De liberalen
De liberale partij: Doctrinairen vs.
progressisten
Belgische revolutie : resultaat samenwerking liberalen en katholieken (Unionisme)
1839 - Verdrag 24 Artikelen: politieke meningsverschillen tussen liberalen en katholieken
terug aan oppervlakte
1846: l’alliance roept eerste Congres liberalen samen
- verschillende meningen over partijprogramma
o doctrinairen ( economische macht ) : tegen elke vorm van sociale verandering
o progressisten : afschaffing van de gedifferentieerde cijns en de organisatie van
het lekenonderwijs, invoering van inkomstenbelasting, afschaffing van de
werkboekjes, reglementering van de vrouwen- en kinderarbeid en organisatie
van syndicale vrijheden
- consensus over minimaal programma
- toch werd afstand tussen doctrinairen/gematigden en progressisten/radicalen groter ->
komen jarenlang samen in gescheiden congressen
1900: verzoening tussen beide strekkingen -> doctrinairen aanvaarden het programma van
de progressisten ( afschaffing meervoudig stemrecht en invoering leerplicht )
Tot 1961 geen echte partijorganisatie
Electoraal : na invoering AES (1919): liberalen op derde plaats in partijhiërarchie
Na tweede wereldoorlog
Liberalen kwamen ontredderd uit de oorlog
Overlijden aantal belangrijke figuren
Studiecentrum Hervorming van de Staat
- onder voorzitterschap van Maurice Lippens
- pleit voor een versterking van de koninklijke macht
koningskwestie
Politiek van l’effacement: de koning werd gevraagd om zich over het behoud van de
monarchie en de nationale eenheid te bekommeren ( desnoods zijn eigen aspiraties opgeven )
,Nieuw spanningsveld: de schoolstrijd (1950-
1958)
1950
- verkiezingen volledig in het teken van de koningskwestie -> liberalen afgestraft
vanwege lauwe houding in de oppositie tegen Leopold III
- CVP / PSC absolute meerderheid
- Harmel ( PSC ) minister van onderwijs
o Wetsontwerpen die subsidiëring voor het vrij onderwijs voorzagen
o Oprichting van gemengde commissies : inspraak in het opstellen van
leerprogramma’s, oprichting rijksscholen en erkenning vrije scholen
o Antiklerikaal front van liberalen en socialisten vinden het onaanvaardbaar dat
het vrij onderwijs via de gemengde commissies inspraak in het rijksonderwijs
krijgt
1954
- regering-Van Acker
- Collard ( BSP ) minister van onderwijs
- Gemeenschappelijk antiklerikaal programma : beperking in subsidies aan katholieke
scholen, ontslag van een honderdtal niet vast benoemde leerkrachten, met een
diploma uit het vrij onderwijs, uit het officieel onderwijs
1958: Schoolpact → levensbeschouwelijke pacificatie ( in het schoolpact erkenden de
ondertekenaars de vrije keuze van het gezinshoofd en de noodzaak aan die keuze te kunnen
voldoen )
Hierna sociaal-economische én communautaire problemen meer op de voorgrond: het
schoolpact vormde het eindpunt van de klassieke BL tussen klerikalisme en antiklerikalisme
Noodzaak tot heroriëntering
1958: voorzitter Roger Motz neemt initiatief tot partijhervorming
- Hervorming van de partijstructuren
- Partij nauwer laten samenwerken met de liberale studiecentra
- Ideologische heropbloei van de partij -> ideologisch congres in 1959
- Accent verschuift van levensbeschouwelijk … naar sociaal-economisch en
communautair
1961: oprichting PVV / PLP
- Voorzitter Omer Vanaudenhove
o behoud van nationale eenheid
o steun van conservatieve elementen die het federalisme met Renardisme en zijn
uitlopers bleven beschouwen
o blind voor communautaire tegenstelling en bestrijding binnen eigen partij
- belangrijke veranderingen inzake partijorganisatie
o macht van autonome associaties en regionale federaties werd afgebouwd ten
voordele van het nationaal bestuurscomité
, o partijdiscipline en er konden tuchtstemmen aan de parlementsleden worden
opgelegd
- uitbreiding van de partij wordt actief voortgezet tot 1965: een aantal
middenstandsbewegingen werden overgehaald om naar de liberale partij over te
stappen
- 1965 grote electorale overwinning
Contestatie tegen Vanaudenhove
Einde jaren 1960
- splitsing Leuvense universiteit op agenda
- maatschappelijke transformaties: vrijere en progressievere SL
Communautaire spanningen in partij
o 1966 ‘compromis van Luik’ -> Voerstreek terug naar Luik, taalmutatieklassen in
Brussel opnieuw organiseren en mogelijkheid vrijhouden dat enkele gemeenten
rond Brussel eventueel in het tweetalige gebied op te nemen
o reactie: radicalere koers van LVV en Willemsfonds
De splitsing van de liberale partij en de
oprichting van de PVV
Eerste fase: uit elkaar vallen Brusselse Federatie
- Katalysator van de opsplitsing van de partij
- Moeilijkheden ontstonden naar aanleiding van het bepalen van de politieke lijn om de
belangen van Brussel optimaal te verdedigen
- druk van FDF
Tweede fase: breuk van de Brusselse liberalen met de nationale partijleiding
- ontstond naar aanleiding van de medewerking van de nationale partij aan de
grondwetsherziening die door regering Eyskens-Merlot/Cools werd opgestart
- die medewerking was noodzakelijk: regering beschikte niet over de vereiste 2/3 e
meerderheid
- partijcongres 1970: twee taalgroepen hebben tegengestelde mening over statuut
Brussel
- stemming in de Senaat over regeringsvoorstel tot beperking van Brussel tot de 19
gemeenten : Vlaamse liberalen stemmen voor en Franstalige liberalen stemmen tegen
- de radicale Brusselse liberalen beslissen hun samenwerking met de nationale partij op
te zeggen en een eigen PLP de la Région bruxelloise op te richten ( in 1971 kartel met
FDF bij agglomeratieraadsverkiezingen )
Derde fase: opsplitsing in twee afzonderlijke taalgroepen
- de Vlaamse en Waalse liberalen besloten, nat het opstappen van de Brusselse
liberalen, om in de toekomst afzonderlijk te beraadslagen
- 1971: herstructureringsvergadering van de Vlaamse vleugel van de PVV wordt
opgericht en een voorlopig bureau onder leiding van De Clercq werd verkozen
, - Een maand later volgt de Waalse PLP dit voorbeeld
- Een jaar later werden beide partij officieel opgericht
27 juni 1971 : oprichting van PVV met Willy De Clercq als voorlopige voorzitter
Van plp naar mr
PLPW ( Parti de la Liberté et du progrès Wallon ) (1972): beklemtonen van de Waalse regionale
belangen
PRLW ( Parti des Réformes et de la Liberté de Wallonie ) (1977): toenadering tot
Rassemblement Wallon
PRL ( Parti Reformateur Libéral ) (1979)
- hereniging met Brusselse federatie
- o.a. voorzitter Jean Gol
PRL / FDF / MCC ( mouvement des citoyens pour le changement ) (1999)
- Federatie van 3 partijen
- voorzitter PRL: Daniël Ducarme
- voorzitter federatie: Louis Michel
MR ( mouvement reformateur )(2002): aansluiting PFF (liberalen uit Duitstalig gebied)
Federale verkiezingen 2003
- goede score MR
- lid paarse regering Verhofstadt II
- Antoine Duquesne nieuwe voorzitter
Regionale verkiezingen 2004
- PS wipt MR uit regionale regeringen
- Didier Reynders nieuwe voorzitter
Gemeente- en provincieraadverkiezingen 2006: geleidelijke machtsverschuiving ten voordele
van Waalse liberalen en ten nadele van socialisten ( ter gevolge van schandalen bij de
Franstalige socialisten )
Federale verkiezingen 2007
- MR grootste partij in Waals landsgedeelte
- mislukte formatieopdracht Didier Reynders
- in Brussel: kartelpartner FDF o.l.v. Olivier Mangain
- moeilijke regeringsvorming
De liberale partij: Doctrinairen vs.
progressisten
Belgische revolutie : resultaat samenwerking liberalen en katholieken (Unionisme)
1839 - Verdrag 24 Artikelen: politieke meningsverschillen tussen liberalen en katholieken
terug aan oppervlakte
1846: l’alliance roept eerste Congres liberalen samen
- verschillende meningen over partijprogramma
o doctrinairen ( economische macht ) : tegen elke vorm van sociale verandering
o progressisten : afschaffing van de gedifferentieerde cijns en de organisatie van
het lekenonderwijs, invoering van inkomstenbelasting, afschaffing van de
werkboekjes, reglementering van de vrouwen- en kinderarbeid en organisatie
van syndicale vrijheden
- consensus over minimaal programma
- toch werd afstand tussen doctrinairen/gematigden en progressisten/radicalen groter ->
komen jarenlang samen in gescheiden congressen
1900: verzoening tussen beide strekkingen -> doctrinairen aanvaarden het programma van
de progressisten ( afschaffing meervoudig stemrecht en invoering leerplicht )
Tot 1961 geen echte partijorganisatie
Electoraal : na invoering AES (1919): liberalen op derde plaats in partijhiërarchie
Na tweede wereldoorlog
Liberalen kwamen ontredderd uit de oorlog
Overlijden aantal belangrijke figuren
Studiecentrum Hervorming van de Staat
- onder voorzitterschap van Maurice Lippens
- pleit voor een versterking van de koninklijke macht
koningskwestie
Politiek van l’effacement: de koning werd gevraagd om zich over het behoud van de
monarchie en de nationale eenheid te bekommeren ( desnoods zijn eigen aspiraties opgeven )
,Nieuw spanningsveld: de schoolstrijd (1950-
1958)
1950
- verkiezingen volledig in het teken van de koningskwestie -> liberalen afgestraft
vanwege lauwe houding in de oppositie tegen Leopold III
- CVP / PSC absolute meerderheid
- Harmel ( PSC ) minister van onderwijs
o Wetsontwerpen die subsidiëring voor het vrij onderwijs voorzagen
o Oprichting van gemengde commissies : inspraak in het opstellen van
leerprogramma’s, oprichting rijksscholen en erkenning vrije scholen
o Antiklerikaal front van liberalen en socialisten vinden het onaanvaardbaar dat
het vrij onderwijs via de gemengde commissies inspraak in het rijksonderwijs
krijgt
1954
- regering-Van Acker
- Collard ( BSP ) minister van onderwijs
- Gemeenschappelijk antiklerikaal programma : beperking in subsidies aan katholieke
scholen, ontslag van een honderdtal niet vast benoemde leerkrachten, met een
diploma uit het vrij onderwijs, uit het officieel onderwijs
1958: Schoolpact → levensbeschouwelijke pacificatie ( in het schoolpact erkenden de
ondertekenaars de vrije keuze van het gezinshoofd en de noodzaak aan die keuze te kunnen
voldoen )
Hierna sociaal-economische én communautaire problemen meer op de voorgrond: het
schoolpact vormde het eindpunt van de klassieke BL tussen klerikalisme en antiklerikalisme
Noodzaak tot heroriëntering
1958: voorzitter Roger Motz neemt initiatief tot partijhervorming
- Hervorming van de partijstructuren
- Partij nauwer laten samenwerken met de liberale studiecentra
- Ideologische heropbloei van de partij -> ideologisch congres in 1959
- Accent verschuift van levensbeschouwelijk … naar sociaal-economisch en
communautair
1961: oprichting PVV / PLP
- Voorzitter Omer Vanaudenhove
o behoud van nationale eenheid
o steun van conservatieve elementen die het federalisme met Renardisme en zijn
uitlopers bleven beschouwen
o blind voor communautaire tegenstelling en bestrijding binnen eigen partij
- belangrijke veranderingen inzake partijorganisatie
o macht van autonome associaties en regionale federaties werd afgebouwd ten
voordele van het nationaal bestuurscomité
, o partijdiscipline en er konden tuchtstemmen aan de parlementsleden worden
opgelegd
- uitbreiding van de partij wordt actief voortgezet tot 1965: een aantal
middenstandsbewegingen werden overgehaald om naar de liberale partij over te
stappen
- 1965 grote electorale overwinning
Contestatie tegen Vanaudenhove
Einde jaren 1960
- splitsing Leuvense universiteit op agenda
- maatschappelijke transformaties: vrijere en progressievere SL
Communautaire spanningen in partij
o 1966 ‘compromis van Luik’ -> Voerstreek terug naar Luik, taalmutatieklassen in
Brussel opnieuw organiseren en mogelijkheid vrijhouden dat enkele gemeenten
rond Brussel eventueel in het tweetalige gebied op te nemen
o reactie: radicalere koers van LVV en Willemsfonds
De splitsing van de liberale partij en de
oprichting van de PVV
Eerste fase: uit elkaar vallen Brusselse Federatie
- Katalysator van de opsplitsing van de partij
- Moeilijkheden ontstonden naar aanleiding van het bepalen van de politieke lijn om de
belangen van Brussel optimaal te verdedigen
- druk van FDF
Tweede fase: breuk van de Brusselse liberalen met de nationale partijleiding
- ontstond naar aanleiding van de medewerking van de nationale partij aan de
grondwetsherziening die door regering Eyskens-Merlot/Cools werd opgestart
- die medewerking was noodzakelijk: regering beschikte niet over de vereiste 2/3 e
meerderheid
- partijcongres 1970: twee taalgroepen hebben tegengestelde mening over statuut
Brussel
- stemming in de Senaat over regeringsvoorstel tot beperking van Brussel tot de 19
gemeenten : Vlaamse liberalen stemmen voor en Franstalige liberalen stemmen tegen
- de radicale Brusselse liberalen beslissen hun samenwerking met de nationale partij op
te zeggen en een eigen PLP de la Région bruxelloise op te richten ( in 1971 kartel met
FDF bij agglomeratieraadsverkiezingen )
Derde fase: opsplitsing in twee afzonderlijke taalgroepen
- de Vlaamse en Waalse liberalen besloten, nat het opstappen van de Brusselse
liberalen, om in de toekomst afzonderlijk te beraadslagen
- 1971: herstructureringsvergadering van de Vlaamse vleugel van de PVV wordt
opgericht en een voorlopig bureau onder leiding van De Clercq werd verkozen
, - Een maand later volgt de Waalse PLP dit voorbeeld
- Een jaar later werden beide partij officieel opgericht
27 juni 1971 : oprichting van PVV met Willy De Clercq als voorlopige voorzitter
Van plp naar mr
PLPW ( Parti de la Liberté et du progrès Wallon ) (1972): beklemtonen van de Waalse regionale
belangen
PRLW ( Parti des Réformes et de la Liberté de Wallonie ) (1977): toenadering tot
Rassemblement Wallon
PRL ( Parti Reformateur Libéral ) (1979)
- hereniging met Brusselse federatie
- o.a. voorzitter Jean Gol
PRL / FDF / MCC ( mouvement des citoyens pour le changement ) (1999)
- Federatie van 3 partijen
- voorzitter PRL: Daniël Ducarme
- voorzitter federatie: Louis Michel
MR ( mouvement reformateur )(2002): aansluiting PFF (liberalen uit Duitstalig gebied)
Federale verkiezingen 2003
- goede score MR
- lid paarse regering Verhofstadt II
- Antoine Duquesne nieuwe voorzitter
Regionale verkiezingen 2004
- PS wipt MR uit regionale regeringen
- Didier Reynders nieuwe voorzitter
Gemeente- en provincieraadverkiezingen 2006: geleidelijke machtsverschuiving ten voordele
van Waalse liberalen en ten nadele van socialisten ( ter gevolge van schandalen bij de
Franstalige socialisten )
Federale verkiezingen 2007
- MR grootste partij in Waals landsgedeelte
- mislukte formatieopdracht Didier Reynders
- in Brussel: kartelpartner FDF o.l.v. Olivier Mangain
- moeilijke regeringsvorming