Bedrijfseconomie E2
3. Ondernemen is samenwerken
3.1 ondernemingscultuur& organisatiestructuur
3.1.1 ondernemingscultuur
Ondernemingscultuur (= bedrijfscultuur): De manier waarop het er dagelijks aan toegaat in een
onderneming.
-> het verschil tussen je thuis voelen en met tegenzin naar je werk gaan.
-> overal anders
-> Wordt meestal doorgegeven door baas& collega’s. (Bewust& onbewust)
- Sector
- Manier waarop de onderneming gestructureerd is
- Personeel
- Stijl leidinggeven
“De cultuur v/e organisatie heeft verschillende elementen of lagen”
Waarden& grondbeginselen: vb. glimlach.
(Juiste mindset/ correct handelen)
Rituelen: bereid zijn meer te presteren dan
afgesproken.
Helden: vb. bij Apple -> Steve Jobs
Symbolen: Apple teken bv.
Dimensies:
- Duidelijkheid doelstellingen
- Wijze van besluitvorming
- Mate van integratie (interne samenwerking& communicatie)
- Managementstijl (eigen initiatieven)
- Maten van prestatiegerichtheid
- Vitaliteit v/d organisatie (dynamisch reageren)
- Beloningsstructuur
- Personeelsontwikkeling
Type ondernemingsculturen volgens Harrison:
- Machtscultuur (baas-gericht): 1 sterke leider, weinig regels, machtsspelletjes
(familiebedrijven)
- Rollencultuur (functiegericht): hiërarchie, rechten, plichten, afspraken& regels.
Rol& status> prestatie. (Grote onoverzichtelijke ondernemingen)
- Taakcultuur (resultaatgericht): matrixorganisatie, prestatiegerichtheid, weinig hiërarchie,
flexibel& dynamisch=> moeilijk te besturen.
- Persoonscultuur (mensgericht): iedereen= ster. (Advieswereld)
1
, Waarden& normen v/e sterke cultuur= verankerd
Sterke ondernemingscultuur:
- Grote betrokkenheid v/h topmanagement
- Voorbeeldfunctie v/h management
- Grote zorg voor personeelswervingsbeleid
- Grote zorg voor opleiding& training v/h personeel
- Erkenning v/h bestaan v/e belangentegenstelling
- Open communicatielijnen
Ondernemingen zijn cultuurverschillend -> Subculturen
Cultuurverandering kan nodig zijn (kan snel, meestal traag)
-> kan mislukken door bijv. de wn’ers die vasthouden aan de oude gewoonten.
3.1.2 Organisatiestructuur
Organisatiestructuur: de wijze waarop verschillende afdelingen in een organisatie (onderneming,
overheid…) gestimuleerd zijn -> hoe ze van elkaar (hiërarchisch) afhangen.
-> verdeling v/d activiteiten over afdelingen& taken v/d werknemers.
-> hulpmiddel om doelen te bereiken.
Iedere onderneming moet structureren-> juridische organisatievorm + meer
Ontwerpvariabele voor organisatiestructuur: structuur, cultuur, systemen, strategie,
managementstijl& personeel.
Organisatievormen:
- Lijnorganisatie: elke medewerker heeft 1 directe baas. Baas heeft x aantal wn’ers = de span/
control. Wel depth/ control = # lagen tussen werkvloer& directeur.
- Lijn-staforganisatie: ruimte op niveau voor gespecialiseerde staffunctie.
- Functionele organisatie
- Productgerichte organisatie
- Geografische organisatiestructuur
- Matrixorganisatie: medewerker heeft 2 bazen
- Projectorganisatie
- Netwerkorganisatie:
Organisatietypen: (positionering sturing/ macht)
- Baas-gestuurd
- Macht- en regelgestuurd
- Vraaggestuurde klantencratie
- Professiegestuurde meritocratie
=> kan veranderen
Hiërarchie: geeft rangorde weer, gebaseerd op bijvoorbeeld macht& gedrag.
Organigram: schema waarin verschillende afdelingen (departementen)& personen v/e organisatie
opgesomd worden in functie v. hun hiërarchische band.
Verticaal: horizontaal: concentrisch:
2
3. Ondernemen is samenwerken
3.1 ondernemingscultuur& organisatiestructuur
3.1.1 ondernemingscultuur
Ondernemingscultuur (= bedrijfscultuur): De manier waarop het er dagelijks aan toegaat in een
onderneming.
-> het verschil tussen je thuis voelen en met tegenzin naar je werk gaan.
-> overal anders
-> Wordt meestal doorgegeven door baas& collega’s. (Bewust& onbewust)
- Sector
- Manier waarop de onderneming gestructureerd is
- Personeel
- Stijl leidinggeven
“De cultuur v/e organisatie heeft verschillende elementen of lagen”
Waarden& grondbeginselen: vb. glimlach.
(Juiste mindset/ correct handelen)
Rituelen: bereid zijn meer te presteren dan
afgesproken.
Helden: vb. bij Apple -> Steve Jobs
Symbolen: Apple teken bv.
Dimensies:
- Duidelijkheid doelstellingen
- Wijze van besluitvorming
- Mate van integratie (interne samenwerking& communicatie)
- Managementstijl (eigen initiatieven)
- Maten van prestatiegerichtheid
- Vitaliteit v/d organisatie (dynamisch reageren)
- Beloningsstructuur
- Personeelsontwikkeling
Type ondernemingsculturen volgens Harrison:
- Machtscultuur (baas-gericht): 1 sterke leider, weinig regels, machtsspelletjes
(familiebedrijven)
- Rollencultuur (functiegericht): hiërarchie, rechten, plichten, afspraken& regels.
Rol& status> prestatie. (Grote onoverzichtelijke ondernemingen)
- Taakcultuur (resultaatgericht): matrixorganisatie, prestatiegerichtheid, weinig hiërarchie,
flexibel& dynamisch=> moeilijk te besturen.
- Persoonscultuur (mensgericht): iedereen= ster. (Advieswereld)
1
, Waarden& normen v/e sterke cultuur= verankerd
Sterke ondernemingscultuur:
- Grote betrokkenheid v/h topmanagement
- Voorbeeldfunctie v/h management
- Grote zorg voor personeelswervingsbeleid
- Grote zorg voor opleiding& training v/h personeel
- Erkenning v/h bestaan v/e belangentegenstelling
- Open communicatielijnen
Ondernemingen zijn cultuurverschillend -> Subculturen
Cultuurverandering kan nodig zijn (kan snel, meestal traag)
-> kan mislukken door bijv. de wn’ers die vasthouden aan de oude gewoonten.
3.1.2 Organisatiestructuur
Organisatiestructuur: de wijze waarop verschillende afdelingen in een organisatie (onderneming,
overheid…) gestimuleerd zijn -> hoe ze van elkaar (hiërarchisch) afhangen.
-> verdeling v/d activiteiten over afdelingen& taken v/d werknemers.
-> hulpmiddel om doelen te bereiken.
Iedere onderneming moet structureren-> juridische organisatievorm + meer
Ontwerpvariabele voor organisatiestructuur: structuur, cultuur, systemen, strategie,
managementstijl& personeel.
Organisatievormen:
- Lijnorganisatie: elke medewerker heeft 1 directe baas. Baas heeft x aantal wn’ers = de span/
control. Wel depth/ control = # lagen tussen werkvloer& directeur.
- Lijn-staforganisatie: ruimte op niveau voor gespecialiseerde staffunctie.
- Functionele organisatie
- Productgerichte organisatie
- Geografische organisatiestructuur
- Matrixorganisatie: medewerker heeft 2 bazen
- Projectorganisatie
- Netwerkorganisatie:
Organisatietypen: (positionering sturing/ macht)
- Baas-gestuurd
- Macht- en regelgestuurd
- Vraaggestuurde klantencratie
- Professiegestuurde meritocratie
=> kan veranderen
Hiërarchie: geeft rangorde weer, gebaseerd op bijvoorbeeld macht& gedrag.
Organigram: schema waarin verschillende afdelingen (departementen)& personen v/e organisatie
opgesomd worden in functie v. hun hiërarchische band.
Verticaal: horizontaal: concentrisch:
2