BIOLOGIE
WAAROM BIOLOGIE BINNEN SAW?
Biologie maakt indirect deel uit v/d studie v/d mens die je bij SAW ziet. Het algemeen mensbeeld dat wordt
aangehaald is ook het bio-psycho-sociaal model.
- BIO: erfelijkheidsleer, anatomie, fysiologie, neuropsychologie, medische psychologie, pathologie,…
- PSYCHO: studie van de menselijke geest en het gedrag
- SOCIO: mens in relatie tot anderen (omgeving)
è Alle drie zijn ze onlosmakelijk van elkaar en zijn ze met elkaar verbonden
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Anatomie = wetenschap v/h bestuderen van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relatie tussen
lichaamsdelen
Fysiologie = wetenschap v/h bestuderen hoe het lichaam en de verschillende onderdelen ervan werken
Neurologie = tak in medische wetenschappen die de anatomie en de ziekten v/h zenuwstelsel bestudeert
- Ziekten v/h zenuwstelsel kunnen aanleiding geven tot diverse stoornissen (taalstoornis,
geheugenstoornis,…)
- Psychiatrie: duidelijke neurobiologische invalshoek
MENS ALS BIOLOGISCH ORGANISME
Orgaanstelsels - Opgebouwd uit teminste twee organen
- Vb: bloedvatenstelsel (hart, bloed & bloedvaten)
Organen - Vervullen een bepaalde functie
- Opgebouwd uit twee of meer types weefsels die samenwerken om een
specifieke functie uit te voeren
Weefsels - Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort
- Deze cellen zijn zodanig in het weefsel gerangschikt, dat het weefsel zijn functie
kan uitoefenen
Cellen - De miljarden cellen van ons lichaam zijn heel gelijkaardig van samenstelling en
werking
- ALLE CELLEN ZIJN ONTSTAAN UIT 1 SOORT CEL, BEVRUCHTE EICEL (= ZYGOTE)
- Zo’n 200 verschillende celtypes (vb: spiercel, bindweefselcel, zenuwcel,
levercel,…) à specifieke functies
Moleculen - Alle cellen zijn opgebouwd uit moleculen!!
- = kleinste niveau van organisatie
1
,DE CEL
VERSCHILLENDE ORGAANSYSTEMEN
- Pigmentcel: de huid
- Beencel: skelet
- Spiercellen: spierstelsel
- Kliercel: endocrien stelsel
- Bloedcellen: hart en bloedvaten stelsel
- Zaadcel: voortplantingstelsel
- Zenuwcel: zenuwstelsel
WEEFSEL
- Te bestuderen onder microscoop
Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort
- Specifieke rangschikking om functie uit te oefenen
Soorten weefsels:
- Epitheeweefsel
- Steunweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
ORGANEN
- Opgebouwd uit 2 of meer weefseltypes
- Samen specifieke functie uitvoeren
ORGAANSTELSELS
- Minstens 2 organen
- Staan samen in voor functie
2
,HET ZENUWSTELSEL
WAT IS HET BELANG VAN HET ZENUWSTELSEL?
Waarnemen, denken, emoties ervaren, beslissingen nemen,…
è Levert de belangrijkste biologische basis v/h menselijk gedrag
Wat is één v/d belangrijkste ontwikkelde kenmerken van de mens?
Toename van grootte en complexiteit van de hersenen
ZENUWSTELSEL
- Zenuwstelsel bestudeert alle organen
- Zorgt samen met endocriene systeem voor het behoud van homeostase
- Zeuwstelsel & endocrien stelsel besturen beiden het lichaam, op een andere manier:
- Zenuwstelsel à regelt lichaamsactiviteiten via snelle reacties door middel van
zenuwimpulsen of zenuwprikkels
- Endocrien systeem à reageert veel trager, door middel van de vrijstelling van hormonen
MOTORIEK
- Complexe zaak
- Zenuwstelsel stuurt dit bewegingsapparaat aan
- Spieren worden pas geactiveerd na een prikkel afkomstig van het zenuwstelsel
- Letsels à tijdelijke motorische beperking teweegbrengen
- Neurologische problematiek à ‘echte’ motorische handicaps
3
, FUNCTIES VAN HET ZENUSTELSEL
Het zenuwstelsel kan verschillende taken uitvoeren dankzij 3 basisfuncties: sensoriële functies, integratieve
functies & motorische functies.
1. SENSORIËLE FUNCTIE
- Detecteren van info via receptoren
- Die prikkels naar het ruggenmerg/hersenen sturen
- Afferente zenuwen
Receptoren detecteren verschillende soorten prikkels (licht, geur, warmte,…) Sensoriële of
prikkelaanvoerende neuronen vervoeren deze informatie naar de hersenen of het ruggenmerg.
2. INTEGRATIEVE FUNCTIE
- Verwerken & bewaren van informatie
- Beslissingen nemen
Zenuwstelsel integreert zintuigelijke info door die te analyseren. Dit is de meest complexe functie v/h
zenuwstelsel. Ook alle psychologische functies gaan gepaard met integratie en dat gebeurt in het centraal
zenuwstelsel.
3. MOTORISCHE FUNCTIE
- Zorgt dat de beslissing uitgevoerd wordt via het sturen van prikkels naar de effectoren (spieren en
klieren) Na de integratie volgt een gepaste motorische respons. (vb: samentrekken van de spieren,
secretie/uitscheiden v/e klier in de organen)
- Motorische neuronen/motorneuronen vervoeren info v/h centrale zenuwstelsel naar de spieren of
klieren, die worden geprikkeld en dit kan leiden tot spiercontractie of secretie van hormonen.
- Efferente zenuwen
HET ZENUWSTELSEL: PARA- VERSUS SYMPATISCH
Sympathisch zenuwstelsel = reacties die het lichaam alert en op actie voorbereid maken
• Bepaalde processen worden geïntensifieerd
• Andere processen worden afgeremd
• Schiet in actie bij stress en opwinding
Parasympathisch zenuwstelsel = zorgt voor herstel na de werking van het sympathisch ZS
• Spijsvertering komt weer op gang
• Processen van weefselherstel
• Recuperatie en aanleggen nieuwe energiereserves
4
WAAROM BIOLOGIE BINNEN SAW?
Biologie maakt indirect deel uit v/d studie v/d mens die je bij SAW ziet. Het algemeen mensbeeld dat wordt
aangehaald is ook het bio-psycho-sociaal model.
- BIO: erfelijkheidsleer, anatomie, fysiologie, neuropsychologie, medische psychologie, pathologie,…
- PSYCHO: studie van de menselijke geest en het gedrag
- SOCIO: mens in relatie tot anderen (omgeving)
è Alle drie zijn ze onlosmakelijk van elkaar en zijn ze met elkaar verbonden
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Anatomie = wetenschap v/h bestuderen van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relatie tussen
lichaamsdelen
Fysiologie = wetenschap v/h bestuderen hoe het lichaam en de verschillende onderdelen ervan werken
Neurologie = tak in medische wetenschappen die de anatomie en de ziekten v/h zenuwstelsel bestudeert
- Ziekten v/h zenuwstelsel kunnen aanleiding geven tot diverse stoornissen (taalstoornis,
geheugenstoornis,…)
- Psychiatrie: duidelijke neurobiologische invalshoek
MENS ALS BIOLOGISCH ORGANISME
Orgaanstelsels - Opgebouwd uit teminste twee organen
- Vb: bloedvatenstelsel (hart, bloed & bloedvaten)
Organen - Vervullen een bepaalde functie
- Opgebouwd uit twee of meer types weefsels die samenwerken om een
specifieke functie uit te voeren
Weefsels - Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort
- Deze cellen zijn zodanig in het weefsel gerangschikt, dat het weefsel zijn functie
kan uitoefenen
Cellen - De miljarden cellen van ons lichaam zijn heel gelijkaardig van samenstelling en
werking
- ALLE CELLEN ZIJN ONTSTAAN UIT 1 SOORT CEL, BEVRUCHTE EICEL (= ZYGOTE)
- Zo’n 200 verschillende celtypes (vb: spiercel, bindweefselcel, zenuwcel,
levercel,…) à specifieke functies
Moleculen - Alle cellen zijn opgebouwd uit moleculen!!
- = kleinste niveau van organisatie
1
,DE CEL
VERSCHILLENDE ORGAANSYSTEMEN
- Pigmentcel: de huid
- Beencel: skelet
- Spiercellen: spierstelsel
- Kliercel: endocrien stelsel
- Bloedcellen: hart en bloedvaten stelsel
- Zaadcel: voortplantingstelsel
- Zenuwcel: zenuwstelsel
WEEFSEL
- Te bestuderen onder microscoop
Opgebouwd uit cellen van dezelfde soort
- Specifieke rangschikking om functie uit te oefenen
Soorten weefsels:
- Epitheeweefsel
- Steunweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
ORGANEN
- Opgebouwd uit 2 of meer weefseltypes
- Samen specifieke functie uitvoeren
ORGAANSTELSELS
- Minstens 2 organen
- Staan samen in voor functie
2
,HET ZENUWSTELSEL
WAT IS HET BELANG VAN HET ZENUWSTELSEL?
Waarnemen, denken, emoties ervaren, beslissingen nemen,…
è Levert de belangrijkste biologische basis v/h menselijk gedrag
Wat is één v/d belangrijkste ontwikkelde kenmerken van de mens?
Toename van grootte en complexiteit van de hersenen
ZENUWSTELSEL
- Zenuwstelsel bestudeert alle organen
- Zorgt samen met endocriene systeem voor het behoud van homeostase
- Zeuwstelsel & endocrien stelsel besturen beiden het lichaam, op een andere manier:
- Zenuwstelsel à regelt lichaamsactiviteiten via snelle reacties door middel van
zenuwimpulsen of zenuwprikkels
- Endocrien systeem à reageert veel trager, door middel van de vrijstelling van hormonen
MOTORIEK
- Complexe zaak
- Zenuwstelsel stuurt dit bewegingsapparaat aan
- Spieren worden pas geactiveerd na een prikkel afkomstig van het zenuwstelsel
- Letsels à tijdelijke motorische beperking teweegbrengen
- Neurologische problematiek à ‘echte’ motorische handicaps
3
, FUNCTIES VAN HET ZENUSTELSEL
Het zenuwstelsel kan verschillende taken uitvoeren dankzij 3 basisfuncties: sensoriële functies, integratieve
functies & motorische functies.
1. SENSORIËLE FUNCTIE
- Detecteren van info via receptoren
- Die prikkels naar het ruggenmerg/hersenen sturen
- Afferente zenuwen
Receptoren detecteren verschillende soorten prikkels (licht, geur, warmte,…) Sensoriële of
prikkelaanvoerende neuronen vervoeren deze informatie naar de hersenen of het ruggenmerg.
2. INTEGRATIEVE FUNCTIE
- Verwerken & bewaren van informatie
- Beslissingen nemen
Zenuwstelsel integreert zintuigelijke info door die te analyseren. Dit is de meest complexe functie v/h
zenuwstelsel. Ook alle psychologische functies gaan gepaard met integratie en dat gebeurt in het centraal
zenuwstelsel.
3. MOTORISCHE FUNCTIE
- Zorgt dat de beslissing uitgevoerd wordt via het sturen van prikkels naar de effectoren (spieren en
klieren) Na de integratie volgt een gepaste motorische respons. (vb: samentrekken van de spieren,
secretie/uitscheiden v/e klier in de organen)
- Motorische neuronen/motorneuronen vervoeren info v/h centrale zenuwstelsel naar de spieren of
klieren, die worden geprikkeld en dit kan leiden tot spiercontractie of secretie van hormonen.
- Efferente zenuwen
HET ZENUWSTELSEL: PARA- VERSUS SYMPATISCH
Sympathisch zenuwstelsel = reacties die het lichaam alert en op actie voorbereid maken
• Bepaalde processen worden geïntensifieerd
• Andere processen worden afgeremd
• Schiet in actie bij stress en opwinding
Parasympathisch zenuwstelsel = zorgt voor herstel na de werking van het sympathisch ZS
• Spijsvertering komt weer op gang
• Processen van weefselherstel
• Recuperatie en aanleggen nieuwe energiereserves
4