1. PSYCHIATRISCHE ZIEKTELEER
LES 1A: PSYCHOPATHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK EN CL ASSIFICATIE
- DSM classificatiesysteem
- Stress-kwetsbaarheidsmodel
- Cognitief gedragstherapeutisch probleemsamenhang
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE
Psychiatrische diagnostiek gebaseerd op:
- Psychiatrisch onderzoek
- Anamnese
o Brengt de psychiatrische symptomen in kaart
o Belang heteroanamnese
- Diagnostische hulpmiddelen
o Labo
o Beeldvorming
=> vooral ter uitsluiting van somatische aandoeningen en oorzaken
DSM CLASSIFICATIESYSTEEM
DSM-5 = Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders, 5e editie
- Classificatiesysteem waarin syndromen beschreven worden
o Geen diagnostisch systeem!
o Samenhangend geheel van klachten en symptomen
- Is niet hetzelfde als ‘ziekte’
o Ziekte: pathogenese en etiologie van de aandoening zijn gekend
WAT IS HET?
- Standaard classificatie van psychische stoornissen uitgegeven door American Psychiatric Association
(APA)
- Toepasbaar voor verschillende situaties
o Klinische context
o Wetenschappelijk onderzoek
o Uniformiseren van diagnostiek
- Zoveel mogelijk gebaseerd op empirische gegevens en/of consensus
o Daarom: geen diagnoses als ‘Neurose’
- Voortdurend in ontwikkeling
UITGANGSPUNTEN
- Descriptieve, atheoretische benadering
- Diagnostische criteria
- Systematische beschrijving
- Diagnostische regels als info niet toereikend
- Beslisbomen voor differentiaaldiagnose
1
,CATEGORIEËN
1. Neurocognitieve stoornissen
2. Psychosespectrumstoornissen
3. Bipolaire stoornissen
4. Depressieve stoornissen
5. Angststoornissen
6. Obsessieve-compulsieve stoornissen
7. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
8. Dissociatieve stoornissen
9. Somatisch-symptoomstoornissen
10. Eetstoornissen
11. Slaap-waakstoornissen
12. Seksuele disfuncties
13. Genderdysforie
14. Drangstoornissen
15. Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
16. Persoonlijkheidsstoornissen
17. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
HET PROBLEEM MET EEN CATEGORIAAL SYSTEEM
- Categoriale diagnoses suggereren duidelijke aflijning tussen diagnoses
o Ja/nee-kwestie
▪ Scherpe cut-off die de realiteit niet altijd weergeeft
o Grijszones tussen diagnoses: ‘artefact’ diagnoses
o Doorheen de tijd verandert ziektebeeld soms
o Diagnoses gebaseerd op symptoompresentatie, niet op onderliggende etiologie
▪ (cfr ‘koorts-syndroom’)
o Afhankelijk van bijkomende symptomen ‘verspringt’ diagnose
o Houdt weinig rekening met interacties tussen probleemgebieden (bv. trauma die
kwetsbaarheid voor depressie en/of verslaving verhoogt)
PSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN ALS EEN ‘NIET DICHOTOOM CONTINUUM’
2
,VOOR- EN NADELEN VAN DSM-5
Voordelen Nadelen
Eenduidig categoriaal systeem kliniek-onderzoek Goede “face validity”, maar weinig betrouwbaar
naar onderliggende etiopathologie
Hoge betrouwbaarheid Overlap tussen de diagnoses (+artefactdiagnoses)
Gebruiksgemak Artificiële co-morbiditeit
Makkelijk te linken aan klinische besluitvorming Arbitraire grenzen tussen normaal en afwijkend
Risico op mechanische, ‘top down’ diagnoses,
oversimplificatie
VAN CATEGORIELE NAAR DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK
Bovenaan
DSM-5 → duidelijk verdeelt in verschillende categorieën
Categorisch denken wordt meer en meer verlaten (maar nog
geen waardig alternatief)
Onderaan
Bepaalde diagnosen meer op een spectrum plaatsen ipv in
aparte categorieën
➔ Bv. RDOC of HiTOP
Aparte diagnosen kunnen in elkaar overlopen:
VERSCHIL TUSSEN CLASSIFICATIE EN DIAGNOSE
- Diagnose
o Vastleggen van de oorzaak of aard van een ziekte door evaluatie van
▪ Tekens
▪ Symptomen
▪ Ondersteunende testen
- Classificatie
o Onderbrengen in categorie op basis van aan/afwezigheid van criteria
o Geen uitspraak etiologie/pathogenese
3
, DE ZOEKTOCHT NAAR BIOMERKERS VOOR DIAGNOSTIEK
Precisie psychiatrie gebruiken om naar differentieel diagnostiek te gaan!
- Leefomgevingsfactoren, cognitieve functies, beeldvorming, moleculaire biosignatuur, …
➔ Complexe interactie van al deze dingen kan leiden tot subtypen van bepaalde diagnose
➔ Op deze manier kan je ook gaan subtyperen naar wie welke behandeling nodig heeft
o Ene pt kan miss een immunotherapeutische behandeling nodig hebben bovenop een AD,
terwijl iemand anders at misschien niet nodig heeft
STRESS-KWETSBAARHEIDSMODEL
Denkkader waarbij je elke psychiatrische
aandoening kan kaderen
4
LES 1A: PSYCHOPATHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK EN CL ASSIFICATIE
- DSM classificatiesysteem
- Stress-kwetsbaarheidsmodel
- Cognitief gedragstherapeutisch probleemsamenhang
DIAGNOSTIEK EN CLASSIFICATIE
Psychiatrische diagnostiek gebaseerd op:
- Psychiatrisch onderzoek
- Anamnese
o Brengt de psychiatrische symptomen in kaart
o Belang heteroanamnese
- Diagnostische hulpmiddelen
o Labo
o Beeldvorming
=> vooral ter uitsluiting van somatische aandoeningen en oorzaken
DSM CLASSIFICATIESYSTEEM
DSM-5 = Diagnostic and Statistical Manual of mental Disorders, 5e editie
- Classificatiesysteem waarin syndromen beschreven worden
o Geen diagnostisch systeem!
o Samenhangend geheel van klachten en symptomen
- Is niet hetzelfde als ‘ziekte’
o Ziekte: pathogenese en etiologie van de aandoening zijn gekend
WAT IS HET?
- Standaard classificatie van psychische stoornissen uitgegeven door American Psychiatric Association
(APA)
- Toepasbaar voor verschillende situaties
o Klinische context
o Wetenschappelijk onderzoek
o Uniformiseren van diagnostiek
- Zoveel mogelijk gebaseerd op empirische gegevens en/of consensus
o Daarom: geen diagnoses als ‘Neurose’
- Voortdurend in ontwikkeling
UITGANGSPUNTEN
- Descriptieve, atheoretische benadering
- Diagnostische criteria
- Systematische beschrijving
- Diagnostische regels als info niet toereikend
- Beslisbomen voor differentiaaldiagnose
1
,CATEGORIEËN
1. Neurocognitieve stoornissen
2. Psychosespectrumstoornissen
3. Bipolaire stoornissen
4. Depressieve stoornissen
5. Angststoornissen
6. Obsessieve-compulsieve stoornissen
7. Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
8. Dissociatieve stoornissen
9. Somatisch-symptoomstoornissen
10. Eetstoornissen
11. Slaap-waakstoornissen
12. Seksuele disfuncties
13. Genderdysforie
14. Drangstoornissen
15. Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen
16. Persoonlijkheidsstoornissen
17. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
HET PROBLEEM MET EEN CATEGORIAAL SYSTEEM
- Categoriale diagnoses suggereren duidelijke aflijning tussen diagnoses
o Ja/nee-kwestie
▪ Scherpe cut-off die de realiteit niet altijd weergeeft
o Grijszones tussen diagnoses: ‘artefact’ diagnoses
o Doorheen de tijd verandert ziektebeeld soms
o Diagnoses gebaseerd op symptoompresentatie, niet op onderliggende etiologie
▪ (cfr ‘koorts-syndroom’)
o Afhankelijk van bijkomende symptomen ‘verspringt’ diagnose
o Houdt weinig rekening met interacties tussen probleemgebieden (bv. trauma die
kwetsbaarheid voor depressie en/of verslaving verhoogt)
PSYCHIATRISCHE AANDOENINGEN ALS EEN ‘NIET DICHOTOOM CONTINUUM’
2
,VOOR- EN NADELEN VAN DSM-5
Voordelen Nadelen
Eenduidig categoriaal systeem kliniek-onderzoek Goede “face validity”, maar weinig betrouwbaar
naar onderliggende etiopathologie
Hoge betrouwbaarheid Overlap tussen de diagnoses (+artefactdiagnoses)
Gebruiksgemak Artificiële co-morbiditeit
Makkelijk te linken aan klinische besluitvorming Arbitraire grenzen tussen normaal en afwijkend
Risico op mechanische, ‘top down’ diagnoses,
oversimplificatie
VAN CATEGORIELE NAAR DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK
Bovenaan
DSM-5 → duidelijk verdeelt in verschillende categorieën
Categorisch denken wordt meer en meer verlaten (maar nog
geen waardig alternatief)
Onderaan
Bepaalde diagnosen meer op een spectrum plaatsen ipv in
aparte categorieën
➔ Bv. RDOC of HiTOP
Aparte diagnosen kunnen in elkaar overlopen:
VERSCHIL TUSSEN CLASSIFICATIE EN DIAGNOSE
- Diagnose
o Vastleggen van de oorzaak of aard van een ziekte door evaluatie van
▪ Tekens
▪ Symptomen
▪ Ondersteunende testen
- Classificatie
o Onderbrengen in categorie op basis van aan/afwezigheid van criteria
o Geen uitspraak etiologie/pathogenese
3
, DE ZOEKTOCHT NAAR BIOMERKERS VOOR DIAGNOSTIEK
Precisie psychiatrie gebruiken om naar differentieel diagnostiek te gaan!
- Leefomgevingsfactoren, cognitieve functies, beeldvorming, moleculaire biosignatuur, …
➔ Complexe interactie van al deze dingen kan leiden tot subtypen van bepaalde diagnose
➔ Op deze manier kan je ook gaan subtyperen naar wie welke behandeling nodig heeft
o Ene pt kan miss een immunotherapeutische behandeling nodig hebben bovenop een AD,
terwijl iemand anders at misschien niet nodig heeft
STRESS-KWETSBAARHEIDSMODEL
Denkkader waarbij je elke psychiatrische
aandoening kan kaderen
4