Psychologie een inleiding
Hoofdstuk 9 Motivatie en emotie
Kernvraag 9.1 Wat motiveert ons?
In alledaagse conversaties gebruiken we allerlei termen die verwijzen naar motivatie:
doorzettingsvermogen, verlangen, drive, instinct, energie, bedoeling, doel, intensiteit, wil en
behoefte (innerlijke psychologische krachten). We vragen ons af wat mensen motiveert die gedrag
vertonen dat buiten de grenzen valt. Motieven zijn innerlijke drijfveren om op een bepaalde manier
te handelen, al kunnen ze door allerlei factoren worden beïnvloed, zowel interne als externe.
Motivatie: Term voor alle processen die te maken hebben met de aanzet, de richting,
de intensiteit en het volhouden van lichamelijke en psychische activiteiten.
In bredere zin verwijst het naar alle processen met betrekking tot het voelen van een behoefte of
verlangen; het activeren, selecteren, sturen en volhouden van mentale en fysieke activiteit die
gericht is op bevrediging van de behoefte of het verlangen (doel) en het reduceren van de
behoeftesensatie. Bij veel van onze motieven is een complexe combinatie van biologische en
psychologische behoeften betrokken (drinken omdat je dorst hebt of omdat je vrienden in de kroeg
dat ook doen).
Prestatiemotivatie
Extrinsieke motivatie: Het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van een externe
(beloningstheorie) consequentie, zoals een beloning (cijfers bij studenten, eten of drinken).
Verwachtingstheorie: Theorie die stelt dat mensen gemotiveerd worden om aan taken te werken
als ze verwachten daarin succesvol te zijn en als ze de resultaten van de
uitvoering (de producten zelf of de beloningen daarvoor) waarderen.
Intrinsieke motivatie: Het verlangen om een activiteit uit te voeren omwille van de activiteit zelf,
en niet vanwege een externe consequentie, zoals een beloning.
Prestatiedrang: Need for achievement, n Ach In McClellands theorie: een geestelijke
toestand die een psychologische behoefte veroorzaakt om een moeilijk maar
aantrekkelijk doel te bereiken.
De prestatiemotivatietest
De PMT meet drie aspecten die gerelateerd zijn aan prestatiemotivatie:
- Prestatiemotief: Een relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap die in
specifieke situaties leidt tot presteren.
- Positieve én negatieve faalangst: Die beide bepalend zijn voor de productactiviteit en de
houding ten opzichte van werk.
Westerse culturen benadrukken het individualisme. Persoonlijke prestaties worden hier vooral
gewaardeerd. In Zuid-Amerika, Azië, Afrika en het Midden-Oosten ligt de nadruk juist op het
collectivisme. In deze culturen wordt veel waarde gehecht aan loyaliteit.
De onverwachte effecten van beloningen op motivatie
Een extrinsieke beloning kan een reden zijn waarom mensen presteren. Maar wat gebeurt er als
mensen extrinsieke beloningen krijgen voor vrijetijdsactiviteiten?
Uit een onderzoek van Leppers bleek dat men gemotiveerder is wanneer zij een beloning krijgen voor
het werk dat ze graag doen.
, Evi Aldenzee Voeding & Diëtetiek; Sociale Wetenschappen
Overrechtvaardiging: Proces waarbij een extrinsieke beloning een interne motivatie verdringt.
Beloningen kunnen een effectieve manier zijn om mensen te motiveren dingen te doen die
ze anders niet zouden doen, zoals het gras maaien of de vuilniszak buiten zetten.
Beloningen kunnen de motivatie vergroten, mits ze worden gegeven voor een goede
prestatie.
Beloningen kunnen intrinsieke motivatie nadelig beïnvloeden, als ze worden gegeven zonder
rekening te houden met de kwaliteit van het werk.
Kernvraag 9.2 Hoe worden onze motivatieprioriteiten gesteld?
Een nieuwe theorie die Maslows hiërarchie combineert met evolutionaire psychologie stelt dat
functionele, proximale en ontwikkelingsfactoren bepalen welke motieven prioriteiten krijgen.
De instincttheorie
De instincttheorie is een verouderd idee dat bepaalde gedragspatronen worden bepaald door
aangeboren factoren. De instincttheorie hield geen rekening met de effecten van leren en gebruikte
instincten vooral als labels, in plaats van als verklaringen voor gedrag.
De term instinct is bij de meeste psychologen niet meer zo populair. Ze spreken liever van gefixeerde
actiepatronen. Een gefixeerd actiepatroon is een niet-aangeleerde gedraging die bij de gehele soort
voorkomt en het gevolg is van duidelijk identificeerbare stimuli.
De drijfveertheorie
Ontwikkeld als alternatief voor de instincttheorie. De drijfveertheorie verklaart motivatie als een
proces waarin een biologische behoefte een drijfveer produceert die het gedrag aanstuurt in een
zodanige richting dat in de behoefte wordt voorzien. Volgens de drijfveertheorie verkeert het
organisme bij voorkeur in een toestand van evenwicht die homeostase wordt genoemd.
Helaas blijkt het verhaal van motivatie niet zo eenvoudig te zijn. Er zijn ook cognitieve, sociale en
culturele krachten aan het werk. Bovendien kan de drijfveertheorie niet verklaren waarom
organismen die het aan niets ontbreekt, soms toch actie ondernemen om een bepaalde stimulatie te
vergroten.
Freuds psychodynamische theorie
Volgens Freud is motivatie afkomstig uit de troebele diepten van de onbewuste geest (id). Om
psychische problemen te voorkomen moeten we voortdurend zoeken naar een acceptabele
uitlaatklep voor onze seksuele en agressieve behoeften (werken, vloeken). Veel mentale activiteit
waaronder motivatie vindt buiten het bewustzijn plaats. Freud dacht dat onze motieven
veranderingen ondergaan tijdens onze ontwikkeling van kind naar volwassene.
Maslows behoeftehiërarchie
Maslows bekendste innovatie was zijn
behoeftehiërarchie: een opsomming
van zes klassen van behoeften die zijn
geordend in volgorde van
belangrijkheid.
Een nieuwe behoeftehiërarchie
We moeten de behoeftehiërarchie als
iets vloeiends zien, dat voortdurend
onderhevig is aan verandering die