx: politieke macht is de
organiseerde macht van een klasse die de andere klasse onderdrukt.

Politiek als academische discipline. De oorsprong van politicologie ligt in de politieke filosofie
van de Klassieken. Deze is normatief (maatgevend, hoe het hoort en zou moeten zijn in
plaats van hoe het is). Aristoteles en Plato (de ideale samenleving omschrijven), Augustinus
en Aquino vormen de basis van de traditionele benadering van politiek (vooral gericht op
grote denkers, literaire analyse), deze is zeker niet objectief.
Empirische traditie: beschrijving, analyse en verklaring van de politieke werkelijkheid. John
Locke, August Comte.
Wetenschappelijke traditie: zoeken naar wetten van de politiek. Marx probeerde als eerste
de politiek in wetenschappelijke termen te vangen. Hieruit kwam het behaviouralism voort:
sociale theorieën moeten zijn gebaseerd op waarneembaar gedrag  objectiviteit.
Recente ontwikkelingen: formal political theory, oftewel public-choice theory. Maakt gebruik
van modellen die zijn gebaseerd op procedure regels, bv de speltheorie en het prisoners
dilemma. Veelal onderzoek naar individuele rationele keuzes en gedrag.
Is politicologie wetenschappelijk? Je moet in ieder geval duidelijk onderscheid maken tussen
feiten en waarden. Drie problemen met politicologie: geen exacte data (menselijk gedrag en
denken is niet altijd observeerbaar), feiten en waarden zijn vaak te sterk verbonden,
standplaatsgebondenheid van de politicoloog (geen objectiviteit).
Chapter 20 Policy Process and System Performance
Theorieën over besluitvorming:
1. Rationele actor model: besluitvormingsmodel dat uitgaat van de menselijk rationaliteit en
objectiviteit. Komt van het utilitarisme (morele waarde van de handeling wordt bepaald door
de bijdrage van de handeling aan het algemeen belang). Normatief: dit model laat zien hoe

, beslissingen genomen zouden moeten worden. Kritiek: geen rekening gehouden met
emoties en gebrek aan informatie.
2. Incrementalisme van Lindblom in 1963: theorie van het doormodderen: besluitvorming is
een serie kleine veranderingen in plaats van een grote zorgvuldig geplande wijziging.
3. Bureaucratisch organisatiemodel: houdt ook rekening met de invloed van de structuur van
het beleidsvormingproces (hoe de organisatie is opgebouwd enz.)
4. Belief system model: legt de nadruk op de rol van de ideologie die de beslissingmaker
aanhangt. Ideologie speelt vaak onbewust een rol bij beslissingen.

Beleidsvorming in vier stappen:
1. Initiatief nemen: een onderwerp wordt erkend als punt op de politieke agenda. Dit gebeurt
van bovenaf (initiatief ligt bij de politieke leiders en overheden) en van onderaf (publieke
opinie, media, politieke partij).
2. Formulering. Eerst wordt er bepaald hoe het beleid moet worden opgesteld (wie zijn er bij
betrokken, welke procedures enz.), daarna wordt het probleem gedefinieerd, vervolgens
worden er doelen en prioriteiten gesteld en tenslotte worden de opties bekeken.
3. Uitvoering. Dit is niet slechts een administratieve kwestie (zoals tot de jaren 1960 werd
gedacht), maar moet met controle, regels, communicatie en coördinatie worden geregeld.
Ook moet er rekening worden gehouden met flexibiliteit (beleid aanpassen aan plaatselijke
omstandigheden).
4. Evaluatie. De evaluatie kan worden gebruikt bij het initiatief en de formulering bij volgende
beleidsplannen. De uitkomst van het beleid komt vaak niet overeen met het doel van het
beleid.

Vier criteria waarop regeringen en politieke systemen kunnen worden beoordeeld (normatief
perspectief, over hoe het zou moeten zijn):
1. Handhaven van stabiliteit en orde dmv het uitoefenen van autoriteit (basisfunctie van de
regering). Volgens liberale democraten bestaat een stabiele regering uit overeenstemming
en toestemming. Regeringsmacht is verkregen dmv verkiezingen, burgers hebben invloed op
de regering. Conservatieven verbinden stabiliteit en orde aan autoriteit. De autoriteit wordt
onderbouwd door de normen en waarden en gemeenschappelijke cultuur van het land.
Stabiliteit en orde zijn het product van sociale en culturele cohesie
2. Materiële welvaart. Debat over kapitalisme of socialisme (vrije markt of planning). Dit is
sinds 1990 omgeslagen in het debat over welk soort kapitalisme: niet alleen hoe de welvaart
wordt verkregen, maar ook hoe deze wordt verdeeld.
3. Burgerschap. Marshall 1950: onderscheid tussen civil rights (individuele vrijheid), political
rights (recht van het individu om te participeren in de politiek) and social rights (garanderen
een minimaal sociaal status van de individu, waardoor hij civiele en politieke rechten heeft).
Dilemma: wat is de balans tussen plichten en verantwoordelijkheden van het individu en de
samenleving.
4. Democratie. Het doel van politiek is het vergroten en versterken van het individu en zijn
persoonlijke autonomie.

Chapter 8 Subnational politics
Het nut van een centrale overheid (centralisatie): - Opkomen voor het nationaal belang zorgt
voor nationale eenheid.
- Uniformiteit in wetten en voorzieningen (vergroot de mobiliteit).
- Gelijkheid van burgers creëren.
- Welvaart dmv een valuta, infrastructuur, belastingen.
Het nut van decentralisatie: - Inspraak van lagere overheden, die betere lokale informatie
hebben.
- Lokale overheid kan inspelen op lokale omstandigheden.
- Legitimiteit, want lokale overheid staat dichter bij de burger.
- Vrijheid: decentralisatie zorgt voor controle van de centrale overheid en voorkomt tirannie.

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
4 year ago

11 year ago

3.5

2 reviews

5
0
4
1
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
HannahP Rijksuniversiteit Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
132
Member since
13 year
Number of followers
93
Documents
12
Last sold
3 year ago

3.5

25 reviews

5
3
4
11
3
7
2
3
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions