Nova H3
§1. IJs, water, waterdamp
Vast, vloeibaar en gasvormig
Water kan. Net als veel andere stoffen, voorkomen in drie toestanden:
· als vaste stof: ijs;
· als vloeistof: (vloeibaar) water;
- als gas: waterdamp.
deze drie toestanden worden ook wel fasen genoemd.
In het dagelijks leven is ijs iets anders dan water. Daar wordt het woord ‘water’
alleen gebruikt voor de vloeibare fase van de stof water. In de natuurkunde en
scheikunde verwijst het woord ‘water’ naar de stof water en is ijs de vaste vorm
van de stof water.
Water bestaat uit watermoleculen. Zo’n water molecuul bestaat weer uit kleinere
deeltjes: de atomen. ,Zo’n water watermolecuul bestaat uit twee
waterstofatomen (H) en één zuurstofatoom(o). molecuulformule van de stof
water is dan ook h20.
Regen, sneeuw, mist
Sneeuw, hagel en rijp bestaan uit ijs. Regen, mist en dauw bestaan uit
waterdruppels. Bij regen en dauw kun je die druppels vaak goed zien, bij mist
zijn ze microscopisch klein.
In het dagelijks leven wordt het woord ‘waterdamp’ gebruikt voor een nevel die
uit fijne druppeltjes water bestaat. In de natuur- en scheikunde is dat anders,
Daar is waterdamp geen nevel, maar een onzichtbaar gas in de Lucht om je
heen. Dit gas bestaat uit losse watermoleculen die tussen de moleculen van de
Lucht zweven . Op koude dagen kun je de lucht die je uitademt zien
condenseren. Condenseren is het veranderen van damp in vloeistof.
De fasen in het deeltjesmodel
Het is nog altijd lastig om moleculen zichtbaar te maken en te onderzoeken wat
ze doen. Maar je kunt wel proberen om je hun gedrag voor te stellen. Je maakt
dan een model van een stof. In de natuurkunde en scheikunde wordt veel gebruik
gemaakt van het deeltjesmodel. Dat een stof verschillende fasen heeft, komt
doordat de moleculen op verschillende manieren kunnen bewegen (en niet
doordat de moleculen zelf veranderen). In het model worden moleculen
weergegeven als bolletjes. Een model helpt je om iets te begrijpen en dan laat je
onbelangrijke dingen weg.
Vaste stof
In een vaste stof hebben alle moleculen een eigen, vaste plaats. Vaste plaats
heen en weer rond een gemiddelde ‘evenwichtsstand’. Een blok ijs heeft
daardoor niet alleen een vast volume, maar ook een vaste vorm.
, Vloeistof
In een vloeistof hebben de moleculen geen vaste plaats. Ze bewegen
voortdurend in alle richtingen langs elkaar heen. Doordat de moleculen niet aan
een vaste plaats gebonden zijn, heeft een water druppel geen vaste vorm. · De
moleculen blijven wel zo dicht mogelijk bij elkaar. Daardoor heeft een druppel
water wel een vast volume.
Gas
De moleculen van een gas bewegen los van elkaar. Hun onderlinge afstand is
gemiddeld erg groot. De moleculen beïnvloeden elkaar niet, behalve wanneer ze
op elkaar botsen. Een gas zoals waterdamp heeft. Daardoor geen vaste vorm en
ook geen vast volume.
Cohesie en adhesie
Moleculen van dezelfde stof trekken elkaar aan. Dat heet cohesie. Er kan ook een
aantrekkingskracht bestaan tussen moleculen van verschillende stoffen. Dat heet
adhesie.
Bij materialen die water absorberen, zoals keukenpapier en tissues, is de adhesie
tussen de watermoleculen en de moleculen van het keukenpapier groter dan de
cohesie van de watermoleculen onderling, Daardoor trekt het water in het
keukenpapier.
Waterdruppels blijven bijvoorbeeld als bolletjes op een vettig oppervlak liggen,
omdat vet en watermoleculen elkaar niet aantrekken en de watermoleculen
onderling dat wel doen.
Kristallen
Sneeuw bestaat uit ijskristallen die allerlei mooie vormen hebben. Deze
kristalstructuur is kenmerkend voor ijs. Stoffen die uit kristallen bestaan heten
kristallijne stoffen.
Dat kristallen een vaste vorm hebben, kun je verklaren met het deeltjesmodel.
Kunnen ze op een regelmatige manier “gestapeld’ worden. Zo ontstaat een
kristalrooster waarin elk molecuul een vaste plaats heeft. Kristallen kunnen
microscopisch klein zijn, maar ook centimeters groot. Metalen bestaan uit een
samenklontering van heel veel kleine kristalletjes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Eschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.