Les 1
Eiwitten
• Meer dan 50% van de droge massa van de meeste cellen bestaat uit eiwit
• Eiwitten hebben een grote variatie aan (ruimtelijke) structuur ➔ grote verscheidenheid in
functies
Eiwitten zijn polypeptides
• Eiwitten zijn (onvertakte) polymeren gebouwd uit een set van 20 amino zuren
• Amino zuren zijn organische moleculen met een carboxyl en amino groep
• Amino zuren verschillen in hun eigenschappen door de verschillende zij-ketens➔ R groep
1
, • Peptide = kort aminozuur polymeer
• 2 amino zuren - dipeptide
• 3 amino zuren - tripeptide
• 12-20 amino zuren - oligopeptide
• Veel amino zuren – polypeptide
• Een eiwit bestaat uit 1 of meer polypeptiden
De 20 fundamentele amino zuren → Structuurformules herkennen !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Aminozuren zijn te karakteriseren op
• Synthese route
• Hydrofobiciteit
• Grootte
• Lading
• Voorkeur voor secondaire structuur
• Speciale kenmerken
→ Cysteine: vormen Cysteine bruggen
→ Proline: star / helix turn
→ Glycine: flexibel
Aminozuur synthese
• Verdeeld in structureel verwante families die meerdere biosynthese stappen delen
2
,Aminozuur als zwitterion
• Zwitterion = verbinding met zowel een positieve lading als een negatieve lading op
hetzelfde molecuul
• Aminozuren zijn ionische verbindingen
• In oplossing ladingsopbouw afhankelijk van de pH
3
, Aa 2 of meer ioniseerbare groepen → lading afh van pH
R-groep bepaald de netto lading van een eiwit
Zwitterion = dipolair ion → Kan + en – lading hebben; kan H+ opnemen en afstaan
Kation = + geladen
Anion = - geladen
Dissociatie curve van glycine (meest eenvoudige aa R=H)
4