Bedrijfseconomie hoofdstuk 31 tm 33
(Alle voorbeeld opdrachten erbij houden!)
Hoofdstuk 31: break-evenanalyse
Break-evenafzet = bij deze afzet heb je noch verlies noch winst
Kosten ->
Variabele kosten = kosten die mee variëren met productieomvang (vb. arbeid en
grondstofkosten, inkoopprijs etc.)
Proportioneel variabel -> nemen toe of af in dezelfde mate als de afzet.
Overig variabele kosten = TVK verminderd met inkoopwaarde van de omzet
Constante kosten / vaste kosten = kosten die niet mee variëren met productieomvang binnen
bepaalde grenzen.
Veranderen door wijziging capaciteit of prijswijzigingen
Wijziging capaciteit = maximale aantal goederen dat een handelsonderneming kan verkopen.
Prijswijziging = bv. Huurkosten hoger
Break-evenomzet = break-evenafzet x verkoopprijs
Dekkingsbijdrage = is om de de constante kosten te dekken, wat overblijft is winst
TDB = afzet x ( verkoopprijs x variabele kosten pp)
3 manieren BEA berekenen:
1) BEA:
TO = TK
p x q = TVK + TCK
p x q = v x q + TCK
2) Break-evenafzet (BEA) of (gewenste afzet) = C (+ TW) / p – v
p -v = dekkingsbijdrage
C = TCK
p = verkoopprijs per product
v = variabele kosten per product
3) Staat in boek (pagina 106)
Om break-evenomzet te berekenen heb je nodig:
- Brutowinstmarge als percentage van de omzet
- Variabele kosten als percentage van de omzet
- Totale constante kosten per periode
Voorbeelden 31.2 pagina 107/108 + grafieken 31.3 pagina 110/111
Hoofdstuk 32: Kosten en resultaten bij dienstverlening
Kostenberekeningen = gaat over manier van toerekenen van de kosten aan producten.
Voorcalculatie -> een raming (schatting) van de verwachte of begrote kosten.
Nacalculatie -> maken na het product gereed is, de werkelijke kosten
(Standaard)kostprijs = de som van de toegestane of standaardkosten per product.
Standaardkosten -> kosten die de onderneming noodzakelijkerwijs moet maken als de productie
onder normale omstandigheden plaatsvindt.
Kostprijs : C/N + V/B
C = totale constante standaardkosten
N = normale productie
V = totale variabele standaardkosten
B = begrote productie
Om het uurtarief te berekenen gebruik je dezelfde formule, maar dan in hoeveelheden in uren.
Uur van een vast actief -> machine-uur. Voorbeeld opdrachten (blz.117/118)
Verschillende resultaten bij variabele kosten:
(Alle voorbeeld opdrachten erbij houden!)
Hoofdstuk 31: break-evenanalyse
Break-evenafzet = bij deze afzet heb je noch verlies noch winst
Kosten ->
Variabele kosten = kosten die mee variëren met productieomvang (vb. arbeid en
grondstofkosten, inkoopprijs etc.)
Proportioneel variabel -> nemen toe of af in dezelfde mate als de afzet.
Overig variabele kosten = TVK verminderd met inkoopwaarde van de omzet
Constante kosten / vaste kosten = kosten die niet mee variëren met productieomvang binnen
bepaalde grenzen.
Veranderen door wijziging capaciteit of prijswijzigingen
Wijziging capaciteit = maximale aantal goederen dat een handelsonderneming kan verkopen.
Prijswijziging = bv. Huurkosten hoger
Break-evenomzet = break-evenafzet x verkoopprijs
Dekkingsbijdrage = is om de de constante kosten te dekken, wat overblijft is winst
TDB = afzet x ( verkoopprijs x variabele kosten pp)
3 manieren BEA berekenen:
1) BEA:
TO = TK
p x q = TVK + TCK
p x q = v x q + TCK
2) Break-evenafzet (BEA) of (gewenste afzet) = C (+ TW) / p – v
p -v = dekkingsbijdrage
C = TCK
p = verkoopprijs per product
v = variabele kosten per product
3) Staat in boek (pagina 106)
Om break-evenomzet te berekenen heb je nodig:
- Brutowinstmarge als percentage van de omzet
- Variabele kosten als percentage van de omzet
- Totale constante kosten per periode
Voorbeelden 31.2 pagina 107/108 + grafieken 31.3 pagina 110/111
Hoofdstuk 32: Kosten en resultaten bij dienstverlening
Kostenberekeningen = gaat over manier van toerekenen van de kosten aan producten.
Voorcalculatie -> een raming (schatting) van de verwachte of begrote kosten.
Nacalculatie -> maken na het product gereed is, de werkelijke kosten
(Standaard)kostprijs = de som van de toegestane of standaardkosten per product.
Standaardkosten -> kosten die de onderneming noodzakelijkerwijs moet maken als de productie
onder normale omstandigheden plaatsvindt.
Kostprijs : C/N + V/B
C = totale constante standaardkosten
N = normale productie
V = totale variabele standaardkosten
B = begrote productie
Om het uurtarief te berekenen gebruik je dezelfde formule, maar dan in hoeveelheden in uren.
Uur van een vast actief -> machine-uur. Voorbeeld opdrachten (blz.117/118)
Verschillende resultaten bij variabele kosten: