tentamen
GEOFYSICA (5%)
(8:15-9:45u)
natuurkunde hoofdstuk 6 atheneum 4
§6.1 Het inwendige van de aarde §6.2 Zwaartekrachtmetingen
Straal vd aarde (6000 km). Geofysische methoden: (1) boringen, + Valversnelling op aarde: 9,81.
welke gesteenten en mineralen zich op een bepaalde diepte bevinden - Kan verschillen doordat de aarde
duur, maar een plaats en niet diep genoeg (2) trillingen (3) seismische geen perfecte bol is en omdat ie
methoden, studie naar trilling in de aarde die vrijkomen bij draait. Aarde is pannekoek met
aardbevingen (4) magnetische methoden +oude metalen lokaliseren grotere straal bij evenaar dan bij
𝐺𝑥𝑀
AARDKORST graniet en basalt- 8 km oceanen en 32 km continenten polen. Bereken met: g= 2 .
𝑟
met continentale gegevens aarde: binas 31 en G:
platen binas 7A.
MANTEL Om dichtheidsverschil te meten
maak je met een gravimeter
2900 km en
(zwaartekracht meter) een kaart
vervormbaar (rest is
vd grootte van de g. Bepaalde
vast)
hoogte boven zeeniveau is de s
BUITENKERN 2200 tot het massamiddelpunt vd
km dik vloeibaar ijzer aarde groter > lagere g.
2𝑔ℎ
en nikkel, stromingen δghoogte= 𝑅 .
> opwekking standaard: 3,086*1o ^-6 * h
magneetveld door vrije elektronen in Fe en Ni. Stromingen kunnen
veranderen > magneetveld gevarieerd
BOUGUER-CORRECTIE
BINNENKERN vast door extreme druk
De correctie voor de
LITHOSFEER vast gesteente dat onder druk breekt - 100 km onder gravitatiekracht vh gebergte
oceanen en 400 km onder continenten, drijft op asth.feer Bepaalde hoogte bij gebergte >
rekening houden met de
ASTHENOSFEER op hoge temp makkelijk vervormen- 100 km dik
aantrekkingskracht van de
C O V E N T I E: warme gesteenten (diep in de mantel) stijgen op en ‘extra’ massa > sterker
koudere gesteenten dalen. Deze uitwisselingen en de bewegingen zorgen zwaartekracht
voor beweging vd platen in de lithosfeer waardoor de continenten δgb = 1,119 * 10^-6 * h
verplaatsen. Door de bewegingen in de lith. ontstaan er ook
mechanische spanningen. Bij het ‘ontspannen’ > aardbeving. De lith. is gcorr = gmeting- δghoogte -
vast waardoor bij vulkanisme het gesmolten gesteente alleen omhoog δgb. De correctie moet dus op
kan komen door barsten in het omringende gesteente te veroorzaken. land worden uitgevoerd
Barst dit > meetbare trilling > vulkanisme beter voorspelbaar.
GEOFYSICA (5%)
(8:15-9:45u)
natuurkunde hoofdstuk 6 atheneum 4
§6.1 Het inwendige van de aarde §6.2 Zwaartekrachtmetingen
Straal vd aarde (6000 km). Geofysische methoden: (1) boringen, + Valversnelling op aarde: 9,81.
welke gesteenten en mineralen zich op een bepaalde diepte bevinden - Kan verschillen doordat de aarde
duur, maar een plaats en niet diep genoeg (2) trillingen (3) seismische geen perfecte bol is en omdat ie
methoden, studie naar trilling in de aarde die vrijkomen bij draait. Aarde is pannekoek met
aardbevingen (4) magnetische methoden +oude metalen lokaliseren grotere straal bij evenaar dan bij
𝐺𝑥𝑀
AARDKORST graniet en basalt- 8 km oceanen en 32 km continenten polen. Bereken met: g= 2 .
𝑟
met continentale gegevens aarde: binas 31 en G:
platen binas 7A.
MANTEL Om dichtheidsverschil te meten
maak je met een gravimeter
2900 km en
(zwaartekracht meter) een kaart
vervormbaar (rest is
vd grootte van de g. Bepaalde
vast)
hoogte boven zeeniveau is de s
BUITENKERN 2200 tot het massamiddelpunt vd
km dik vloeibaar ijzer aarde groter > lagere g.
2𝑔ℎ
en nikkel, stromingen δghoogte= 𝑅 .
> opwekking standaard: 3,086*1o ^-6 * h
magneetveld door vrije elektronen in Fe en Ni. Stromingen kunnen
veranderen > magneetveld gevarieerd
BOUGUER-CORRECTIE
BINNENKERN vast door extreme druk
De correctie voor de
LITHOSFEER vast gesteente dat onder druk breekt - 100 km onder gravitatiekracht vh gebergte
oceanen en 400 km onder continenten, drijft op asth.feer Bepaalde hoogte bij gebergte >
rekening houden met de
ASTHENOSFEER op hoge temp makkelijk vervormen- 100 km dik
aantrekkingskracht van de
C O V E N T I E: warme gesteenten (diep in de mantel) stijgen op en ‘extra’ massa > sterker
koudere gesteenten dalen. Deze uitwisselingen en de bewegingen zorgen zwaartekracht
voor beweging vd platen in de lithosfeer waardoor de continenten δgb = 1,119 * 10^-6 * h
verplaatsen. Door de bewegingen in de lith. ontstaan er ook
mechanische spanningen. Bij het ‘ontspannen’ > aardbeving. De lith. is gcorr = gmeting- δghoogte -
vast waardoor bij vulkanisme het gesmolten gesteente alleen omhoog δgb. De correctie moet dus op
kan komen door barsten in het omringende gesteente te veroorzaken. land worden uitgevoerd
Barst dit > meetbare trilling > vulkanisme beter voorspelbaar.
