UNDERSTANDING NUTRITION
P1P2
4.2-4.3, 5.3 en pagina 50, 6.2-6.3, 7.1-7.2-7.3
8.1 en 8.3, 8.4
14.1 en 14.2
HOOFDSTUK 4
4.2 SPIJSVERTERING EN ABSORPTIE VAN KOOLHYDRATEN
VAT DE SPIJSVERTERING EN ABSORPTIE VAN KOOLHYDRATEN SAMEN.
Tijdens de vertering en opname van koolhydraten breekt het lichaam zetmeel af in de disacharide
maltose. Maltose en de andere disachariden (lactose en sucrose) uit voedingsmiddelen worden
opgesplitst in monosachariden, die worden geabsorbeerd. De vezels helpen de doorvoer van voedsel
door het maag-darmkanaal te reguleren en vertragen de opname van glucose, maar ze dragen weinig
of geen energie bij. Lactose-intolerantie is een veel voorkomende aandoening die optreedt wanneer er
onvoldoende lactase is om de disacharide-lactose in melk en zuivelproducten te verteren. Omdat de
behandeling het beperken van melk en melkproducten in het dieet vereist, moeten andere bronnen
van riboflavine, vitamine D en calcium worden opgenomen.
KOOLHYDRAATVERTERING
Wanneer een persoon voedsel eet dat zetmeel bevat, hydrolyseren enzymen de lange ketens tot
kortere ketens, de korte ketens tot disachariden en ten slotte de disachariden tot monosachariden. Dit
proces begint in de mond.
Mond
Door het voedsel te kauwen komt speeksel vrij. Het speekselenzym amylase begint te werken en het
hydrolyseert zetmeel tot kortere polysachariden en het disacharide maltose.
Maag
Koolhydraatvertering stopt in de maag. De activiteit van speekselamylase vermindert naarmate de
zure en eiwitverterende enzymen van de maag inactiveren. Het spijsverteringssap van de maag bevat
geen enzymen om koolhydraten af te breken. Vezels worden niet verteerd, maar omdat ze in de maag
blijven hangen, vertragen ze het legen van de maag, waardoor een gevoel van volheid en verzadiging
ontstaat.
Dunne darm
De dunne darm verricht het meeste werk van de koolhydraatvertering. Een belangrijk koolhydraat-
verterend enzym, pancreas amylase, komt via het pancreaskanaal in de darm en blijft de
polysachariden afbreken tot kortere glucoseketens en maltose.
• Maltase breekt maltose af tot twee glucose moleculen.
• Sucrase breekt sucrose af tot één glucose en één fructose molecuul.
• Lactase breekt lactose af tot één glucose en één galactose molecuul.
1