Inhoudsopgave
Deel 1: kritisch denken........................................................................................... 3
1 Heb jij een kritische geest?.............................................................................. 3
2 Waarom is kritisch denken belangrijk?.............................................................3
Kritische vaardigheden:................................................................................... 3
Kritische houding:............................................................................................ 3
Fast thinking (1)............................................................................................... 3
Slow thinking (2).............................................................................................. 3
Priming............................................................................................................. 4
Selectieve waarneming.................................................................................... 4
Essentialisme................................................................................................... 4
Groepsdruk....................................................................................................... 4
Cognitieve dissonantie..................................................................................... 4
Aandachtsblindheid.......................................................................................... 4
Framing............................................................................................................ 4
Misleid worden................................................................................................. 4
3 Bedreigingen voor ons kritisch denkvermogen................................................5
4 Hoe kan je zelf kritisch leren denken?..............................................................5
Kritisch omgaan met bronnen..........................................................................5
Feiten en meningen......................................................................................... 5
CRAAP-test....................................................................................................... 6
Omgaan met tegenstrijdige informatie............................................................7
Informatie ordenen.......................................................................................... 7
Redeneren........................................................................................................ 7
Argumenteren.................................................................................................. 9
5 Hoe kan je werken aan een kritische houding................................................12
Overzicht van juiste houdingsaspecten..........................................................12
Enkele foute houdingsaspecten.....................................................................12
Deel 2: onderzoekscompetenties in de praktijk....................................................13
1. Een kennismaking met het onderzoek..........................................................13
Onderzoeksvormen........................................................................................ 13
Voorwaarden voor kwaliteitsvol onderzoek....................................................14
Onderzoeksethiek.......................................................................................... 16
2 Het onderzoeksontwerp................................................................................. 16
Onderwerp..................................................................................................... 16
1
, Probleemstelling............................................................................................ 16
Onderzoeksdoel............................................................................................. 17
Onderzoeksvraag........................................................................................... 17
Projectplan..................................................................................................... 21
Hoe ziet een onderzoeksontwerp eruit?.........................................................23
3. Gegevens verzamelen................................................................................... 24
Een goede onderzoeksmethode kiezen..........................................................24
Literatuuronderzoek....................................................................................... 25
Steekproef...................................................................................................... 27
Interview........................................................................................................ 31
Enquête.......................................................................................................... 33
Observatie...................................................................................................... 35
Experiment..................................................................................................... 36
Focusgroepen................................................................................................. 39
4 Gegevens verwerken...................................................................................... 41
5 Rapporteren en presenteren..........................................................................41
Resultaten verspreiden.................................................................................. 41
Zakelijk rapporteren....................................................................................... 41
Hoe vermijd je plagiaat?................................................................................ 41
Presenteren.................................................................................................... 43
Valorisatie en bescherming............................................................................43
2
,Onderzoeksvaardigheden
DEEL 1: KRITISCH DENKEN
1 Heb jij een kritische geest?
2 Waarom is kritisch denken belangrijk?
Base rate fallacy Oordelen op basis van opvallende gegevens
zonder rekening te houden met de statistische
werkelijkheid
Correlatie Statistisch begrip voor de samenhang tussen
twee verschijnselen, twee variabelen
Confirmation bias of We zijn geneigd om alleen aandacht te hebben
tunnelvisie voor argumenten en bewijzen die onze theorieën
bevestigen. We moeten ook op zoek gaan naar
tegenargumenten
Om kritisch te denken moet je enkele belangrijke vaardigheden en een bepaalde
houding hebben
Kritische vaardigheden:
o Betrouwbare informatie zoeken
o Bronnen interpreteren en analyseren
o Redenen en reflecteren voordat je een standpunt inneemt of voor je beslist
hoe te handelen
o Verklaren waarop je standpunt of handeling gebaseerd is
o Drogredenen herkennen en vermijden
o Onderscheid maken tussen waarschijnlijke en minder waarschijnlijke
beweringen
Kritische houding:
o Een open geest hebben
o Nieuwsgierig en onderzoekend zijn
o De juiste vragen stellen
o Jezelf in vraag stellen en twijfelen
o Verschillende alternatieven afwegen
o Voorzichtig zijn bij het trekken van conclusies
o Bereid zijn om je standpunt aan te passen
o Eerlijk en open zijn
Fast thinking (1)
= je geheugen kan snel een oplossing vinden voor een vraag, denkt snel na
Slow thinking (2)
= je geheugen kan niet snel een oplossing vinden voor een vraag, denkt traag na
verloopt expliciet en stap voor stap waarbij regels en strategieën welbewust
worden toegepast
3
, Priming
= het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen
Selectieve waarneming
= waarbij we alleen datgene wordt waargenomen wat het eigen standpunt of
oordeel bevestigt.
Essentialisme
= is een filosofische theorie die stelt dat voor entiteiten, een rij van bepalende
karakteristieken en eigenheden is weggelegd. Bepaalde dingen hebben met
andere woorden een ‘essentie’ die het gedrag, uiterlijk en verloop van het ding
bepaalt.
Groepsdruk
= de druk die een groep mensen bewust of onbewust uitoefent op een bepaald
persoon of kleinere groep om het gedrag te veranderen zodat het overeenkomt
met het gedrag van die groep mensen.
Cognitieve dissonantie
= de onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen,
ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging.
Aandachtsblindheid
= waarbij je zo gefocust bent op een bepaald aspect van je omgeving dat je
andere zaken, zelfs de meest evidente, over het hoofd kan zien.
Framing
= verwijst naar een overtuigingstechniek in communicatie. Die techniek bestaat
eruit woorden en beelden zo te kiezen, dat daarbij impliciet een aantal aspecten
van het beschrevene wordt uitgelicht.
Misleid worden
Misleid door reclame
Je moet hiermee oppassen. 1+1 gratis is niet altijd echt gratis. Vaak is er bij de
1+1 gratis ook geen product aanwezig waarmee je het kan vergelijken.
Misleid door media
Kennedy die in 1973 vermoord werd tijdens een parade werd de video pas 12
jaar later na de feiten door het publiek gezien werd.
Publicatie van foute persberichten die direct worden doorgespoeld naar sociale
media waardoor het in een mum van tijd verspreid wordt.
Foto’s die in een bepaald perspectief kunnen worden getrokken dat er heel veel
oftewel heel weinig volk te zien is.
Misleid door politiek
Stemmingen de verkeerde richtingen insturen
Kranten en nieuwssites doen aan factcheck of de uitspraken wel kloppen wat ze
zeggen.
4