Hoofdstuk 2.4
Art. 4.6 Wet IB: aanmerkelijk belang = voor ten minste 5% van het geplaatste
aandelenkapitaal, al dan niet tezamen met partner, direct of indirect aandeelhouder. Door dit
percentage is het fiscaal neutraal ten opzichte van het indirect houden van zo’n belang dmv
een houdstervennootschap.
- Art. 4.9: meesleepregeling (objectieve uitbreiding) = als iemand een AB heeft, dan
vallen aandelen van een ander soort en winstbewijzen ook in box 2.
- Art. 4.10: meetrekregeling (subjectieve uitbreiding) = als iemand geen zelfstandig AB
heeft, maar zijn partner of bloed- of aanverwant in de rechte lijn wel, dan heeft die
persoon ook een AB = afgeleid aanmerkelijk belang.
Reguliere voordelen = voordelen die – met instandhouding van de bron – worden
getrokken uit een aanmerkelijk belang. → Vb dividend.
- Op deze voordelen worden aftrekbare kosten (kosten voor verwerving, inning en
behoud) in mindering gebracht.
- Verlies mag verrekend worden met het voorafgaande kalenderjaar en de 6 volgende
jaren.
- Als er geen AB meer is: belastingkorting (art. 4.53).
AB-houder in een buitenlandse beleggingsmaatschappij→ forfaitair voordeel van
5.39%.
- Deze hebben nultarief.
- Uitdelingsverplichting = instelling moet de uitdeelbare winst binnen acht maanden na
boekjaar uitkeren.
Er wordt uiteindelijk niet meer inkomen uit aanmerkelijk belang belast dan hetgeen in
subjectieve zin als voordeel wordt behaald, ook al leidt belastbaarheid van teruggaaf wel tot
een eerdere heffing.
Indien een teruggave van kapitaal niet als regulier voordeel in aanmerking wordt genomen,
wordt deze in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Bonusaandelen =bonusaandelen ten laste van winst of reserves. → Geen regulier
voordeel, maar verkrijgingsprijs wordt op nihil gesteld, daardoor vindt bij
vervreemding toch heffing plaats.
Vervreemding = elke rechtshandeling waardoor de eigenaar van aandelen of winstbewijzen
doet overgaan vanuit zijn vermogen naar dat van een ander (verlies van de bron).
Art. 4.16: fictieve vervreemdingen die resulteren in vervreemdingsvoordeel:
● Inkoop van aandelen = verkoop van aandelen aan de onderneming zelf.
● Afkoop en inkoop van winstbewijzen door de onderneming zelf.
● Liquidatie-uitkering.
● Juridische fusie of splitsing.
● Sfeerovergang; huwelijksgoederenrecht, erfrecht.
● Inbreng door een natuurlijk persoon van aandelen of winstbewijzen in het
ondernemingsvermogen en wanneer aandelen of winstbewijzen tot het resultaat uit
Art. 4.6 Wet IB: aanmerkelijk belang = voor ten minste 5% van het geplaatste
aandelenkapitaal, al dan niet tezamen met partner, direct of indirect aandeelhouder. Door dit
percentage is het fiscaal neutraal ten opzichte van het indirect houden van zo’n belang dmv
een houdstervennootschap.
- Art. 4.9: meesleepregeling (objectieve uitbreiding) = als iemand een AB heeft, dan
vallen aandelen van een ander soort en winstbewijzen ook in box 2.
- Art. 4.10: meetrekregeling (subjectieve uitbreiding) = als iemand geen zelfstandig AB
heeft, maar zijn partner of bloed- of aanverwant in de rechte lijn wel, dan heeft die
persoon ook een AB = afgeleid aanmerkelijk belang.
Reguliere voordelen = voordelen die – met instandhouding van de bron – worden
getrokken uit een aanmerkelijk belang. → Vb dividend.
- Op deze voordelen worden aftrekbare kosten (kosten voor verwerving, inning en
behoud) in mindering gebracht.
- Verlies mag verrekend worden met het voorafgaande kalenderjaar en de 6 volgende
jaren.
- Als er geen AB meer is: belastingkorting (art. 4.53).
AB-houder in een buitenlandse beleggingsmaatschappij→ forfaitair voordeel van
5.39%.
- Deze hebben nultarief.
- Uitdelingsverplichting = instelling moet de uitdeelbare winst binnen acht maanden na
boekjaar uitkeren.
Er wordt uiteindelijk niet meer inkomen uit aanmerkelijk belang belast dan hetgeen in
subjectieve zin als voordeel wordt behaald, ook al leidt belastbaarheid van teruggaaf wel tot
een eerdere heffing.
Indien een teruggave van kapitaal niet als regulier voordeel in aanmerking wordt genomen,
wordt deze in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Bonusaandelen =bonusaandelen ten laste van winst of reserves. → Geen regulier
voordeel, maar verkrijgingsprijs wordt op nihil gesteld, daardoor vindt bij
vervreemding toch heffing plaats.
Vervreemding = elke rechtshandeling waardoor de eigenaar van aandelen of winstbewijzen
doet overgaan vanuit zijn vermogen naar dat van een ander (verlies van de bron).
Art. 4.16: fictieve vervreemdingen die resulteren in vervreemdingsvoordeel:
● Inkoop van aandelen = verkoop van aandelen aan de onderneming zelf.
● Afkoop en inkoop van winstbewijzen door de onderneming zelf.
● Liquidatie-uitkering.
● Juridische fusie of splitsing.
● Sfeerovergang; huwelijksgoederenrecht, erfrecht.
● Inbreng door een natuurlijk persoon van aandelen of winstbewijzen in het
ondernemingsvermogen en wanneer aandelen of winstbewijzen tot het resultaat uit