Statistiek 2019-2020
College 1
Wat is statistiek?
Statistiek wordt gezien als de wetenschap die zich bezighoudt met het verzamelen, bewerken,
interpreteren en presenteren van kwantitatieve gegevens.
Er zijn verschillende soorten statistiek, zoals beschrijvende statistiek, kansberekening en toetsende
oftewel inferentiële statistiek
Fasen in onderzoek
1. Ontwerpen
2. Verzamelen
3. Analyseren
4. Evalueren
Dit is een cyclus. Het houdt in dat het elkaar opvolgd.
Basisbegrippen
• Variabele: een element dat een bepaalde waarde aan kan nemen, zoals:
o Geslacht: man, vrouw
o Opleiding: MBO, HBO, WO
o IQ: gemiddeld 100
o Leeftijd: 0-100
Variabele Waarde Numeriek? Meetniveau
Geslacht Man/Vrouw Nee Nominaal
Opleidingsniveau Havo/VWO/WO/HBO Nee Ordinaal
IQ 0 - 300 Ja Interval
Leeftijd 0 - 115 Ja Ratio
• Nominaal: variabelen met een nominaal meetniveau zijn opgebouwd uit losse categorieën.
Met nominale variabelen kan niet gerekend worden. Voorbeelden van nominale variabelen
zijn bijvoorbeeld geslacht of politieke keuze.
• Ordinaal: variabelen met een ordinaal meetniveau bevatten een bepaalde rangorde. Dit kan
zijn de mening van ‘helemaal mee eens tot helemaal mee oneens’, het opleidingsniveau,
verschillende rangen op de werkvloer.
• Interval: met variabelen met een interval meetniveau kan je rekenen. Deze zijn numeriek.
Hierbij zijn de intervallen tussen twee categorieën gelijk. Intervalvariabelen zijn bijvoorbeeld
IQ en temperatuur. Dit zijn door de mens bedachte schalen aan de hand waarvan gerekend
wordt. Er is dus geen natuurlijk nulpunt. Daarom zijn berekeningen niet betekenisvol, omdat
het aan de hand van zelfbedachte schalen gedaan wordt.
• Ratio: ratiovariabelen zijn ook numeriek. Er kan mee gerekend worden, wat inhoudt dat het
kwantitatieve gegevens zijn. Ze beschikken over een natuurlijk nulpunt en over
betekenisvolle verhoudingen. Bij berekeningen blijft de verhouding gelijk.
Meetniveau’s
Een meetniveau is de aard (het type) van een antwoordschaal. Het meetniveau heeft aan in welke
mate je de waarden die je aan de categorieën zijn toegekend, kunt gebruiken om er mee te rekenen.
Er zijn vier meetniveau’s: nominaal, ordinaal, interval, ratio
, Meetniveau’s – 2 vragen
Meetniveau’s en kenmerken
Frequentieverdelingen
Je laat zien welke kenmerken gemeten zijn, hoeveel geldige waarnemingen er zijn en hoeveel
waarnemingen per categorie.
• Absolute frequentie (aantal in getallen)
• Relatieve frequentie (aantal in %)
• Geldige frequentie (aantal % van de ingevulde data)
• Cumulatieve frequentie (aantal % doorgeteld)
Diagrammen
Grafieken en diagrammen worden gebruikt om in één oogopslag een overzicht van een kenmerk te
krijgen
Er zijn verschillende grafieken of diagrammen, zoals:
• Cirkel
• Staaf
• Histogram
• Lijngrafiek
• Boxdiagram
• Spreidingsdiagram
College 1
Wat is statistiek?
Statistiek wordt gezien als de wetenschap die zich bezighoudt met het verzamelen, bewerken,
interpreteren en presenteren van kwantitatieve gegevens.
Er zijn verschillende soorten statistiek, zoals beschrijvende statistiek, kansberekening en toetsende
oftewel inferentiële statistiek
Fasen in onderzoek
1. Ontwerpen
2. Verzamelen
3. Analyseren
4. Evalueren
Dit is een cyclus. Het houdt in dat het elkaar opvolgd.
Basisbegrippen
• Variabele: een element dat een bepaalde waarde aan kan nemen, zoals:
o Geslacht: man, vrouw
o Opleiding: MBO, HBO, WO
o IQ: gemiddeld 100
o Leeftijd: 0-100
Variabele Waarde Numeriek? Meetniveau
Geslacht Man/Vrouw Nee Nominaal
Opleidingsniveau Havo/VWO/WO/HBO Nee Ordinaal
IQ 0 - 300 Ja Interval
Leeftijd 0 - 115 Ja Ratio
• Nominaal: variabelen met een nominaal meetniveau zijn opgebouwd uit losse categorieën.
Met nominale variabelen kan niet gerekend worden. Voorbeelden van nominale variabelen
zijn bijvoorbeeld geslacht of politieke keuze.
• Ordinaal: variabelen met een ordinaal meetniveau bevatten een bepaalde rangorde. Dit kan
zijn de mening van ‘helemaal mee eens tot helemaal mee oneens’, het opleidingsniveau,
verschillende rangen op de werkvloer.
• Interval: met variabelen met een interval meetniveau kan je rekenen. Deze zijn numeriek.
Hierbij zijn de intervallen tussen twee categorieën gelijk. Intervalvariabelen zijn bijvoorbeeld
IQ en temperatuur. Dit zijn door de mens bedachte schalen aan de hand waarvan gerekend
wordt. Er is dus geen natuurlijk nulpunt. Daarom zijn berekeningen niet betekenisvol, omdat
het aan de hand van zelfbedachte schalen gedaan wordt.
• Ratio: ratiovariabelen zijn ook numeriek. Er kan mee gerekend worden, wat inhoudt dat het
kwantitatieve gegevens zijn. Ze beschikken over een natuurlijk nulpunt en over
betekenisvolle verhoudingen. Bij berekeningen blijft de verhouding gelijk.
Meetniveau’s
Een meetniveau is de aard (het type) van een antwoordschaal. Het meetniveau heeft aan in welke
mate je de waarden die je aan de categorieën zijn toegekend, kunt gebruiken om er mee te rekenen.
Er zijn vier meetniveau’s: nominaal, ordinaal, interval, ratio
, Meetniveau’s – 2 vragen
Meetniveau’s en kenmerken
Frequentieverdelingen
Je laat zien welke kenmerken gemeten zijn, hoeveel geldige waarnemingen er zijn en hoeveel
waarnemingen per categorie.
• Absolute frequentie (aantal in getallen)
• Relatieve frequentie (aantal in %)
• Geldige frequentie (aantal % van de ingevulde data)
• Cumulatieve frequentie (aantal % doorgeteld)
Diagrammen
Grafieken en diagrammen worden gebruikt om in één oogopslag een overzicht van een kenmerk te
krijgen
Er zijn verschillende grafieken of diagrammen, zoals:
• Cirkel
• Staaf
• Histogram
• Lijngrafiek
• Boxdiagram
• Spreidingsdiagram