100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Fysiologie & Pathologie Blok 3.1 (DAW)

Rating
4.0
(3)
Sold
3
Pages
28
Uploaded on
07-10-2019
Written in
2019/2020

Samenvatting van de leerstof voor endocrinologie, nieren, COPD en diabetes. Gebruikte boeken: - Anatomie en fysiologie van de mens: H8 en 11; - Pathologie en geneeskunde voor fysiotherapie: H8, 10, 12 en 13; - Medische basiskennis: H8; - Handboek diabetes mellitus: H3, 4, 5, 8, 9, 17, 18, 20 en 26.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H3, h4, h5, h8, h9, h17, h18, h20, h26
Uploaded on
October 7, 2019
Number of pages
28
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Endocrinologie
Grégoire, L et al. Anatomie en fysiologie van de mens, 4e druk. Hoofdstuk 11.1 t/m 11.8: Hormonale stelsel.

Algemene werking van hormonen
Hormonen zijn chemische boodschapperstoffen die door gespecialiseerde kliercellen worden
geproduceerd en aan het bloed worden afgegeven (interne secretie). Bij interne secretie wordt het
product altijd aan het inwendige milieu afgegeven. Ze reguleren gedurende langere tijd de activiteiten
van cellen, weefsels en organen. De meeste hormonen worden gemaakt door endocriene cellen of door
neurosecretoire cellen. Hormonen worden via het bloed door het lichaam verspreid en hebben effect op
specifieke cellen: de doelwitcellen.

Op grond van hun chemische structuur en het effect op de doelwitcel zijn er twee groepen
hormonen:
- Steroïdhormonen (vetachtige, aan cholesterol verwante stoffen): gaan de
doelwitcel en vervolgens de celkern binnen en stimuleren of remmen het
DNA in of tot de vorming van bepaalde eiwitten;
- Peptidehormonen (eiwitten): passen op een specifieke membraanreceptor in
de celmembraan en na binding reageert de cel, bijvoorbeeld door de
membraandoorlaatbaarheid te veranderen of meer of minder stoffen af
te geven.

Het handhaven van de hormoonconcentratie (hormoonspiegel) gebeurt
bijna altijd in een regelkring met negatieve terugkoppeling (feedback). Bij
negatieve terugkoppeling wordt een van de schakels in de regelkring geremd in zijn
activiteit. Het gevolg is dat de volgende schakels in de regelkring ook minder actief worden.

Het hypothalamus-hypofysesysteem
De hypothalamus bestaat maakt deel uit van de hersenstam en bestaat uit zenuwvezels, die eindigen in
de hypofyse. De hypofyse is een hormoonklier en zit met de hypofysesteel aan de hypothalamus vast. De
hypofyse bestaat gedeeltelijk uit endocrien weefsel en gedeeltelijk uit zenuwweefsel. De functies van de
hypothalamus en de hypofyse zijn nauw met elkaar verweven. Het hypothalamus-hypofysesysteem is
een voorbeeld van een belangrijke functioneel-anatomische relatie tussen het hormoonstelsel en het
zenuwstelsel.

Hypofyse
De hypofyse bestaat uit de neurohypofyse (achterkwab) en de adenohypofyse (voorkwab). De
neurohypofyse bestaat uit zenuwweefsel, ontvangt antidiuretisch hormoon (ADH) en oxytocine
van de hypothalamus en geeft deze hormonen af aan het bloed. De neurohypofyse is dus zelf
geen hormoonproducent, maar dient als doorgeefluik. Antidiuretisch hormoon of vasopressine,
werkt in op de nieren (doelwitorganen) en veroorzaakt minder wateruitscheiding door de nieren
(bloed wordt verdund).

De regelkring van ADH ziet er als volgt uit: osmosensoren in de hypothalamus registreren een te
hoge osmotische waarde van het bloed → de hypothalamus wordt gestimuleerd om ADH te
maken → via de neurohypofyse komt ADH in het bloed → de nieren scheiden minder water uit → de
osmotische waarde van het bloed daalt → osmosensoren registreren de lagere osmotische waarde → de
hypothalamus wordt geremd in de afgifte van ADH.


1

,Oxytocine doet de baarmoederwand samentrekken (weeën) bij de bevalling. Het bevordert de
contracties van het gladde spierweefsel in de melkklieren van de borsten (toeschietreflex). Bovendien
verstevigt het de band tussen moeder en kind of tussen twee geliefden en wordt in dat verband
knuffelhormoon genoemd.

De hypothalamus maakt twee typen hormonen voor de adenohypofyse: releasing hormonen (RH) die de
adenohypofyse stimuleren in de afgifte van hypofysehormonen en inhibiting hormonen (IH) die de
adenohypofyse remmen in de afgifte van hypofysehormonen.

De adenohypofyse maakt zeven verschillende hormonen. Naar hun werking worden ze in twee groepen
verdeeld:
- Glandotrope hormonen (werken in op andere hormoonklieren): de afgifte ervan gebeurt in een
regelkring, waarbij het hormoon uit de hormoonklier zorgt voor negatieve terugkoppeling van de
adenohypofyse;
- Effecthormonen: hebben direct invloed op bepaalde lichaamsfuncties.




Glandotrope hormonen
- Thyroïdstimulerend hormoon (TSH): zet de schildklier aan tot de vorming van schildklierhormonen;
- Adrenocorticotroop hormoon (ACTH): bevordert de aanmaak van corticosteroïden;
- Follikelstimulerend hormoon (FSH): stimuleert bij de vrouw de ontwikkeling van de follikels in de
eierstokken en bij de man de vorming van de zaadcellen in de zaadballen;
- Luteïniserend hormoon (LH): stimuleert bij de vrouw follikelrijping, ovulatie en de ontwikkeling van
het gele lichaam uit de lege eifollikel;
- Interstitiëlecelstimulerend hormoon (ICSH): hetzelfde hormoon als LH maar bij de man anders
genoemd, stimuleert de leydigcellen (interstitiële cellen) in de zaadballen tot aanmaak van
testosteron.


2

, Effecthormonen
- Somatrotroop hormoon (STH) ofwel groeihormoon (GH): wordt het hele leven gevormd, stimuleert
de celdeling en de celgroei in alle weefsels, nodig voor de groei tijdens de kindertijd en voor herstel
van weefsels;
- Melanocytenstimulerend hormoon (MSH): bevordert de vorming van melanine in de huid;
- Prolactine ofwel lactotroop hormoon (LTH): bevordert de ontwikkeling van melkklierweefsel
tijdens de zwangerschap en stimuleert de melkproductie tijdens de periode dat de moeder
borstvoeding geeft.

Pijnappelklier
De pijnappelklier (glandula pinealis, epifyse cerebri) ligt in de middenhersenen en produceert
melatonine. Het hormoon speelt een belangrijke rol bij het dag- en nachtritme (biologische klok) en
remt de geslachtsrijping tot de puberteit.

Schildklier
De schildklier (glandula thyroidea) is een vlindervormige klier vlak onder het
schildkraakbeen van het strottenhoofd. Het klierweefsel is voorzien van een
uitgebreid capillairnetwerk. De schildklier produceert tri-jodothyronine (T3), tetra-
jodothyronine = thyroxine (T4) en calcitonine.

T3 en T4 verschillen alleen in het aantal jodiumatomen, maar hebben dezelfde werking.
Beide hormonen stimuleren de celstofwisseling in alle lichaamscellen door de
productie te bevorderen van enzymen die bij de afbraak van glucose en vetten een
rol spelen. De hormonen stimuleren de eiwitsynthese en daarmee de celgroei. De
vorming staat onder invloed van TSH uit de adenohypofyse. In de regelkring werkt
de hogere concentratie T3 en T4 remmend op de vorming van TSH (negatieve
terugkoppeling).

Calcitonine wordt geproduceerd door groepjes endocriene cellen, de C-cellen. Calcitonine wordt
geproduceerd wanneer de concentratie calciumionen in het bloedplasma verhoogd is. Calcitonine
verlaagt de calciumconcentratie in het bloed door stimulering van calciumopname in de botten,
remming van de terugresorptie van calcium uit de voorurine en remming van calciumresorptie uit de
darm. De calcitonineproductie wordt minder zodra de calciumconcentratie in het bloed voldoende laag
is geworden. Calcitonine is een antagonist (tegenwerker) van parathormoon (PTH) uit de
bijschildklieren.

Bijschildklieren
De vier (in verhouding kleine) bijschildklieren (glandula parathyroidea) liggen dorsaal in de
schildklier verzonken. De bijschildklieren bestaan uit groepjes kliercellen, omgeven door
capillairen en bindweefsel. Ze produceren het parathormoon dat de calciumconcentratie in het
bloed verhoogt door calciumafgifte van de botten naar het bloed te stimuleren, terugresorptie
van calcium uit de voorurine te stimuleren en calciumresorptie in de dunne darm te
stimuleren.

Voor een goede werking van parathormoon is vitamine D noodzakelijk. De productie van
parathormoon wordt minder zodra de calciumconcentratie boven een bepaalde waarde is
gestegen. Parathormoon is een antagonist van calcitonine uit de schildklier.


3
$4.83
Get access to the full document:
Purchased by 3 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
4 year ago

5 year ago

6 year ago

4.0

3 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
student380624 Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
350
Member since
7 year
Number of followers
176
Documents
17
Last sold
9 months ago
Samenvattingen voor de opleiding Voeding & Diëtetiek

3.7

119 reviews

5
20
4
52
3
38
2
5
1
4

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions