GW college 1: persoonlijke factoren
International classification of Functioning Disability and Health (ICF)
Hoe vraag je naar persoonlijke factoren?
Hier zijn hulpmiddelen voor, namelijk: SCEGS en ORBS
- Somatisch
- Cognitief
- Emotioneel
- Gedrag
- Sociaal
- Open vragen
- Reflecteren
- Bevestigen
- Samenvatten
Persoonlijke factoren
- Demografische kenmerken
Leeftijd
Geslacht
Opleiding
Burgerlijke staat
Beroep
Culturele achtergrond
- Locus of control
Intern: hoe je zelf omgaat met de problematiek.
Extern: iets wat in de omgeving gebeurt wat helpt bij de problematiek.
- Attributie stijlen
Intern – extern
Instabiel – stabiel
Specifiek - globaal
- Stress
Stress = een subjectieve ervaring of verlies van controle over de situatie.
Stressor = een situatie die als stressvol wordt ervaren.
Primaire appraisal: iemand vormt zich meteen een beeld van de situatie.
Secundaire appraisal: iemand onderzoekt vervolgens bij zichzelf wat hij eraan kan
doen.
, - Coping stijlen
Probleem georiënteerde coping
Emotie regulerende coping
Utrechtse coping lijst (UCL), bestaat uit 7 verschillende stijlen:
Actief aanpakken
Palliatieve reactie
Vermijden
Sociale steun zoeken
Passief reactiepatroon
Expressie van emoties
Geruststellende gedachten
- Emoties
Boos
Bang
Bedroefd
Blij
Affectie
Coachen
Het succes van een behandeling en het uiteindelijke herstel van de patiënt is voor een groot deel
afhankelijk van hemzelf, maar het is jouw taak om de patiënt hier inzicht in te verschaffen!
Het is belangrijk dat je probeert te achterhalen welk gedrag je patiënt vertoont.
GW college 3: Communicatie
Wat is communicatie?
Communicatie is de uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van elkaars
onmiddellijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn.
Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
Bio-psycho-sociaal model
Communicatie
- Is transmissie: het overbrengen en verspreiden van informatie
Inhoudsaspect
- Is expressie en (mede)delen.
, Betrekkingsaspect
Communicatie vormen
- Digitale communicatie
- Analoge communicatie
Metacommunicatie
De 5 axioma’s van Paul Watzlawick
1. Het is onmogelijk om niet te communiceren: alle gedrag is communicatie
2. Elke communicatie omvat een inhouds-en een betrekkingsaspect.
3. Elke communicatie is afhankelijk van de interpretatie van gebeurtenissen.
4. Interactie als partijen oorzaak en gevolg van elkaars verschillend uitleggen.
5. Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
6. Elke communicatie is symmetrisch of complementair: men is uit op gelijkheid of men
benadrukt juist verschillen.
Niveaus van communicatie
- Persoonlijk (intra- en interpersoonlijk)
- Groepen en organisatorisch
- Maatschappelijk en internationaal
Effecten van (goede) communicatie?
- Ontdekken
- Relatie opbouwen
- Anderen helpen
- Anderen stimuleren/ overtuigen
- Ontspanning
- Sociale contacten opbouwen
Effecten van (slechte) communicatie
- Frustratie
- Gebrek aan begrip
- Angst
- Slechte relatie tussen jou en patiënt
- Manipulatie
Hoe kun je communicatie verbeteren?
- Ben je bewust van je eigen communicatie fouten.
- Kies je woorden wijs en pas ze aan de ontvangen aan.
- Check bij de zender of je de boodschap goed begrepen hebt.
Communicatie processen
- Informatie uitwisselen
- Geluid: toon/ spraak
- Vorm: beeld/ symboliek/ tekst
- Handelingen/ gedrag
- Non-verbale communicatie
- Imponeren/ rustgeven
- Zintuigen
International classification of Functioning Disability and Health (ICF)
Hoe vraag je naar persoonlijke factoren?
Hier zijn hulpmiddelen voor, namelijk: SCEGS en ORBS
- Somatisch
- Cognitief
- Emotioneel
- Gedrag
- Sociaal
- Open vragen
- Reflecteren
- Bevestigen
- Samenvatten
Persoonlijke factoren
- Demografische kenmerken
Leeftijd
Geslacht
Opleiding
Burgerlijke staat
Beroep
Culturele achtergrond
- Locus of control
Intern: hoe je zelf omgaat met de problematiek.
Extern: iets wat in de omgeving gebeurt wat helpt bij de problematiek.
- Attributie stijlen
Intern – extern
Instabiel – stabiel
Specifiek - globaal
- Stress
Stress = een subjectieve ervaring of verlies van controle over de situatie.
Stressor = een situatie die als stressvol wordt ervaren.
Primaire appraisal: iemand vormt zich meteen een beeld van de situatie.
Secundaire appraisal: iemand onderzoekt vervolgens bij zichzelf wat hij eraan kan
doen.
, - Coping stijlen
Probleem georiënteerde coping
Emotie regulerende coping
Utrechtse coping lijst (UCL), bestaat uit 7 verschillende stijlen:
Actief aanpakken
Palliatieve reactie
Vermijden
Sociale steun zoeken
Passief reactiepatroon
Expressie van emoties
Geruststellende gedachten
- Emoties
Boos
Bang
Bedroefd
Blij
Affectie
Coachen
Het succes van een behandeling en het uiteindelijke herstel van de patiënt is voor een groot deel
afhankelijk van hemzelf, maar het is jouw taak om de patiënt hier inzicht in te verschaffen!
Het is belangrijk dat je probeert te achterhalen welk gedrag je patiënt vertoont.
GW college 3: Communicatie
Wat is communicatie?
Communicatie is de uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van elkaars
onmiddellijke of gemedieerde aanwezigheid bewust zijn.
Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd.
Bio-psycho-sociaal model
Communicatie
- Is transmissie: het overbrengen en verspreiden van informatie
Inhoudsaspect
- Is expressie en (mede)delen.
, Betrekkingsaspect
Communicatie vormen
- Digitale communicatie
- Analoge communicatie
Metacommunicatie
De 5 axioma’s van Paul Watzlawick
1. Het is onmogelijk om niet te communiceren: alle gedrag is communicatie
2. Elke communicatie omvat een inhouds-en een betrekkingsaspect.
3. Elke communicatie is afhankelijk van de interpretatie van gebeurtenissen.
4. Interactie als partijen oorzaak en gevolg van elkaars verschillend uitleggen.
5. Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
6. Elke communicatie is symmetrisch of complementair: men is uit op gelijkheid of men
benadrukt juist verschillen.
Niveaus van communicatie
- Persoonlijk (intra- en interpersoonlijk)
- Groepen en organisatorisch
- Maatschappelijk en internationaal
Effecten van (goede) communicatie?
- Ontdekken
- Relatie opbouwen
- Anderen helpen
- Anderen stimuleren/ overtuigen
- Ontspanning
- Sociale contacten opbouwen
Effecten van (slechte) communicatie
- Frustratie
- Gebrek aan begrip
- Angst
- Slechte relatie tussen jou en patiënt
- Manipulatie
Hoe kun je communicatie verbeteren?
- Ben je bewust van je eigen communicatie fouten.
- Kies je woorden wijs en pas ze aan de ontvangen aan.
- Check bij de zender of je de boodschap goed begrepen hebt.
Communicatie processen
- Informatie uitwisselen
- Geluid: toon/ spraak
- Vorm: beeld/ symboliek/ tekst
- Handelingen/ gedrag
- Non-verbale communicatie
- Imponeren/ rustgeven
- Zintuigen