Systematische natuurkunde 6vwo oefentoets astrofysica

VWO 6 Hoofdstuk 11 Toets A Uitwerkingen


Opgave 1
1 Zie figuur 11.1.
Pbron
I 2
Voor de intensiteit van het ontvangen licht geldt: 4π r .
Als de intensiteit vier keer groot is, is afstand r twee keer zo klein, omdat Pbron van de zon niet
verandert.
De intensiteit van het zonlicht is meer dan vier keer zo groot geworden. Dus de afstand is
meer dan twee keer zo klein geworden.
Pbron
I
1p gebruik 4π r 2 en inzicht dat Pbron niet verandert
1p inzicht dat afstand meer dan twee keer zo klein is geworden
1p positie van komeet juist aangegeven




Figuur 11.1 Figuur 11.2

2 De intensiteit van het zonlicht op aarde is gelijk aan de zonneconstante 1,368·10 3 W m−2. Dit is
groter dan de intensiteit die Philae ontvangt. De zon staat dus dichter bij de aarde dan bij de
komeet.
De aarde beweegt in een jaar met constante snelheid om de zon. Na negen maanden heeft
de aarde drievierde deel van een cirkel afgelegd en bevindt zich dus rechtsonder de zon. Zie
figuur 11.2. De komeet staat dus dichter bij de zon dan bij de aarde.
1p opzoeken van de zonneconstante
1p rest van de uitleg
1p inzicht dat de aarde in een jaar een rondje om de zon maakt
1p aangeven positie van de aarde na negen maanden

h c
Ef 
3 Voor de fotonenergie geldt  met h = 6,6206957·10−34 J s en c = 2,99792458·108 m/s
λ = 0,140 nm = 0,140·10−9 m
6,62606957 10 34 2,99792458 108
Ef  1,4187 10  15 J.
Invullen levert 0,140 10 9
1, 4187 10 15
Ef   19
8,854 103 eV
Dit komt overeen met 1,6022 10 .
Afgerond: 8,6·103 eV
1p gebruik formule voor Ef met juiste waarde voor h en c
1p omrekenen van J naar eV



© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 3