100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Literatuurstudie Geschiedenis van de Filosofie

Beoordeling
-
Verkocht
6
Pagina's
57
Geüpload op
28-01-2020
Geschreven in
2019/2020

Dit is een samenvatting van het boek van Anthony Kenny: 'An Illustrated Brief History of Western Philosophy'. De samenvatting gaat over hoofdstuk 1-20 en is erg uitgebreid: 25.000 woorden (55 pagina's). Hiertussen zitten ook aantekeningen van de hoorcolleges zoals gegeven in het vak Literatuurstudie Geschiedenis van de Filosofie, de minorversie van het vak Geschiedenis van de Filosofie. De samenvatting is ook geschikt voor reguliere bachelorstudenten, die volgen namelijk hetzelfde handboek van Kenny.

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
H1-h20
Geüpload op
28 januari 2020
Aantal pagina's
57
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting Literatuurstudie Geschiedenis van de Filosofie

Inhoudsopgave
Week 1: Oudheid................................................................................................................2
Hoorcollege 1................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1: Filosofie in de kinderschoenen.................................................................................5
Hoofdstuk 2: Het Athene van Socrates..........................................................................................7
Hoofdstuk 3: De Filosofie van Plato.............................................................................................10
Hoofdstuk 4: Het systeem van Aristoteles...................................................................................13
Hoofdstuk 5: Griekse Filosofie na Aristoteles..............................................................................15
Week 2: Middeleeuwen....................................................................................................17
Hoorcollege 2..............................................................................................................................17
Hoofdstuk 6: Vroege Christelijke filosofie....................................................................................20
Hoofdstuk 7: Vroege Middeleeuwse filosofie..............................................................................22
Hoofdstuk 8: Filosofie in de dertiende eeuw...............................................................................24
Hoofdstuk 9: Oxford filosofen.....................................................................................................27
Week 3: Vroegmoderne Filosofie.......................................................................................29
Hoorcollege 3..............................................................................................................................29
Hoofdstuk 10: Renaissance filosofie............................................................................................32
Hoofdstuk 11: Het tijdperk van Descartes...................................................................................35
Hoofdstuk 12: Engelse filosofie in de zeventiende eeuw.............................................................37
Hoofdstuk 13: Continentale filosofie in de tijd van Louis XIV.......................................................39
Hoofdstuk 14: Britse filosofie in de achttiende eeuw..................................................................41
Week 4: Verlichting...........................................................................................................43
Hoorcollege 4..............................................................................................................................43
Hoofdstuk 15: De Verlichting.......................................................................................................45
Hoofdstuk 16: De kritische filosofie van Kant..............................................................................46
Hoofdstuk 17: Duits idealisme en materialisme..........................................................................50
Hoofdstuk 18: De utilisten...........................................................................................................52
Hoofdstuk 19: Drie 19e-eeuwse filosofen.....................................................................................54
Hoofdstuk 20: Drie moderne meesters........................................................................................56

,Week 1: Oudheid
Hoorcollege 1

Mylesiërs:
- Karl Jaspers vond dat tussen 800 en 200 v. Chr., de Axiale Tijd, de meeste veranderingen
plaatsvonden in het menselijk denken.
- De Phoeniciërs en de Grieken waren groot in die tijd, maar van de Phoeniciërs is eigenlijk
niets overgebleven aan teksten.
- In Mylete was men rijk, waardoor er ruimte was om na te denken en er was handel,
waardoor nieuwe kennis binnenkwam van bijvoorbeeld de Babyloniërs en Egyptenaren.
- De Presocraten worden op verschillende manieren genoemd: naar hun stam, filosofische
overtuiging, methode of leraar. Er is dus geen duidelijk ordeningsprincipe.
- Volgens Aristoteles begon de filosofie bij de natuurfilosofen van Mylete en de verschillende
oerstoffen.
- Pythagoras sticht een academie, wat van belang is omdat iemand hierdoor navolging krijgt
(‘de school van…’). Zo’n academie was een soort commune/sekte, met strikte leef- en
gedragsregels. Schijnt de eerste te zijn die zichzelf filosoof heeft genoemd, als bescheiden
manier om te zeggen dus dat je met name ‘van wijsheid houdt’.
- Natuurfilosofie gaat over de logos (lastig te vertalen, iets als leer, verhaal, bewijs, grond, dus
meer rationeel bekeken. Dus in filosofische zin is het vooral de rede/verklaringen, in
theologische zin meer het woord, maar dat is minder belangrijk voor ons) i.p.v. de mythe.
- Thales en opvolgers waren eerste natuurfilosofen. Al waren dat geen echte experimenten.
De scheidslijnen tussen natuurfilosofie en mythe was nog vaag.

Na de Milesiërs:
- Xenophanes (monotheïst op grond van argumenten i.p.v. openbaring, fossielen)
- Heraclitus (beweging, logos zocht voor evenwicht tussen ontstaan en vergaan, Panta Rhei,
alles stroomt) vs. Parmenides (Zijn/ontologie, twee wegen: pad van waarheid en van
stervelingen, er kan geen leegte zijn)
- Empedocles (vier elementen, liefde en strijd), Aristoteles waardeerde zijn theorie over
kosmologie en hoe elementen een relatie aangaan.
- Leucippus en Democritus (atomisten)

Athene in de tijd van Socrates:
- Anaxagoras (‘Big Bang theorie’)
- Sofisten

Socrates:
- Bronnen: Aristophanes, Xenophon, Plato
- Want hij schreef zelf niet, sprak alleen
- Dus wat uit die bronnen kwam uit schrijvers, wat echt uit Socrates?
- Socrates’ einde in Plato’ dialogen
- Vooral de vroegste hiervan zijn betrouwbaar voor een beeld van Socrates
- Dat kun je bepalen op basis van stijlfiguren en genoemde gebeurtenissen
- Hij leefde tussen twee oorlogen
- Beschuldigingen: oude goden respecteert hij niet, introduceert nieuwe, bederft de jeugd
- Veroordeling met kleine meerderheid

- Historische belang voor filosofie:

, o Een wending naar de ethiek (eudaimonia, geluk). Als je weet wat moreel is, zal je ook
zo handelen
o Methode: elenchus (op de proef stellen van argumenten van de ander) – aporie
(geen uitkomst, wel mogelijkheid/aansporing verder te filosoferen), protreptiek
- Kenmerken van Socrates’ methode:
o Zoeken naar definities
o Gebruik van inductie-argumenten (bijzondere argumenten -> conclusie, daarna
extrapoleren naar nieuwe situaties)
- Strijd tegen de sofisten (rondtrekkende leraren), want die leren alleen retorische gaven, niet
werkelijke kennis van zaken. Slechte daglicht van sofisten niet helemaal terecht, want ze
lijken best veel op Plato en Socrates door de mens centraal te stellen en proberen ook met
retorica tot ware kennis te komen.

Plato:
- Moeilijkheden bij interpretatie: wie is aan het woord? Enscenering, mythen
- Ideeënleer: vooral in de middendialogen, zoals De Staat, Phaedo, Symposium.
o Anamnese/ herinnering
o Reïncarnatie: voor de geboorte al kennis
- ‘De Zevende Brief’
- Politeia:
o Thema: rechtvaardigheid (wanneer iedereen doet waar hij goed in is)
o Analogie tussen individu en staat
o Individu: geest (nous), eer (thumos), begeerte (epithumia) zijn in evenwicht door de
rede
o Staat: leiders, wachters, producenten
o Zelf(constitutie): kennis moet leidend zijn
o Consequenties voor opvoeding, kunst, man/vrouw-verhouding, etc.
 Opvoeding moet door staat gebeuren, want daar staat te veel op het spel
 Niet alle kunst is toegestaan: huilende helden maakt mensen niet dapperder
 Vrouwen krijgen niet per definitie andere taken, want ze zijn ook in staat
kennis op te doen

Aristoteles:
- Macedonië
- Leerling van Plato
- Kritiek op Plato: verdubbeling van het probleem (nu moet ook verklaring voor ideeënwereld
worden gegeven), Third Man argument (bij twee groene dingen krijg je een groen ding, dat
deze verbindt, maar nu heb je drie dingen die je met elkaar moet verbinden/verklaren)
- Je moet empirisch, systematisch en pragmatisch te werk gaan.
- Voorloper van de moderne natuurwetenschappen, waar Plato meer voorloper is van
abstracte filosofie.
- Wetenschappelijke disciplines: productieve (brengen product voort, poëzie), praktische
(richtlijnen voor hoe je je leven moet inleiden, ethiek/economie) en theoretische
wetenschappen (kennis, wiskunde/fysica, theologie).
- Het organon (‘werktuig’, zes logische geschriften)

Plato en Aristoteles over kunst
Plato’s kritiek:
- Zie slides
Aristoteles’ empirisme:
- Zie slides

, Verschil in opvatting op basis van methode. Academie van Plato was elitair, besloten en Aristoteles’
lyceum was meer een onderzoekscentrum. Aristoteles’ werk snel in vergetelheid geraakt.
Tuin van Epicurus:
- Weinig bewaard gebleven
- Gaat om bereiken van geluk en dat bereiken we vooral door angst voor de dood weg te
nemen
- Daarvoor moet je er natuurwetenschappelijk over denken, bijv. met het atomisme

Stoïcisme:
- Zeno richtte zich vooral op wiskunde en dergelijke
- Leven in overeenstemming met natuur is leven in overeenstemming met God
-

Scepticisme:

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
freekvanderweij Universiteit van Amsterdam
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
109
Lid sinds
9 jaar
Aantal volgers
70
Documenten
39
Laatst verkocht
2 weken geleden

2.9

15 beoordelingen

5
1
4
4
3
6
2
1
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen