1. Craquelure: De fijne scheurtjes of barstjes die zich in verouderde schilderijen ontwikkelen als
gevolg van veranderingen in temperatuur en vochtigheid in de loop van de tijd.
2. Primaire bronnen: Originale bronnen zoals documenten, manuscripten of getuigenissen
die directe informatie bevatten over een bepaalde gebeurtenis of
periode in de geschiedenis.
3. Secundaire bronnen: Werken die zijn gebaseerd op en verwijzen naar primaire bronnen,
zoals boeken, artikelen en documentaires, die analyseren en
interpreteren wat in die primaire bronnen is vastgelegd.
4. Natuurwetenschappen: Een tak van wetenschap die zich richt op het bestuderen van de
fysieke wereld en natuurlijke fenomenen, zoals biologie,
scheikunde en natuurkunde.
5. Sociale wetenschappen: Een tak van wetenschap die menselijk gedrag, samenlevingen
en culturen bestudeert, inclusief vakgebieden zoals sociologie,
psychologie en antropologie.
6. Geesteswetenschappen: Een gebied van studie dat zich bezighoudt met menselijke
cultuur, taal, geschiedenis en kunst, inclusief disciplines zoals
filosofie, literatuur en geschiedenis.
7. Postmodernisme: Een intellectuele beweging die de traditionele overtuigingen en
structuren in twijfel trekt, en vaak de nadruk legt op relativisme en de
complexiteit van menselijke ervaring.
8. Ekphrasis: Een literaire techniek waarbij een kunstwerk, meestal een schilderij of
beeldhouwwerk, in detail wordt beschreven in woorden, waardoor het tot
leven komt voor de lezer.
9. Paradigma’s: Fundamentele conceptuele kaders of modellen die worden gebruikt om
een bepaald vakgebied te begrijpen en te onderzoeken.
10. An Sich: Een term uit de filosofie die verwijst naar de inherente aard van een object of
concept, los van enige menselijke interpretatie.
11. Methodologie: De systematische benadering die wordt gebruikt om onderzoek uit te
voeren, inclusief de methoden en technieken die worden gebruikt om
gegevens te verzamelen, analyseren en interpreteren.