100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

College Aantekeningen Onderwijsleerproblemen

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
66
Geüpload op
26-07-2024
Geschreven in
2023/2024

Aantekeningen van alle colleges

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
26 juli 2024
Aantal pagina's
66
Geschreven in
2023/2024
Type
College aantekeningen
Docent(en)
?
Bevat
Alle colleges

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

College 1 – leerproblemen en leervermogen
Leren is een actief proces in het verkrijgen en behouden van kennis, zodat het
toegepast kan worden in toekomstige situaties.
- actief proces : je moet iets doen om te leren, daarvoor zijn nodig: motivatie
- kennis verkrijgen en behouden : kennis moet verwerkt worden (instructie moet
passend zijn) en het moet behouden worden (rol voor geheugen en toepassing)
Kinderen met speciale onderwijsbehoeften =
1. Kinderen die gediagnosticeerd zijn met specifieke onderwijsleerproblemen;
problemen in spreken, lezen, schrijven, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling
en gedrag
2. Kinderen die aanvullende instructie/ondersteuning krijgen om basisvaardigheden
te verbeteren (manier van kennisoverdracht past niet bij het kind)
3. Kinderen die problemen ervaren in het leren op school
Onderwijsleerproblemen =
Problemen die kinderen hebben bij het leren van de kennis en vaardigheden die zij
op school moeten verwerven -> kan heel breed zijn:
> cognitieve ontwikkeling ; lezen, schrijven, rekenen, geheugen, aandacht
> sociaal-emotionele ontwikkeling
> werkhouding en motivatie
> zintuigelijke ontwikkeling
Passend Onderwijs (doelen)
om om te gaan met kinderen met onderwijsleerproblemen
● alle kinderen krijgen een passende plek die past bij de ondersteuningsbehoefte
- kinderen komen niet langdurig thuis te zitten, omdat er geen passende plek is (nu
5000 thuiszitters)
● een kind gaat naar een gewone school als dat kan
- een kind gaat naar het speciaal onderwijs als intensieve begeleiding nodig is
● scholen hebben mogelijkheden voor onderwijsondersteuning op maat
● de kwaliteiten en onderwijsbehoefte van het kind zijn bepalend, niet de
beperkingen van het kind (maar dit is niet helemaal waar)
> dit is de theorie. In de praktijk pakt het anders uit en lukt dit niet.

,I Modellen voor ondersteuning in het onderwijs
A. Multi-tiered systems of support (MTSS)
- Response-to-intervention (RTI) -> cognitief leren gefocust
- Schoolwide positive behavior support (SWPBS/PBS) -> gedrag gefocust
MTSS




- 100% van de kinderen krijgt het basiscriterium in de klas – niveau 1 . Een groot
deel van de kinderen zijn hiermee al geholpen. Maar een deel niet.
- als een kind achter begint te lopen, gaat hij een niveau omhoog – niveau 2. In
kleine groepjes krijgt het kind hier extra hulp. Dit werkt voor een deel van de
kinderen, om er weer bij te komen (dit monitor je dmv CVM).
- als dit voor een kind nog steeds niet voldoende is (5-10% van de kinderen), gaat hij
naar niveau 3. Hier is intensieve, individuele begeleiding.
B. Handelingsgericht werken




II Leervermogen
Intelligentie – Alfred Binet
maakte de eerste intelligentietest waarmee ze onderscheid tussen kinderen konden
maken. Tussen kinderen die niet mee kunnen komen omdat ze lui/ongemotiveerd
zijn en kinderen die leerproblemen hebben (ander inhoudelijk onderwijs nodig
hebben).

,III Intelligentie
A. Definitie
er is geen eenduidige definitie van intelligentie. Maar wel bijvoorbeeld:
- het vermogen om te leren
- het vermogen om abstract te kunnen redeneren
- het totaal aan cognitieve processen, waaronder planning, informatieverwerking en
aandacht (worden nu executieve functies genoemd)
- het is in essentie adaptief gedrag: het staat voor de effectieve wijzen waarop met
de
eisen van een veranderende omgeving wordt omgegaan
Geen overeenkomst over of intelligentie bestaat uit één algemene
intelligentiefactor (g) of dat het bestaat uit verschillende, onafhankelijke cognitieve
capaciteiten.
> als je intelligentie wil testen is dit redelijk problematisch.
Bij veel definities zien we echter wel:
● de nadruk op complex redeneren/probleem oplossen
● aanpassen aan (veranderende) omgeving als centraal aspect
● nadruk op hogere cognitieve vaardigheden, metacognitie en executief functioneren
● individuele verschillen in redeneren, aanpassen en leren van ervaring
● aanpassen van informatie uit de buitenwereld aan je eigen cognitief functioneren
B. Modellen
I. Cattell-Horn Carroll (CHC-model)
= psychometrisch model (populair nu). Om tot dit model te komen, neem je heel
veel intelligentie test data bij elkaar en kijken je naar welke factoren je kunt
onderscheiden. Het is een samengesteld model van het model van Carroll en die
van Cattell-Horn.
> het aantal vaardigheden wat erin staat kan verschillen, maar meestal >8.

, Model begint met g (de algemene intelligentie factor), want dat is overkoepelend
intelligentie = stratum 3.
Stratum 2 = brede cognitieve vaardigheden ; overkoepelende vaardigheden die
naar voren komen
> fluid intelligence = het vermogen om te kunnen redeneren, problemen op te lossen
etc. Dit is de hoogste factor van stratum 2.
Hoe korter het pijltje naar g, hoe sterker de relatie met g (de algemene intelligentie
factor).
Stratum 1 = nauwe cognitieve vaardigheden. Zijn er 70 dus niet leren.
Nadelen :
-als je de factoren baseert op de testen die je al hebt, is het dus erg afhankelijk van
de inhoud van de testen die je al hebt. Dit kunnen dus hele specifieke vaardigheden
zijn, die specifiek terug slaan op één test.
-als je 70 vaardigheden gaat onderscheiden, hoe bruikbaar is dat dan nog?
II. Gardner’s multiple intelligenties




Gardner zegt dat er geen algemene factor g is. er is niet één intelligentie, er zijn
alleen maar losse intelligenties.
Model opgebouwd dmv: specifieke zaken waarin iemand uit kan blinken/die heel erg
laag/slecht kunnen zijn, terwijl de andere vaardigheden nog goed functioneren. Dat
moet dan dus een los onderdeel zijn, want het valt niet onder de rest van het
algemeen intellectueel functioneren.
Nadelen :
-hoe meet je hierin mentaal geretardeerd?
-gaat wel heel erg de breedte in, het is eigenlijk geen intelligentiemodel meer maar
een taxonomie van talenten die je kan hebben. Maar dat kunnen er dan weer veel
meer zijn dan die 8 hierboven.
-dus: maakt het niet duidelijker wat intelligentie dan is. Dit is eerder het model van
talenten.
$7.79
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
Jannaberg
2.0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
Jannaberg Universiteit Leiden
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
12
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
10
Documenten
28
Laatst verkocht
1 maand geleden

2.0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen