Casus 6
Regulatie en Integratie
Leerdoelen
1. Wat is oedeem en hoe ontstaat het?
2. Basisprincipes van het lymfestelsel.
Wat is oedeem en hoe ontstaat het?
Oedeem is de aanwezigheid van overtollige vloeistof in de lichaamsweefsels. Oedeem kan zowel
intracellulair als extracellulair gebruiken.
Intracellulair oedeem
Intracellulair oedeem kan ontstaan door depressie van de metabolische systemen van de weefsels en
een gebrek aan voldoende voedingsstoffen voor de cel. Ook kan een intracellulair oedeem ontstaan
in ontstoken weefsels. Door een hoge osmolaliteit in de cel gaat water de cel in en kan water zich
ophopen in de cel.
Extracellulair oedeem
Extracellulair oedeem ontstaat als er een opstapeling van vloeistof is in extracellulaire ruimtes. Er zijn
twee oorzaken hiervoor:
Abnormaal lekken van vloeistof van het plasma naar interstitiële ruimtes
Falen van de lymfevaten bij het afvoeren van vloeistof uit interstitiële ruimte
Filtratie = K x (Pc – Pif – πc + πif)
Pc = hydrostatische druk capillair
Pif = hydrostatische druk interstitiële vloeistof
πc = colloïd osmotische druk capillair
πif = colloïd osmotische druk interstitiële vloeistof
De capillaire filtratie rate kan dus toenemen door:
Verhoogde capillaire filtratie coëfficiënt
Verhoogde capillaire hydrostatische druk
Verlaagde plasma colloïd osmotische druk
Oorzaken
Wanneer lymfevaten worden geblokkeerd, kan oedeem erg worden, doordat plasmaproteïnen niet
uit het interstitium gehaald kunnen worden. De colloïd osmotische druk in de interstitiële ruimte
wordt heel hoog, waardoor er nog meer water naar het interstitium wordt getrokken.
Een van de meest voorkomende oorzaken van oedeem is hartfalen. Het hart faalt om bloed normaal
rond te pompen van de venen naar de arteriën. Hierdoor stijgt de veneuze druk en de capillaire druk,
waardoor er meer capillaire filtratie is. Door de lage arteriële bloeddruk, daalt ook de excretie van
zout en water door de nieren. Hierdoor stijgt de bloeddruk nog meer en wordt de oedeem erger.
De meeste NaCl zwerft rond in de extracellulaire vloeistof en wordt niet opgenomen door cellen. Bij
nierziektes kan een verhoogde terugresorptie van NaCl en water zijn. Het meeste hiervan komt
terecht in interstitiële ruimtes, maar er komt ook iets in het bloed terecht. De grootste effecten
hiervan zijn het verhogen van de interstitiële vloeistof volume en hypertensie.
Regulatie en Integratie
Leerdoelen
1. Wat is oedeem en hoe ontstaat het?
2. Basisprincipes van het lymfestelsel.
Wat is oedeem en hoe ontstaat het?
Oedeem is de aanwezigheid van overtollige vloeistof in de lichaamsweefsels. Oedeem kan zowel
intracellulair als extracellulair gebruiken.
Intracellulair oedeem
Intracellulair oedeem kan ontstaan door depressie van de metabolische systemen van de weefsels en
een gebrek aan voldoende voedingsstoffen voor de cel. Ook kan een intracellulair oedeem ontstaan
in ontstoken weefsels. Door een hoge osmolaliteit in de cel gaat water de cel in en kan water zich
ophopen in de cel.
Extracellulair oedeem
Extracellulair oedeem ontstaat als er een opstapeling van vloeistof is in extracellulaire ruimtes. Er zijn
twee oorzaken hiervoor:
Abnormaal lekken van vloeistof van het plasma naar interstitiële ruimtes
Falen van de lymfevaten bij het afvoeren van vloeistof uit interstitiële ruimte
Filtratie = K x (Pc – Pif – πc + πif)
Pc = hydrostatische druk capillair
Pif = hydrostatische druk interstitiële vloeistof
πc = colloïd osmotische druk capillair
πif = colloïd osmotische druk interstitiële vloeistof
De capillaire filtratie rate kan dus toenemen door:
Verhoogde capillaire filtratie coëfficiënt
Verhoogde capillaire hydrostatische druk
Verlaagde plasma colloïd osmotische druk
Oorzaken
Wanneer lymfevaten worden geblokkeerd, kan oedeem erg worden, doordat plasmaproteïnen niet
uit het interstitium gehaald kunnen worden. De colloïd osmotische druk in de interstitiële ruimte
wordt heel hoog, waardoor er nog meer water naar het interstitium wordt getrokken.
Een van de meest voorkomende oorzaken van oedeem is hartfalen. Het hart faalt om bloed normaal
rond te pompen van de venen naar de arteriën. Hierdoor stijgt de veneuze druk en de capillaire druk,
waardoor er meer capillaire filtratie is. Door de lage arteriële bloeddruk, daalt ook de excretie van
zout en water door de nieren. Hierdoor stijgt de bloeddruk nog meer en wordt de oedeem erger.
De meeste NaCl zwerft rond in de extracellulaire vloeistof en wordt niet opgenomen door cellen. Bij
nierziektes kan een verhoogde terugresorptie van NaCl en water zijn. Het meeste hiervan komt
terecht in interstitiële ruimtes, maar er komt ook iets in het bloed terecht. De grootste effecten
hiervan zijn het verhogen van de interstitiële vloeistof volume en hypertensie.