Samenvatting week 3 verdieping vennootschapsbelasting
(Renteaftrekbeperkingen)
Als je je vennootschap financiert, dan kan dit zoals gezien door middel van EV of VV. De
vergoeding die je als vennootschap betaalt voor het krijgen van geld verschilt hierin. De
vergoeding voor VV is rente en de vergoeding voor EV is dividend. Rente is een aftrekbare
kostenpost. Het is gunstiger om met VV te financieren. Wetgever is er niet blij mee omdat
het tot erosie van de Nederlandse grondslag leidt. Op allerlei manieren wordt rente
gecreëerd waarmee de fiscale winst laag gehouden wordt. Daarom zijn er in de wet een
aantal renteaftrekbeperkingen opgenomen die moet tegengaan dat rente op allerlei
manieren wordt afgetrokken.
Renteaftrekbeperkingen
Stap 1: Art. 3.8 Wet IB 2001
Allereerst moet er gekeken worden of er sprake is van eigen vermogen of van vreemd
vermogen. Rente is normaal aftrekbaar maar is er wel sprake van rente? In principe wordt er
aangesloten bij de civielrechtelijke vorm van een lening, dus indien een lening civielrechtelijk
een lening is, dan is dit fiscaalrechtelijk ook zo, tenzij er sprake is van 1 der 3 uitzonderingen
waarbij een lening (VV) geherkwalificeerd wordt naar EV (Unileverarrest). In dat geval zal de
vergoeding dus ook geen rente zijn maar fiscaal worden gezien als dividend, welke niet
aftrekbaar is.
Stap 2: Art. 8b VPB, at arm’s length
Dit gaat over de zakelijkheid van de rente. Artikel 8b VPB zegt dat je de afgesproken rente
moet corrigeren naar een zakelijke marktrente indien gelieerde partijen een rente hebben
afgesproken die afwijkt van een rente in het economische verkeer (markt). Je moet de rente
dus verzakelijken. Indien de rente in de markt 6% is maar onderling is 4% afgesproken bij een
lening aan de dochter, dan wordt de dochter voor 2% bevoordeeld en is er sprake van een
kapitaalstorting van 2% wat dus in de kapitaalsfeer belandt, en niet in de
ondernemingssfeer.
Stap 3: Art. 10-1-j VPB
Indien er rente is verschuldigd en de schuldenaar betaalt deze rente niet in contanten maar
in natura, door middel van het uitgeven van aandelen, dan zijn deze kosten niet aftrekbaar.
Ondanks het feit dat het gaat om een soort van rente, maar dan in natura, komen deze
kosten niet in aftrek van je winst, terwijl al had je het in contanten betaalt wel.
Stap 4: Art. 10a VPB
Met dit artikel heeft de wetgever winstdrainage oftewel uitholling van de grondslag willen
tegengaan. Indien rente is verschuldigd aan een verbonden lichaam, en er heeft een
‘besmette’ rechtshandeling plaatsgevonden, dan kwalificeert de lening als een 10a-lening en
is de vergoeding op deze lening niet aftrekbaar. Bij dit onderwerp zijn 5 vraagpunten van
belang die worden beantwoord aan de hand van de wet, jurisprudentie en een besluit van
de SvF.
, Stap 5: Art. 10b VPB
Geen/te lage rente + lange (of geen) looptijd bij gelieerde partijen. Indien gelieerde partijen
met elkaar overeen zijn gekomen een lening te verstrekken waarbij een looptijd van 10 jaar
of langer is bedongen, en geen rentepercentage (of een die in belangrijke mate lager (30%)
is dan zakelijk) is afgesproken, dan wordt de rente niet afgetrokken. Niet alleen de rente is
niet aftrekbaar maar ook de waardemutaties van die lening zijn niet aftrekbaar.
Stap 6: Art. 13l
Bovenmatige deelnemingsrente. Indien een vennootschap deelnemingen heeft, dan wil de
wetgever ervoor zorgen dat deze niet bovenmatig gefinancierd worden met vreemd
vermogen. Voor zover de bovenmatige deelnemingsrente boven de 750k uitkomt, is deze
niet aftrekbaar.
Gemiddelde deelnemingsschuld (VP-EV)/gemiddelde totale schulden x rentekosten
Indien de uitkomst hiervan hoger is dan 750k dan wordt hetgeen wat erboven zit niet in
aftrek gelaten. Het maakt hierbij niet uit dat de lening bij een derde is afgesloten.
Stap 7: Art. 15ad
Overnameholding. Hiermee wordt tegengegaan dat buitenlandse bedrijven een holding
oprichten om daarmee een target te kopen. Indien de holding en de target dan in de FE
verdwijnen dan kunnen ze alles onderling verrekenen. Dit wordt tegengegaan.
Stap 8: Art. 15b
Earningsstripping maatregel (ATAD1)
Art. 13l en 15ad verdwijnen en per 2019 is art. 15b ter vervanging aangetreden. Deze
bepaling is een overkoepelende renteaftrekbeperking waarbij een totaal van je winst wordt
gecorrigeerd naar de EBITDA, oftewel je gecorrigeerde belastbare winst. Hiervan mag max
maar 30% worden afgetrokken, de rest wat je dus meer hebt neem je mee naar volgend jaar.
Renteaftrekbeperking van art. 10a VPB
Artikel 10a VPB geeft een aftrekbeperking voor renten (incl. kosten en valutaresultaten) die
worden betaald aan een verbonden lichaam, waarbij de ontvanger van het geld een
besmette rechtshandeling verricht:
- Winstuitdeling of teruggaaf kapitaal aan verbonden lichaam (a)
- Kapitaalstorting in verbonden lichaam (b)
- Verwerving of uitbreiding belang in verbonden lichaam (c)
o Externe acquisitie of interne verhanging
Lid 3 geeft altijd de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren om lid 1 buiten toepassing te
stellen. Dit kan de belastingplichtige doen door:
- Aannemelijk te maken dat aan de schuld en de rechtshandeling beiden in
overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen
- Aannemelijk te maken dat over de rente bij degene die de rente ontvangt een
belasting wordt geheven die naar Nederlandse maatstaven redelijk en reëel is (10%).
o Hiertegen kan de inspecteur dan weer in gaan door te zeggen dat het alsnog
onzakelijke gronden aan te pas zijn gekomen
(Renteaftrekbeperkingen)
Als je je vennootschap financiert, dan kan dit zoals gezien door middel van EV of VV. De
vergoeding die je als vennootschap betaalt voor het krijgen van geld verschilt hierin. De
vergoeding voor VV is rente en de vergoeding voor EV is dividend. Rente is een aftrekbare
kostenpost. Het is gunstiger om met VV te financieren. Wetgever is er niet blij mee omdat
het tot erosie van de Nederlandse grondslag leidt. Op allerlei manieren wordt rente
gecreëerd waarmee de fiscale winst laag gehouden wordt. Daarom zijn er in de wet een
aantal renteaftrekbeperkingen opgenomen die moet tegengaan dat rente op allerlei
manieren wordt afgetrokken.
Renteaftrekbeperkingen
Stap 1: Art. 3.8 Wet IB 2001
Allereerst moet er gekeken worden of er sprake is van eigen vermogen of van vreemd
vermogen. Rente is normaal aftrekbaar maar is er wel sprake van rente? In principe wordt er
aangesloten bij de civielrechtelijke vorm van een lening, dus indien een lening civielrechtelijk
een lening is, dan is dit fiscaalrechtelijk ook zo, tenzij er sprake is van 1 der 3 uitzonderingen
waarbij een lening (VV) geherkwalificeerd wordt naar EV (Unileverarrest). In dat geval zal de
vergoeding dus ook geen rente zijn maar fiscaal worden gezien als dividend, welke niet
aftrekbaar is.
Stap 2: Art. 8b VPB, at arm’s length
Dit gaat over de zakelijkheid van de rente. Artikel 8b VPB zegt dat je de afgesproken rente
moet corrigeren naar een zakelijke marktrente indien gelieerde partijen een rente hebben
afgesproken die afwijkt van een rente in het economische verkeer (markt). Je moet de rente
dus verzakelijken. Indien de rente in de markt 6% is maar onderling is 4% afgesproken bij een
lening aan de dochter, dan wordt de dochter voor 2% bevoordeeld en is er sprake van een
kapitaalstorting van 2% wat dus in de kapitaalsfeer belandt, en niet in de
ondernemingssfeer.
Stap 3: Art. 10-1-j VPB
Indien er rente is verschuldigd en de schuldenaar betaalt deze rente niet in contanten maar
in natura, door middel van het uitgeven van aandelen, dan zijn deze kosten niet aftrekbaar.
Ondanks het feit dat het gaat om een soort van rente, maar dan in natura, komen deze
kosten niet in aftrek van je winst, terwijl al had je het in contanten betaalt wel.
Stap 4: Art. 10a VPB
Met dit artikel heeft de wetgever winstdrainage oftewel uitholling van de grondslag willen
tegengaan. Indien rente is verschuldigd aan een verbonden lichaam, en er heeft een
‘besmette’ rechtshandeling plaatsgevonden, dan kwalificeert de lening als een 10a-lening en
is de vergoeding op deze lening niet aftrekbaar. Bij dit onderwerp zijn 5 vraagpunten van
belang die worden beantwoord aan de hand van de wet, jurisprudentie en een besluit van
de SvF.
, Stap 5: Art. 10b VPB
Geen/te lage rente + lange (of geen) looptijd bij gelieerde partijen. Indien gelieerde partijen
met elkaar overeen zijn gekomen een lening te verstrekken waarbij een looptijd van 10 jaar
of langer is bedongen, en geen rentepercentage (of een die in belangrijke mate lager (30%)
is dan zakelijk) is afgesproken, dan wordt de rente niet afgetrokken. Niet alleen de rente is
niet aftrekbaar maar ook de waardemutaties van die lening zijn niet aftrekbaar.
Stap 6: Art. 13l
Bovenmatige deelnemingsrente. Indien een vennootschap deelnemingen heeft, dan wil de
wetgever ervoor zorgen dat deze niet bovenmatig gefinancierd worden met vreemd
vermogen. Voor zover de bovenmatige deelnemingsrente boven de 750k uitkomt, is deze
niet aftrekbaar.
Gemiddelde deelnemingsschuld (VP-EV)/gemiddelde totale schulden x rentekosten
Indien de uitkomst hiervan hoger is dan 750k dan wordt hetgeen wat erboven zit niet in
aftrek gelaten. Het maakt hierbij niet uit dat de lening bij een derde is afgesloten.
Stap 7: Art. 15ad
Overnameholding. Hiermee wordt tegengegaan dat buitenlandse bedrijven een holding
oprichten om daarmee een target te kopen. Indien de holding en de target dan in de FE
verdwijnen dan kunnen ze alles onderling verrekenen. Dit wordt tegengegaan.
Stap 8: Art. 15b
Earningsstripping maatregel (ATAD1)
Art. 13l en 15ad verdwijnen en per 2019 is art. 15b ter vervanging aangetreden. Deze
bepaling is een overkoepelende renteaftrekbeperking waarbij een totaal van je winst wordt
gecorrigeerd naar de EBITDA, oftewel je gecorrigeerde belastbare winst. Hiervan mag max
maar 30% worden afgetrokken, de rest wat je dus meer hebt neem je mee naar volgend jaar.
Renteaftrekbeperking van art. 10a VPB
Artikel 10a VPB geeft een aftrekbeperking voor renten (incl. kosten en valutaresultaten) die
worden betaald aan een verbonden lichaam, waarbij de ontvanger van het geld een
besmette rechtshandeling verricht:
- Winstuitdeling of teruggaaf kapitaal aan verbonden lichaam (a)
- Kapitaalstorting in verbonden lichaam (b)
- Verwerving of uitbreiding belang in verbonden lichaam (c)
o Externe acquisitie of interne verhanging
Lid 3 geeft altijd de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren om lid 1 buiten toepassing te
stellen. Dit kan de belastingplichtige doen door:
- Aannemelijk te maken dat aan de schuld en de rechtshandeling beiden in
overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen
- Aannemelijk te maken dat over de rente bij degene die de rente ontvangt een
belasting wordt geheven die naar Nederlandse maatstaven redelijk en reëel is (10%).
o Hiertegen kan de inspecteur dan weer in gaan door te zeggen dat het alsnog
onzakelijke gronden aan te pas zijn gekomen
