Origo :
- pars descendens :
protuberantia occipitalis
externa, linea nucheae
superior, ligamentum
m.trapezius nuchea, C7
- Pars transversa : T1-T5
rompschouderspieren : rug
- Pars ascendens :T6-T12
incertie:
- Pars descendens : laterale
1/3 van clavicula
- Pars transversa: bovenrand
acromion & laterale 1/3
van spina scapulae
- Pars ascendens: bovenrand
van het mediale 2/3 van
spina scapulae
Functie:
- Adductie schouder
- Rotatie scapula->
cavitas glenoidalis naar
boven ( = exorotatie)
- Pars descendens geven
elevatie en pars
ascendens geeft
depressie
Bezenuwing:
- N. accessorius
Origo:
- T7-T12
, - Onderste 3-4 ribben
- Aponeurotische
oorsprong op fascia
thoracolumbalis
- Binnenste 1/3 crista
iliaca
- Angulus inferior
scapulae ( niet altijd )
Incertie:
m. latissimus dorsi - Crista tuberuli minoris
rompschouderspieren : rug
Functie:
- Adductie
- Inwendige rotatie
- Sterke extensie in
schoudergewricht
- Oplichten van het
bekken
- Hyperextensie van
lendenwervelzuil
- Belangrijke spier bij
klimmen, zwemmen,
roeien.
Bezenuwing:
- N. thoracodorsalis
Origo:
- Major: T2-T5
- Minor: lig.nuchae, C7-
T1
Incertie :
- Major: margo medialis
scapula ter hoogte van
m.rhomboideus fossa infraspinata
, major en minor - Minor: boven de major
nabij de oorsprong van
rompschouderspieren : rug
spina scapulae
Functie:
- Adductie en oplichten
van schouderblad
- Rotatie van cavitas
glenoidalis naar caudaal
= endorotatie
- Drukken van scapula
tegen de borstkast
- Stabilisatie van gordel
Bezenuwing:
- N. dorsalis scapulae
m.levator scapulae Origo:
- C1-C4 (dwars) -> 4
rompschouderspieren : rug
koppen die dicht bij
elkaar liggen
Incertie:
- Hoog op margo
medialis scapulae nabij
angulus sperior
scapulae
Functie:
- Elevatie schouderblad
- Lichte rotatie van
cavitas glenoidalis naar
onder = endorotatie
, - Beperkte adductie
Bezenuwing:
- N. dorsalis scapulae
Origo:
- Pars clavicularis: mediale
2/3 van voorrand clavicula
m.pectoralis major - Pars sternocostalis:
Rompschouderspieren: borstzijde sternum en kraakbeen op 6
of 7 craniale ribben
- Pars abdominalis: op
rectusschede
Incertie:
- Crista tuberculi majoris via
smalle pees
Functie :
- Krachtige adductie
- Inwendige rotatie
- Flexie in scapula
- Opichten van thorax bij
gefixeerde arm
Bezenuwing:
- pars descendens :
protuberantia occipitalis
externa, linea nucheae
superior, ligamentum
m.trapezius nuchea, C7
- Pars transversa : T1-T5
rompschouderspieren : rug
- Pars ascendens :T6-T12
incertie:
- Pars descendens : laterale
1/3 van clavicula
- Pars transversa: bovenrand
acromion & laterale 1/3
van spina scapulae
- Pars ascendens: bovenrand
van het mediale 2/3 van
spina scapulae
Functie:
- Adductie schouder
- Rotatie scapula->
cavitas glenoidalis naar
boven ( = exorotatie)
- Pars descendens geven
elevatie en pars
ascendens geeft
depressie
Bezenuwing:
- N. accessorius
Origo:
- T7-T12
, - Onderste 3-4 ribben
- Aponeurotische
oorsprong op fascia
thoracolumbalis
- Binnenste 1/3 crista
iliaca
- Angulus inferior
scapulae ( niet altijd )
Incertie:
m. latissimus dorsi - Crista tuberuli minoris
rompschouderspieren : rug
Functie:
- Adductie
- Inwendige rotatie
- Sterke extensie in
schoudergewricht
- Oplichten van het
bekken
- Hyperextensie van
lendenwervelzuil
- Belangrijke spier bij
klimmen, zwemmen,
roeien.
Bezenuwing:
- N. thoracodorsalis
Origo:
- Major: T2-T5
- Minor: lig.nuchae, C7-
T1
Incertie :
- Major: margo medialis
scapula ter hoogte van
m.rhomboideus fossa infraspinata
, major en minor - Minor: boven de major
nabij de oorsprong van
rompschouderspieren : rug
spina scapulae
Functie:
- Adductie en oplichten
van schouderblad
- Rotatie van cavitas
glenoidalis naar caudaal
= endorotatie
- Drukken van scapula
tegen de borstkast
- Stabilisatie van gordel
Bezenuwing:
- N. dorsalis scapulae
m.levator scapulae Origo:
- C1-C4 (dwars) -> 4
rompschouderspieren : rug
koppen die dicht bij
elkaar liggen
Incertie:
- Hoog op margo
medialis scapulae nabij
angulus sperior
scapulae
Functie:
- Elevatie schouderblad
- Lichte rotatie van
cavitas glenoidalis naar
onder = endorotatie
, - Beperkte adductie
Bezenuwing:
- N. dorsalis scapulae
Origo:
- Pars clavicularis: mediale
2/3 van voorrand clavicula
m.pectoralis major - Pars sternocostalis:
Rompschouderspieren: borstzijde sternum en kraakbeen op 6
of 7 craniale ribben
- Pars abdominalis: op
rectusschede
Incertie:
- Crista tuberculi majoris via
smalle pees
Functie :
- Krachtige adductie
- Inwendige rotatie
- Flexie in scapula
- Opichten van thorax bij
gefixeerde arm
Bezenuwing:
