Ruimtelijk beleid en planning 1 23-24
ACTUALITEITSVRAGEN op examen
Hoe wordt ruimtelijk beleid?
-visie uitwerken => waar willen we naartoe, toekomstbeeld
-verankering in wetgeving en plannen => verplichtingen zodat toekomstbeeld gerealiseerd kan
worden
-omgevingsplannen aftoetsen aan wetgeving en plannen => reglement uitschrijven
-Handhaving => Controleren of alles juist wordt gedaan (bouwpolitie)
Stad:
-geen vaste definitie
-afhankelijk van context:
- juridisch functioneel morfologisch
- Demografisch Sociaal mentaal
=concentratiepunt van economische, sociale, politieke en culturele activiteiten
1. ME (middeleeuwen): Relatie stad en ommeland
stad: handel, belastingen, rijken
Ommeland: leegte, geen belastingen (onveilig), nijverheid, herbergen, kloosters,…
=> Vroeger drugs en gevaar in ommeland, nu meer drugs in stad
Stad heeft ommeland nodig:
-water => schepen en voorraad
-bescherming
Juridisch: nederzettingen met stadsrecht (eigen bestuur en rechtspraak)
nu: stad en land gelijkwaardig
Demografisch: geen bepaald aantal inwoners + nog andere functies
Functioneel
Morfologisch
Sociaal-mentaal: stadsleven, trots op je stad, diversiteit van mensen
Wet op Stedenbouw (1962)
voorheen: regels en wetten omwille van behoefte, problemen, gebeurtenissen
ME: verbod op vervanging in baksteen en stro
17de eeuw: 1ste bouwaanvragen -> beperkt tot gevels (vooral aandacht voor esthetiek steden)
19de eeuw:
-Franse invloed, bouwen beperkt langs openbare wegen
-> start onteigening eigendomsrecht ( niet zelf meer bouwen)
-gemeentewet => bouwen langs grote en kleinere wegen
20ste eeuw: Overheid moeit zich meer
-heropbouwen na WO
=> APA verplicht (Algemeen Plan van Aanleg)
=> enkel Aarschot heeft dit gedaan, de rest niet
,Problemen
-verlinting -grondspeculatie
-Verrommeling -afname natuur
-willekeur
Nood aan integrale stedenbouwkundige visie + regels voor landelijke gebieden en dorpen
Oplossing: Wet op de Stedenbouw
Wet op de Stedenbouw 1962
-Mijlpaalwet
= de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw Nooit gekomen
-geldig voor heel België
Doel:
-ruimte beter en efficiënter ordenen Nooit gekomen
-natuur en open ruimte beschermen
-Planhiërarchie
Hogere plannen zijn toetsingskader voor lagere plannen
beëindigen van politieke willekeur (iedereen gelijk voor de wet)
Stedenbouw = esthetische aspecten, minder economie en sociaal
-specifieke regels
-algemene vergunningsplicht
-Controle (handhaving)
Uitdagingen van Wet op Stedenbouw
-afweging individueel en algemeen belang
-Veel alternatieve op wetten
Voordeel: duidelijk wat mag en wat niet mag
Nadeel: impact op vrijheid, eigendomsbezit
Plannen:
Plan => dubbele betekenis
letterlijk: kaart
Figuurlijk: idee
1. Gewestplan
-kaart en idee
-kaart met legende en tekstvoorschriften
=> samenstelling van verschillende gewestplannen (Gewest betekent hier niet een echt gewest)
-Volledig grondgebied van België
Omwendbrief 1997
-leidraad interpretatie en toepassing van Gewestplan
-doel: Gelijkheidsbeginsel, gelijkaardige behandeling van gelijkaardige gevallen (iedereen gelijk voor
de wet)
, Kleuren en tekens kennen!
Woongebieden
1. Woonfunctie
2. Handel in functie van de woonkwaliteit (bv. Bakker,
kleine supermarkt,…)
3. Dienstverlening in functie van de woonkwaliteit (bv.
Horeca, kantoren(niet hoofdzetel), bank,..)
4. Ambacht
5. Groene ruimte
6. Openbare voorzieningen
7. Toeristische voorzieningen
8. Agrarische gebieden
Woonuitbreidingsgebieden
= reservezones voor het woongebied en een instrument tot het voeren van een woonbeleid
-groepswoning bouw
Overdruk: dichtheid van bevolking
1. Woongebieden met landelijk karakter
woning en landbouw evenwaardig
2. CHE-gebieden (Culturele, historisch, Esthetische gebieden)
is het behoud wenselijk, erfgoed?,…
Afstemmen op:
1. Bestaanbaarheid met de bestemming woongebied
2. Verenigbaarheid met onmiddellijke omgeving
Industriegebieden 2. Gebieden voor milieubelastende industrieën
ACTUALITEITSVRAGEN op examen
Hoe wordt ruimtelijk beleid?
-visie uitwerken => waar willen we naartoe, toekomstbeeld
-verankering in wetgeving en plannen => verplichtingen zodat toekomstbeeld gerealiseerd kan
worden
-omgevingsplannen aftoetsen aan wetgeving en plannen => reglement uitschrijven
-Handhaving => Controleren of alles juist wordt gedaan (bouwpolitie)
Stad:
-geen vaste definitie
-afhankelijk van context:
- juridisch functioneel morfologisch
- Demografisch Sociaal mentaal
=concentratiepunt van economische, sociale, politieke en culturele activiteiten
1. ME (middeleeuwen): Relatie stad en ommeland
stad: handel, belastingen, rijken
Ommeland: leegte, geen belastingen (onveilig), nijverheid, herbergen, kloosters,…
=> Vroeger drugs en gevaar in ommeland, nu meer drugs in stad
Stad heeft ommeland nodig:
-water => schepen en voorraad
-bescherming
Juridisch: nederzettingen met stadsrecht (eigen bestuur en rechtspraak)
nu: stad en land gelijkwaardig
Demografisch: geen bepaald aantal inwoners + nog andere functies
Functioneel
Morfologisch
Sociaal-mentaal: stadsleven, trots op je stad, diversiteit van mensen
Wet op Stedenbouw (1962)
voorheen: regels en wetten omwille van behoefte, problemen, gebeurtenissen
ME: verbod op vervanging in baksteen en stro
17de eeuw: 1ste bouwaanvragen -> beperkt tot gevels (vooral aandacht voor esthetiek steden)
19de eeuw:
-Franse invloed, bouwen beperkt langs openbare wegen
-> start onteigening eigendomsrecht ( niet zelf meer bouwen)
-gemeentewet => bouwen langs grote en kleinere wegen
20ste eeuw: Overheid moeit zich meer
-heropbouwen na WO
=> APA verplicht (Algemeen Plan van Aanleg)
=> enkel Aarschot heeft dit gedaan, de rest niet
,Problemen
-verlinting -grondspeculatie
-Verrommeling -afname natuur
-willekeur
Nood aan integrale stedenbouwkundige visie + regels voor landelijke gebieden en dorpen
Oplossing: Wet op de Stedenbouw
Wet op de Stedenbouw 1962
-Mijlpaalwet
= de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw Nooit gekomen
-geldig voor heel België
Doel:
-ruimte beter en efficiënter ordenen Nooit gekomen
-natuur en open ruimte beschermen
-Planhiërarchie
Hogere plannen zijn toetsingskader voor lagere plannen
beëindigen van politieke willekeur (iedereen gelijk voor de wet)
Stedenbouw = esthetische aspecten, minder economie en sociaal
-specifieke regels
-algemene vergunningsplicht
-Controle (handhaving)
Uitdagingen van Wet op Stedenbouw
-afweging individueel en algemeen belang
-Veel alternatieve op wetten
Voordeel: duidelijk wat mag en wat niet mag
Nadeel: impact op vrijheid, eigendomsbezit
Plannen:
Plan => dubbele betekenis
letterlijk: kaart
Figuurlijk: idee
1. Gewestplan
-kaart en idee
-kaart met legende en tekstvoorschriften
=> samenstelling van verschillende gewestplannen (Gewest betekent hier niet een echt gewest)
-Volledig grondgebied van België
Omwendbrief 1997
-leidraad interpretatie en toepassing van Gewestplan
-doel: Gelijkheidsbeginsel, gelijkaardige behandeling van gelijkaardige gevallen (iedereen gelijk voor
de wet)
, Kleuren en tekens kennen!
Woongebieden
1. Woonfunctie
2. Handel in functie van de woonkwaliteit (bv. Bakker,
kleine supermarkt,…)
3. Dienstverlening in functie van de woonkwaliteit (bv.
Horeca, kantoren(niet hoofdzetel), bank,..)
4. Ambacht
5. Groene ruimte
6. Openbare voorzieningen
7. Toeristische voorzieningen
8. Agrarische gebieden
Woonuitbreidingsgebieden
= reservezones voor het woongebied en een instrument tot het voeren van een woonbeleid
-groepswoning bouw
Overdruk: dichtheid van bevolking
1. Woongebieden met landelijk karakter
woning en landbouw evenwaardig
2. CHE-gebieden (Culturele, historisch, Esthetische gebieden)
is het behoud wenselijk, erfgoed?,…
Afstemmen op:
1. Bestaanbaarheid met de bestemming woongebied
2. Verenigbaarheid met onmiddellijke omgeving
Industriegebieden 2. Gebieden voor milieubelastende industrieën
