Fysieke veiligheid - Samenvatting
Integrale veiligheidskunde betekent dat je een bepaald veiligheidsprobleem in een breder
perspectief plaatst lang 4 verschillende lijnen(verschillende invalshoeken):
- Tijd: bekijkt het niet op een moment opname, maar het heeft ook een
voorgeschiedenis en nasleep(=hoe voorkomen in de toekomst?)
- Ruimte: veiligheid houd zich niet aan grenzen. bv een bepaalde president gekozen in
turkije, maar in rotterdam zijn er demonstraties tegen.
- Sociale netwerken: gedeelde verantwoordelijkheid. Je hebt elkaar nodig bv de politie
de brandweer of andersom. Dus je hebt verschillende actoren.
- Kennisgebied: gedeelde verantwoordelijkheid. Je hebt elkaar nodig bv de politie de
brandweer of andersom. Dus je hebt verschillende actoren.
Integrale veiligheidskunde betekent dat je ook nadenkt over het voorkomen van
incidenten en over herstel naderhand.
Objectieve veiligheid is op basis van feiten.
Subjectieve veiligheid is op basis van gevoel.
Sociale veiligheid verwijst naar de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd
voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en overlast door anderen.
Voorbeelden zijn inbraak, diefstal, terrorisme.
Fysieke veiligheid is de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen
tegen persoonlijk leed door ongevallen en tegen onheil van niet-menselijk oorsprong.
Voorbeelden zijn falende machines, blikseminslag, epidemieën.
Arbeidsveiligheid= interne veiligheid voor werknemers. Da omvat bescherming tegen letsel
door arbeidsongevallen, tegen agressie en geweld en tegen seksuele intimidatie.
Externe veiligheid= de kans op overlijden door een voorval met een gevaarlijke stof, welk
voorval zich afspeelt binnen een inrichting.
Interne onveiligheid= als mensen zich binnen een bedrijf bevinden tijdens een ramp en
daarbij omkomen of gewond raken.De effectieve bescherming van werknemers tegen
bedrijfsongevallen (ook wel: interne veiligheid voor werknemers).
Crisisbeheersing= Het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de
voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in
een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang
met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet
toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen.
Ontwikkingen:
- Vernetwerking mensen werden mobieler, arbeidsindeling,
verstedelijking,staatsvorming, nieuwe communicatievormen(digitalisering)
- Migratie
- Economische ontwikkelingen machtverhoudingen
Wildawsky: heeft een positief beeld op risico’s. Risico’s hebben ons verder gebracht in het
leven. Van risico’s, bekendheid van de risico’s en consequenties, optimistische visie op het
(maatschappelijk) nut van risico’s.
, 2 strategien om met risico’s om te gaan:
Voorspelbare risico’s: Vermijden Anticiperen(=voorkomen)
Onvoorspelbare risico’s: Accepteren Veerkracht(=snel reageren)
Beck: heeft een pessimistische blik op risico’s. We leven in een risico maatschappij. Door
technologische ontwikkelingen en welvaart nemen we steeds meer risico’s. Risico’s staan
centraal en zorgen voor meer verantwoordelijkheden. Er is altijd restrisico. Er komen telkens
weer nieuwe risico’s. (leven met risico’s)
Adams: Wij als individuen nemen meer risico’s als we ons veilig voelen(living on the edge).
Bv als je je gordel omhebt ga je harder rijden. Als je je onveiliger voelt, ga je je veiliger
gedragen. Bv zachter rijden bij onoverzichtelijke straten. (risico compensatie)
Perrow: Bekeek problemen van een afstand(systeem benadering). ‘Normal accidents’: Je
kunt er op wachten dat ongelukken gebeuren en het is niet te vermijden, wanneer
processen heel complex en gekoppeld zijn(processen lopen door elkaar) (systemen en
‘normalaccidents’)
Een model is een compromis tussen ordening en chaos. Modellen dragen bij aan het
synchoniseren van gedachten. Het nut van modellen:
- Vereenvoudigde weergave werkelijkheid
- Overzicht bewaren
- Grip & begrip
- Coneptueel, abstract, ‘onzichtbaar’
- Manier van kijken, soort bril.
Pro-actie= de bron van gevaar wegnemen, dus een
maatregel verzinnen dat het gevaar weg is(bv
alcohol weghalen bij een festival omdat het
problemen oplevert)
Preventie= het risico is nog wel aanwezig maar je
neemt wel maatregelen voor extra bescherming bv
handschoenen een bril)(sprinklerinstallatie om brand
te voorkomen)
Preparatie= Opleiden Trainen Oefenen (OTO), voorbereiden op een uitbraak bv
Pepressie= brandweer, politie, ambulance komt eraan.Er is iets aan de hand.
Nazorg= nazorg en evaluatie, er komt een onderzoek, gewonden helpen.
ALARA(As Low As Reasonably Achievable) = Het stelt dat de bestrijding van risico’ s moet
leiden tot een situatie waarin zij zo laag zijn zijn als redelijkerwijs haalbaar(praktisch) is. Pas
als die situatie is bereikt, is er sprake van een acceptabele risico.
_
Integrale veiligheidskunde betekent dat je een bepaald veiligheidsprobleem in een breder
perspectief plaatst lang 4 verschillende lijnen(verschillende invalshoeken):
- Tijd: bekijkt het niet op een moment opname, maar het heeft ook een
voorgeschiedenis en nasleep(=hoe voorkomen in de toekomst?)
- Ruimte: veiligheid houd zich niet aan grenzen. bv een bepaalde president gekozen in
turkije, maar in rotterdam zijn er demonstraties tegen.
- Sociale netwerken: gedeelde verantwoordelijkheid. Je hebt elkaar nodig bv de politie
de brandweer of andersom. Dus je hebt verschillende actoren.
- Kennisgebied: gedeelde verantwoordelijkheid. Je hebt elkaar nodig bv de politie de
brandweer of andersom. Dus je hebt verschillende actoren.
Integrale veiligheidskunde betekent dat je ook nadenkt over het voorkomen van
incidenten en over herstel naderhand.
Objectieve veiligheid is op basis van feiten.
Subjectieve veiligheid is op basis van gevoel.
Sociale veiligheid verwijst naar de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd
voelen tegen persoonlijk leed door misdrijven, overtredingen en overlast door anderen.
Voorbeelden zijn inbraak, diefstal, terrorisme.
Fysieke veiligheid is de mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen
tegen persoonlijk leed door ongevallen en tegen onheil van niet-menselijk oorsprong.
Voorbeelden zijn falende machines, blikseminslag, epidemieën.
Arbeidsveiligheid= interne veiligheid voor werknemers. Da omvat bescherming tegen letsel
door arbeidsongevallen, tegen agressie en geweld en tegen seksuele intimidatie.
Externe veiligheid= de kans op overlijden door een voorval met een gevaarlijke stof, welk
voorval zich afspeelt binnen een inrichting.
Interne onveiligheid= als mensen zich binnen een bedrijf bevinden tijdens een ramp en
daarbij omkomen of gewond raken.De effectieve bescherming van werknemers tegen
bedrijfsongevallen (ook wel: interne veiligheid voor werknemers).
Crisisbeheersing= Het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de
voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het bestuur van een veiligheidsregio in
een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang
met de maatregelen en voorzieningen die op basis van een bij of krachtens enige andere wet
toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis worden getroffen.
Ontwikkingen:
- Vernetwerking mensen werden mobieler, arbeidsindeling,
verstedelijking,staatsvorming, nieuwe communicatievormen(digitalisering)
- Migratie
- Economische ontwikkelingen machtverhoudingen
Wildawsky: heeft een positief beeld op risico’s. Risico’s hebben ons verder gebracht in het
leven. Van risico’s, bekendheid van de risico’s en consequenties, optimistische visie op het
(maatschappelijk) nut van risico’s.
, 2 strategien om met risico’s om te gaan:
Voorspelbare risico’s: Vermijden Anticiperen(=voorkomen)
Onvoorspelbare risico’s: Accepteren Veerkracht(=snel reageren)
Beck: heeft een pessimistische blik op risico’s. We leven in een risico maatschappij. Door
technologische ontwikkelingen en welvaart nemen we steeds meer risico’s. Risico’s staan
centraal en zorgen voor meer verantwoordelijkheden. Er is altijd restrisico. Er komen telkens
weer nieuwe risico’s. (leven met risico’s)
Adams: Wij als individuen nemen meer risico’s als we ons veilig voelen(living on the edge).
Bv als je je gordel omhebt ga je harder rijden. Als je je onveiliger voelt, ga je je veiliger
gedragen. Bv zachter rijden bij onoverzichtelijke straten. (risico compensatie)
Perrow: Bekeek problemen van een afstand(systeem benadering). ‘Normal accidents’: Je
kunt er op wachten dat ongelukken gebeuren en het is niet te vermijden, wanneer
processen heel complex en gekoppeld zijn(processen lopen door elkaar) (systemen en
‘normalaccidents’)
Een model is een compromis tussen ordening en chaos. Modellen dragen bij aan het
synchoniseren van gedachten. Het nut van modellen:
- Vereenvoudigde weergave werkelijkheid
- Overzicht bewaren
- Grip & begrip
- Coneptueel, abstract, ‘onzichtbaar’
- Manier van kijken, soort bril.
Pro-actie= de bron van gevaar wegnemen, dus een
maatregel verzinnen dat het gevaar weg is(bv
alcohol weghalen bij een festival omdat het
problemen oplevert)
Preventie= het risico is nog wel aanwezig maar je
neemt wel maatregelen voor extra bescherming bv
handschoenen een bril)(sprinklerinstallatie om brand
te voorkomen)
Preparatie= Opleiden Trainen Oefenen (OTO), voorbereiden op een uitbraak bv
Pepressie= brandweer, politie, ambulance komt eraan.Er is iets aan de hand.
Nazorg= nazorg en evaluatie, er komt een onderzoek, gewonden helpen.
ALARA(As Low As Reasonably Achievable) = Het stelt dat de bestrijding van risico’ s moet
leiden tot een situatie waarin zij zo laag zijn zijn als redelijkerwijs haalbaar(praktisch) is. Pas
als die situatie is bereikt, is er sprake van een acceptabele risico.
_
