Communicatie 7 – Zelfbeeld en reflectie:
Gedrag= alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen.
Cultuur = geheel van waarden, nomen, opvattingen en gewoonten binnen een bepaalde groep/
samenleving.
Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Mensen imiteren elkaar en dat zie je
al gebeuren in de kindertijd, in de kindertijd word je beloond en gestraft voor je gedrag omdat je
ouders bepaalde normen, waarden en gewoontes hebben -> Cultuur.
De keuze van de mens om zich net zo te gedragen als anderen in de groep = opzettelijk gedrag.
Mensen lijken op elkaar door:
- Gemeenschappelijke, erfelijke eigenschappen bezitten.
- Tot eenzelfde volk behoren.
- In dezelfde omgeving leven.
- Een bepaalde functie hebben.
Het indelen van mensen werkt vooroordelen & stereotypen. Wie mensen zijn en wat hun verschillen
& overeenkomsten zijn in de persoonlijkheid van de mens, = zijtak van persoonlijkheidspsychologie.
Nog steeds gebruikte indeling van mensen is die van de Zwitserse psychiater Jung (1875-1961). Hij
keek naar de gerichtheid van de mens op de buitenwereld. Jung maakte verschil tussen:
- Introverte type (gesloten): zichzelf gekeerd, niet vertelt zichzelf, niet gemak. beïnvloedbaar.
- Extraverte type (open): buitenwereld, plezierig vlotte babbel, soms/weinig tijd voor jezelf.
Persoonlijkheid = het totaal aantal eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon
verschilt van andere mensen.
Karakter is dat deel van de persoonlijkheid dat min om meer vaststaat; het gaat om stabiele
eigenschappen. (vaak vanuit je kinderperiode)
Temperament: aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden. (rustig of
wild en actief of passief)
Waar word persoonlijkheid door bepaald:
- Aanleg: Eigenschappen/mogelijkheden die je bij de bevruchting hebt meegekregen (genen)
- Omstandigheden: Opvoeding, gezin en sociale klasse.
- Zelfbepaling: de persoon zijn die je wilt zijn.
Big Five-persoonlijkheidstest:
1. Extraversie vs. introversie.
2. Vriendelijkheid/meegaandheid vs. Wantrouwen.
3. Ordelijkheid/zorgvuldigheid vs. Laksheid/gebrek aan motivatie.
4. Emotionele stabiliteit vs. Neurotische/labiliteit.
5. Mate van openheid vs. ervaringen/inltellect/creativiteit.
Gedrag= alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen.
Cultuur = geheel van waarden, nomen, opvattingen en gewoonten binnen een bepaalde groep/
samenleving.
Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Mensen imiteren elkaar en dat zie je
al gebeuren in de kindertijd, in de kindertijd word je beloond en gestraft voor je gedrag omdat je
ouders bepaalde normen, waarden en gewoontes hebben -> Cultuur.
De keuze van de mens om zich net zo te gedragen als anderen in de groep = opzettelijk gedrag.
Mensen lijken op elkaar door:
- Gemeenschappelijke, erfelijke eigenschappen bezitten.
- Tot eenzelfde volk behoren.
- In dezelfde omgeving leven.
- Een bepaalde functie hebben.
Het indelen van mensen werkt vooroordelen & stereotypen. Wie mensen zijn en wat hun verschillen
& overeenkomsten zijn in de persoonlijkheid van de mens, = zijtak van persoonlijkheidspsychologie.
Nog steeds gebruikte indeling van mensen is die van de Zwitserse psychiater Jung (1875-1961). Hij
keek naar de gerichtheid van de mens op de buitenwereld. Jung maakte verschil tussen:
- Introverte type (gesloten): zichzelf gekeerd, niet vertelt zichzelf, niet gemak. beïnvloedbaar.
- Extraverte type (open): buitenwereld, plezierig vlotte babbel, soms/weinig tijd voor jezelf.
Persoonlijkheid = het totaal aantal eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon
verschilt van andere mensen.
Karakter is dat deel van de persoonlijkheid dat min om meer vaststaat; het gaat om stabiele
eigenschappen. (vaak vanuit je kinderperiode)
Temperament: aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden. (rustig of
wild en actief of passief)
Waar word persoonlijkheid door bepaald:
- Aanleg: Eigenschappen/mogelijkheden die je bij de bevruchting hebt meegekregen (genen)
- Omstandigheden: Opvoeding, gezin en sociale klasse.
- Zelfbepaling: de persoon zijn die je wilt zijn.
Big Five-persoonlijkheidstest:
1. Extraversie vs. introversie.
2. Vriendelijkheid/meegaandheid vs. Wantrouwen.
3. Ordelijkheid/zorgvuldigheid vs. Laksheid/gebrek aan motivatie.
4. Emotionele stabiliteit vs. Neurotische/labiliteit.
5. Mate van openheid vs. ervaringen/inltellect/creativiteit.