Eerstelijnspsychologie
1. INLEIDING ................................................................................................................... 3
1.1 Situering van de eerstelijnspsychologische zorg ................................................................................. 3
1.2 Karakteris<eken van eerstelijnspsychologische zorg .......................................................................... 4
1.3 Proces van eerstelijnspsychologische zorg ......................................................................................... 6
1.4 Conven<e van de eerstelijnspsychologische zorg ............................................................................... 8
1.5 Uitdagingen binnen het werkveld ...................................................................................................... 9
2. MODELLEN EERSTELIJNSPSYCHOLOGIE ..................................................................... 10
2.1 Kortdurende behandelmodellen ...................................................................................................... 10
2.2 KOP-model ...................................................................................................................................... 13
2.3 PrOP-model ..................................................................................................................................... 22
3. ASSESSMENT EN INDICATIESTELLING ........................................................................ 25
3.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 25
3.2 Criteria eerstelijnspsychologische zorg versus gespecialiseerde psychologische zorg ........................ 25
3.3 Assessment en indica<estelling via KOP-model................................................................................ 26
3.3.1 Klachten.............................................................................................................................................. 27
3.3.2 Omstandigheden ................................................................................................................................ 28
3.3.3 Persoonlijke s;jl.................................................................................................................................. 29
4. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ KINDEREN EN JONGEREN:
EMOTIEREGULATIE ........................................................................................................... 30
4.1 Transdiagnos<sche factoren ............................................................................................................ 30
4.2 Interven<es voor emo<eregula<e ................................................................................................... 31
4.3 Verdieping: emo<e-coaching ........................................................................................................... 32
4.3.1 Ra;onale ............................................................................................................................................ 32
4.3.2 Oorsprong .......................................................................................................................................... 33
4.3.3 Stappen .............................................................................................................................................. 34
5. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ KINDEREN EN JONGEREN: SOCIALE
VAARDIGHEDEN ................................................................................................................ 37
5.1 Theore<sche achtergrond ................................................................................................................ 37
5.2 Interven<es ..................................................................................................................................... 40
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 1
,5.3 Verdieping: SoVa-training ................................................................................................................ 41
5.3.1 Psycho-educa;e ................................................................................................................................. 41
5.3.2 Vaardigheidsversterkende oefeningen ............................................................................................... 43
6. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ VOLWASSENEN: SLAAPPROBLEMEN
44
6.1 Slaap ............................................................................................................................................... 44
6.2 Slaapproblemen .............................................................................................................................. 46
6.3 Verdieping: interven<e voor insomnie ............................................................................................. 47
7. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ VOLWASSENEN: ZELFBEELD ......... 53
7.1 Theore<sche achtergrond ................................................................................................................ 53
7.2 Interven<es ..................................................................................................................................... 55
7.3 Verdieping: nega<ef zelReeld behandelen ...................................................................................... 55
8. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ OUDEREN: GEDRAGSACTIVATIE ... 61
8.1 Gedragsac<va<e .............................................................................................................................. 61
8.2 Levensfase van ouderen .................................................................................................................. 66
8.3 Gedragsac<va<e bij ouderen ........................................................................................................... 67
9. DIGITAL MENTAL HEALTH .......................................................................................... 68
9.1 Introduc<e ...................................................................................................................................... 68
9.2 Uitdagingen ..................................................................................................................................... 69
10. PSYCHO-EDUCATIE EN WERKEN MET GROEPEN .................................................... 71
10.1 Psycho-educa<e .............................................................................................................................. 71
10.2 Werken met groepen ....................................................................................................................... 72
10.3 Voorbeelden van psycho-educa<e ................................................................................................... 74
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 2
, 1. Inleiding
1.1 Situering van de eerstelijnspsychologische zorg
WHO service organisa=on pyramid for an op=mal mix of services for mental health
- Hoe hoger in de piramide, hoe duurder de behandeling
- Hoe hoger in de piramide, hoe minder mensen die soort behandeling nodig hebben
o De meeste mensen zijn beholpen met basispsychologische zorg
- Hoe breder het blokje, hoe meer diensten er van die behandeling nodig zijn
o Veel mensen komen terecht in de basiszorg dus er moeten ook veel instan=es
en diensten zijn die deze behandeling aanbieden
Stepped care
- 0de lijn: zelfzorg en informele zorg
- 1ste lijn: primaire zorg van mentale gezondheidsdiensten
- 2de lijn: psychiatrische diensten in algemene ziekenhuizen en mentale
gezondheidsdiensten
- 3de lijn: lange verblijf faciliteiten en specialis=sche, psychiatrische diensten
Matched care
- De juiste hulp krijgen op de juiste plaats, op het juiste moment en door de juiste
persoon
- Je moet niet noodzakelijke elke lijn opeenvolgend doorlopen
o Je kan ook van 1ste lijn naar 3de lijn springen als je weet dat 2de lijn niet gaat
helpen
Het twee-con=nua model van Keyes
- 2 assen:
o Mentale stoornis <-> geen mentale stoornis
§ Gaat over de typische diagnos=ceerbare stoornissen
§ Vaak de enige as waar rekening mee gehouden wordt
o Goede mentale gezondheid <-> slechte mentale gezondheid
§ Gaat over de posi=eve aspecten van GGZ
§ Bv.: veerkracht, mate waarin iemand goede sociale rela=es heeR, …
- 4 kwadranten:
o Geen mentale stoornis + goede mentale gezondheid
§ Op=male groep
o Geen mentale stoornis + slechte mentale gezondheid
§ Bv.: mensen met financiële problemen
o Mentale stoornis + goede mentale gezondheid
§ Doen het goed in het leven, ondanks de symptomen
o Mentale stoornis + slechte mentale gezondheid
§ Meest kwetsbare groep
- Als je mensen wilt helpen, dan is het heel belangrijk om te kijken naar de posi=e van
die persoon op deze 2 dimensies
- Gericht op:
o Bevordering van de mentale gezondheid
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 3
, § Niet enkel de focus leggen op de psychische aandoeningen
o Preven=e van psychologische problemen
o (Vroeg)detec=e van en (vroege) psychologische interven=e bij milde tot
ma=ge psychische problemen
o Aanvullende basispsychologische zorg aanbieden naast gespecialiseerde
psychologische zorg bij erns=gere problema=eken
België
- Organisa=e van de GGZ in België is omgekeerd in vergelijking met de WHO-piramide
o Veel psychiatrische bedden en weinig ambulante zorg
- Nood aan verbreding van de basis van de piramide
o Vermaatschappelijking van de zorg
- Het public health perspec=ef
o Je moet ervoor zorgen dat je de geestelijke gezondheidszorg van iedereen in
de popula=e gaat verbeteren
o Wordt gebruikt als leidraad bij hervormingen in de GGZ
§ Werk met gezondheidsdoelstellingen en doe een systema=sche sturing
van het beleid obv data in een value based benadering
• Organisa=e van de GGZ moet gestuurd zijn vanuit data
• Zicht hebben op welke problemen het meest voorkomen in
België en hoe dit verspreid is overheen het land
§ Zet in op preven=e en vroeginterven=e
• Vooral in de categorie van kinderen en jongeren
§ Verleg de focus van 1-op-1 behandeling van psychische stoornissen
naar het creëren van een laagdrempelig groepsaanbod
§ Focus op ‘vindplaatsen’ en installeer daar adequate interven=es en
gerichte zorgtoeleiding
• Vindplaatsen = basiszorg installeren op plekken waar mensen
veel komen
o Bv.: huisdokter, school, CLB, …
• Mensen gaan sneller naar deze plekken waardoor de volgende
stap naar de GGZ kleiner wordt
§ Bestrijd ac=ef de hardnekkige mythes die echte verandering in de weg
staan
- Netwerken van hulpverlening
o Kinderen en jongeren
§ Per provincie is er een netwerk gevormd met de partners die een rol
spelen binnen de GGZ
o Volwassenen
§ Kleinere netwerken met de partners die een rol spelen binnen de GGZ
1.2 Karakteris=eken van eerstelijnspsychologische zorg
Eerstelijngspsychologie (ELP) is gericht op het verhogen van de zelfredzaamheid en
autonomie van de pa=ënt/cliënt binnen zijn of haar context en dichtbij huis. Het is een
(vroeg=jdige) klinisch psychologische begeleiding, generalis=sch én kortdurend
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 4
1. INLEIDING ................................................................................................................... 3
1.1 Situering van de eerstelijnspsychologische zorg ................................................................................. 3
1.2 Karakteris<eken van eerstelijnspsychologische zorg .......................................................................... 4
1.3 Proces van eerstelijnspsychologische zorg ......................................................................................... 6
1.4 Conven<e van de eerstelijnspsychologische zorg ............................................................................... 8
1.5 Uitdagingen binnen het werkveld ...................................................................................................... 9
2. MODELLEN EERSTELIJNSPSYCHOLOGIE ..................................................................... 10
2.1 Kortdurende behandelmodellen ...................................................................................................... 10
2.2 KOP-model ...................................................................................................................................... 13
2.3 PrOP-model ..................................................................................................................................... 22
3. ASSESSMENT EN INDICATIESTELLING ........................................................................ 25
3.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 25
3.2 Criteria eerstelijnspsychologische zorg versus gespecialiseerde psychologische zorg ........................ 25
3.3 Assessment en indica<estelling via KOP-model................................................................................ 26
3.3.1 Klachten.............................................................................................................................................. 27
3.3.2 Omstandigheden ................................................................................................................................ 28
3.3.3 Persoonlijke s;jl.................................................................................................................................. 29
4. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ KINDEREN EN JONGEREN:
EMOTIEREGULATIE ........................................................................................................... 30
4.1 Transdiagnos<sche factoren ............................................................................................................ 30
4.2 Interven<es voor emo<eregula<e ................................................................................................... 31
4.3 Verdieping: emo<e-coaching ........................................................................................................... 32
4.3.1 Ra;onale ............................................................................................................................................ 32
4.3.2 Oorsprong .......................................................................................................................................... 33
4.3.3 Stappen .............................................................................................................................................. 34
5. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ KINDEREN EN JONGEREN: SOCIALE
VAARDIGHEDEN ................................................................................................................ 37
5.1 Theore<sche achtergrond ................................................................................................................ 37
5.2 Interven<es ..................................................................................................................................... 40
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 1
,5.3 Verdieping: SoVa-training ................................................................................................................ 41
5.3.1 Psycho-educa;e ................................................................................................................................. 41
5.3.2 Vaardigheidsversterkende oefeningen ............................................................................................... 43
6. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ VOLWASSENEN: SLAAPPROBLEMEN
44
6.1 Slaap ............................................................................................................................................... 44
6.2 Slaapproblemen .............................................................................................................................. 46
6.3 Verdieping: interven<e voor insomnie ............................................................................................. 47
7. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ VOLWASSENEN: ZELFBEELD ......... 53
7.1 Theore<sche achtergrond ................................................................................................................ 53
7.2 Interven<es ..................................................................................................................................... 55
7.3 Verdieping: nega<ef zelReeld behandelen ...................................................................................... 55
8. EERSTELIJNSPSYCHOLOGISCHE INTERVENTIES BIJ OUDEREN: GEDRAGSACTIVATIE ... 61
8.1 Gedragsac<va<e .............................................................................................................................. 61
8.2 Levensfase van ouderen .................................................................................................................. 66
8.3 Gedragsac<va<e bij ouderen ........................................................................................................... 67
9. DIGITAL MENTAL HEALTH .......................................................................................... 68
9.1 Introduc<e ...................................................................................................................................... 68
9.2 Uitdagingen ..................................................................................................................................... 69
10. PSYCHO-EDUCATIE EN WERKEN MET GROEPEN .................................................... 71
10.1 Psycho-educa<e .............................................................................................................................. 71
10.2 Werken met groepen ....................................................................................................................... 72
10.3 Voorbeelden van psycho-educa<e ................................................................................................... 74
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 2
, 1. Inleiding
1.1 Situering van de eerstelijnspsychologische zorg
WHO service organisa=on pyramid for an op=mal mix of services for mental health
- Hoe hoger in de piramide, hoe duurder de behandeling
- Hoe hoger in de piramide, hoe minder mensen die soort behandeling nodig hebben
o De meeste mensen zijn beholpen met basispsychologische zorg
- Hoe breder het blokje, hoe meer diensten er van die behandeling nodig zijn
o Veel mensen komen terecht in de basiszorg dus er moeten ook veel instan=es
en diensten zijn die deze behandeling aanbieden
Stepped care
- 0de lijn: zelfzorg en informele zorg
- 1ste lijn: primaire zorg van mentale gezondheidsdiensten
- 2de lijn: psychiatrische diensten in algemene ziekenhuizen en mentale
gezondheidsdiensten
- 3de lijn: lange verblijf faciliteiten en specialis=sche, psychiatrische diensten
Matched care
- De juiste hulp krijgen op de juiste plaats, op het juiste moment en door de juiste
persoon
- Je moet niet noodzakelijke elke lijn opeenvolgend doorlopen
o Je kan ook van 1ste lijn naar 3de lijn springen als je weet dat 2de lijn niet gaat
helpen
Het twee-con=nua model van Keyes
- 2 assen:
o Mentale stoornis <-> geen mentale stoornis
§ Gaat over de typische diagnos=ceerbare stoornissen
§ Vaak de enige as waar rekening mee gehouden wordt
o Goede mentale gezondheid <-> slechte mentale gezondheid
§ Gaat over de posi=eve aspecten van GGZ
§ Bv.: veerkracht, mate waarin iemand goede sociale rela=es heeR, …
- 4 kwadranten:
o Geen mentale stoornis + goede mentale gezondheid
§ Op=male groep
o Geen mentale stoornis + slechte mentale gezondheid
§ Bv.: mensen met financiële problemen
o Mentale stoornis + goede mentale gezondheid
§ Doen het goed in het leven, ondanks de symptomen
o Mentale stoornis + slechte mentale gezondheid
§ Meest kwetsbare groep
- Als je mensen wilt helpen, dan is het heel belangrijk om te kijken naar de posi=e van
die persoon op deze 2 dimensies
- Gericht op:
o Bevordering van de mentale gezondheid
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 3
, § Niet enkel de focus leggen op de psychische aandoeningen
o Preven=e van psychologische problemen
o (Vroeg)detec=e van en (vroege) psychologische interven=e bij milde tot
ma=ge psychische problemen
o Aanvullende basispsychologische zorg aanbieden naast gespecialiseerde
psychologische zorg bij erns=gere problema=eken
België
- Organisa=e van de GGZ in België is omgekeerd in vergelijking met de WHO-piramide
o Veel psychiatrische bedden en weinig ambulante zorg
- Nood aan verbreding van de basis van de piramide
o Vermaatschappelijking van de zorg
- Het public health perspec=ef
o Je moet ervoor zorgen dat je de geestelijke gezondheidszorg van iedereen in
de popula=e gaat verbeteren
o Wordt gebruikt als leidraad bij hervormingen in de GGZ
§ Werk met gezondheidsdoelstellingen en doe een systema=sche sturing
van het beleid obv data in een value based benadering
• Organisa=e van de GGZ moet gestuurd zijn vanuit data
• Zicht hebben op welke problemen het meest voorkomen in
België en hoe dit verspreid is overheen het land
§ Zet in op preven=e en vroeginterven=e
• Vooral in de categorie van kinderen en jongeren
§ Verleg de focus van 1-op-1 behandeling van psychische stoornissen
naar het creëren van een laagdrempelig groepsaanbod
§ Focus op ‘vindplaatsen’ en installeer daar adequate interven=es en
gerichte zorgtoeleiding
• Vindplaatsen = basiszorg installeren op plekken waar mensen
veel komen
o Bv.: huisdokter, school, CLB, …
• Mensen gaan sneller naar deze plekken waardoor de volgende
stap naar de GGZ kleiner wordt
§ Bestrijd ac=ef de hardnekkige mythes die echte verandering in de weg
staan
- Netwerken van hulpverlening
o Kinderen en jongeren
§ Per provincie is er een netwerk gevormd met de partners die een rol
spelen binnen de GGZ
o Volwassenen
§ Kleinere netwerken met de partners die een rol spelen binnen de GGZ
1.2 Karakteris=eken van eerstelijnspsychologische zorg
Eerstelijngspsychologie (ELP) is gericht op het verhogen van de zelfredzaamheid en
autonomie van de pa=ënt/cliënt binnen zijn of haar context en dichtbij huis. Het is een
(vroeg=jdige) klinisch psychologische begeleiding, generalis=sch én kortdurend
Bron: lessen en powerpoints gegeven door prof. Dagmar Van Liefferinge 4