Samenvatting medisch fitness casus praktijk
Week 9 opstart:
Trainingsprincipes:
1. Individualiteit
2. Specificiteit
3. Reversibiliteit
4. Progressieve belasting
5. Variatie
Trainingsopbouw
1. Mobiliteit en stabiliteit
2. Krachtuithoudingsvermogen
3. Hypertrofie
4. Maximaalkracht
5. Snel kracht
Bewegingseigenschappen:
,Praktijk training mobiliteit en flexibiliteit
- Mobiliteit = bewegingsuitslag binnen een gewricht
- Flexibiliteit = spierlengte rekken
Als de mobiliteit in een gewricht in orde is kan het zijn dat bepaalde spieren verkort zijn
waardoor de bewegingsuitslag niet optimaal is spieren rekken
Om een spier te rekken laar je iemand de tegenovergestelde functie van de desbetreffende
spier uitvoeren origo en insertie uit elkaar brengen
Praktijktraining stabiliteit
Samenwerking van factoren:
- Actieve stabiliteit: spieren
- Passieve stabiliteit: gewrichten, kapsels ligamenten, disci
- Neurale stabiliteit neuromusculaire aansturing, coördinatie
alle drie kunnen beperkt zijn na een trauma
Principes voor stabiliteitstraining verzwaringsprincipes
- Statisch- dynamisch
- Closed packed – loose packed position
- Wisselende ondergrond
- Steunvlak veranderen – een of twee benen
- Verschillende bewegingsrichtingen
- Dubbeltaken
- Visus
Praktijktraining kracht
Starten met krachtuithoudingsvermogen: licht/30 %, 1-3 sets, 10-15 herhalingen, uitvoering
langzaam
Gebruik maken van trainingsprincipes
Technisch juiste uitvoering juiste contractievorm en moment van contractie
Forward recruitment en vorm- en krachtsluiting
,Praktijktraining kracht – FITT factoren
Dosering van belasting
- Frequentie: aantal trainingen in de week
- Intensiteit: belasting, % van 1 RM
- Tijd: volume, aantal sets en herhalingen
- Type: Type krachtvorm en oefening
Praktijktraining sport specifiek
Sport specifieke training: een mix en combinatie van alle onderdelen die al getraind zijn,
gericht op een specifieke sport voor de client
- Welke activiteiten worden binnen de sport gevraagd
- Welke bewegingen zijn, gezien de klachten, nog het meest risicovol?
- Van welke pricipes ga je gebruik maken bij sport specifieke training?
, Week 10 – LWK
Aspecifieke rugklachten tekst:
Wervelkolom:
Wervelkolom = ruggengraat cruciaal onderdeel ban menselijk skelet
1. Cervicale wervelkolom (bovenste gedeelte)
- C1 tot C7
- C1: atlas, C2: axis
- Lordose (holling)
- Functie: ondersteunen en bewegen van het hoofd, roteren, flexie, extensie,
latroflexie
2. Thorcale wervelkolom: (middelste gedeelte)
- T1 tot T12
- Kyfose (bolling)
- Ribben verbonden
- Functie: beschermen van vitale organen
3. Lumbale wervelkolom (onderrug)
- L1 tot L5
- Lordose
- Functie: draagt gewicht van bovenlichaam en biedt stabiliteit en flexibiliteit bij
activiteiten zoals buigen en tillen
4. Sacrale wervelkolom (bekkengebied)
- 5 vergroeide wervels = os sacrum
- Functie: verbinding tussen de wervelkolom en het bekken, biedt stabiliteit bij
zitten, draagt bij aan de krachtsoverdracht van de wervelkolom naar de heupen
5. Staartbeen= os coccygis
- 3 tot 5 vergroeide wervels
- Geen bewegingsfunctie
- Dient als bevestigingspunt voor verschillende spieren en ligamenten
- Biedt bescherming aan het ruggenmerg en wervelkanaal
Klachten in de lumbale wervelkolom (LWK)
In de lumbale regio pijnklachten invloed ADL
Diverse oorzaken: Overbelasting, zittende levensstijl, blessures, trauma, leeftijd-gerelateerde
degeneratie
Specifieke lage rugklachten: duidelijke identificeerbare oorzaak:
- Hernia
- Fractuur
- Infectie
- Tumor
Aspecifieke rugklachten: geen duidelijke anatomische of pathologische oorzaak (90% van de
gevallen)
etiologie is complex omvat meerdere factoren:
Week 9 opstart:
Trainingsprincipes:
1. Individualiteit
2. Specificiteit
3. Reversibiliteit
4. Progressieve belasting
5. Variatie
Trainingsopbouw
1. Mobiliteit en stabiliteit
2. Krachtuithoudingsvermogen
3. Hypertrofie
4. Maximaalkracht
5. Snel kracht
Bewegingseigenschappen:
,Praktijk training mobiliteit en flexibiliteit
- Mobiliteit = bewegingsuitslag binnen een gewricht
- Flexibiliteit = spierlengte rekken
Als de mobiliteit in een gewricht in orde is kan het zijn dat bepaalde spieren verkort zijn
waardoor de bewegingsuitslag niet optimaal is spieren rekken
Om een spier te rekken laar je iemand de tegenovergestelde functie van de desbetreffende
spier uitvoeren origo en insertie uit elkaar brengen
Praktijktraining stabiliteit
Samenwerking van factoren:
- Actieve stabiliteit: spieren
- Passieve stabiliteit: gewrichten, kapsels ligamenten, disci
- Neurale stabiliteit neuromusculaire aansturing, coördinatie
alle drie kunnen beperkt zijn na een trauma
Principes voor stabiliteitstraining verzwaringsprincipes
- Statisch- dynamisch
- Closed packed – loose packed position
- Wisselende ondergrond
- Steunvlak veranderen – een of twee benen
- Verschillende bewegingsrichtingen
- Dubbeltaken
- Visus
Praktijktraining kracht
Starten met krachtuithoudingsvermogen: licht/30 %, 1-3 sets, 10-15 herhalingen, uitvoering
langzaam
Gebruik maken van trainingsprincipes
Technisch juiste uitvoering juiste contractievorm en moment van contractie
Forward recruitment en vorm- en krachtsluiting
,Praktijktraining kracht – FITT factoren
Dosering van belasting
- Frequentie: aantal trainingen in de week
- Intensiteit: belasting, % van 1 RM
- Tijd: volume, aantal sets en herhalingen
- Type: Type krachtvorm en oefening
Praktijktraining sport specifiek
Sport specifieke training: een mix en combinatie van alle onderdelen die al getraind zijn,
gericht op een specifieke sport voor de client
- Welke activiteiten worden binnen de sport gevraagd
- Welke bewegingen zijn, gezien de klachten, nog het meest risicovol?
- Van welke pricipes ga je gebruik maken bij sport specifieke training?
, Week 10 – LWK
Aspecifieke rugklachten tekst:
Wervelkolom:
Wervelkolom = ruggengraat cruciaal onderdeel ban menselijk skelet
1. Cervicale wervelkolom (bovenste gedeelte)
- C1 tot C7
- C1: atlas, C2: axis
- Lordose (holling)
- Functie: ondersteunen en bewegen van het hoofd, roteren, flexie, extensie,
latroflexie
2. Thorcale wervelkolom: (middelste gedeelte)
- T1 tot T12
- Kyfose (bolling)
- Ribben verbonden
- Functie: beschermen van vitale organen
3. Lumbale wervelkolom (onderrug)
- L1 tot L5
- Lordose
- Functie: draagt gewicht van bovenlichaam en biedt stabiliteit en flexibiliteit bij
activiteiten zoals buigen en tillen
4. Sacrale wervelkolom (bekkengebied)
- 5 vergroeide wervels = os sacrum
- Functie: verbinding tussen de wervelkolom en het bekken, biedt stabiliteit bij
zitten, draagt bij aan de krachtsoverdracht van de wervelkolom naar de heupen
5. Staartbeen= os coccygis
- 3 tot 5 vergroeide wervels
- Geen bewegingsfunctie
- Dient als bevestigingspunt voor verschillende spieren en ligamenten
- Biedt bescherming aan het ruggenmerg en wervelkanaal
Klachten in de lumbale wervelkolom (LWK)
In de lumbale regio pijnklachten invloed ADL
Diverse oorzaken: Overbelasting, zittende levensstijl, blessures, trauma, leeftijd-gerelateerde
degeneratie
Specifieke lage rugklachten: duidelijke identificeerbare oorzaak:
- Hernia
- Fractuur
- Infectie
- Tumor
Aspecifieke rugklachten: geen duidelijke anatomische of pathologische oorzaak (90% van de
gevallen)
etiologie is complex omvat meerdere factoren: