H9: EPIDEMIOLOGIE: BASISPRINCIPES EN
BASISBEGRIPPEN
DEFENITIE
Epidemiologie: de studie van de distributie en determinanten van ziekte,
kwetsuur of disfunctie in humane populaties
Epidemiologie was oorspronkelijk de studie van “epidemieën”, vnl. gefocust op
mortaliteit en morbiditeit t.g.v. acute infectueuze (overdraagbare)
ziektes/aandoeningen
Epidemiologen trachten diegenen te identificeren met een specifieke
aandoening, wanneer en waar deze aandoening zich ontwikkeld heeft en welke
exposures (blootstellingen) hiermee gepaard gaan
bepaalde exposure relateren aan uitkomst die in de toekomst ligt
o vb: kans op lonkanker hoger als je rookt
determinanten: factoren die ziekte bepalen
o vb: ongezonde levensstijl voor kankerincidenten
corona pandemie: goed om te bestuderen om iets uit te leren
BASISBEGRIPPEN: MORTALITEIT VS MORBIDITEIT
Mortaliteit = sterftecijfer OF aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie over
een bepaalde tijdsperiode
mortaliteit = gevolg van morbiditeit
mortaliteit vroeger veel groter; levensverwachting lager
Morbiditeit = het hebben van een bepaalde ziekte of een symptoom van die
ziekte OF aantal ziektegevallen binnen een populatie
Co-morbiditeit = het hebben van twee of meer ziektes tegelijkertijd
EPIDEMIOLOGISCHE STUDY DESIGNS
Descriptieve studies = distributie en patronen van ziektes in een populatie
heel beschrijvend
vb: prevalentie van obesitas komt voor uit descriptieve studie
Analytische studies = testen van een bepaalde hypothese
als onderzoeker start je altijd vanuit een bepaalde verwachting/hypothese
, Observationeel
Is er een verband tussen een bepaalde ‘exposure’ en gezondheidsstatus of
het optreden/voorkomen van een ziekte?
o vb: het voorkomen van longkanker bij rokers
longkanker komt meer voor bij rokers dan bij niet rokers
het risico van het ene wordt vergeleken met het risico van het
andere
Case-control/cohort studies
o cohort: ik volg een groep doorheen de tijd
o ik kan zien of bepaald kenmerk van die groep kan leiden tot een
bepaald ziekte beeld
Experimenteel (of quasi)
Is er een effect van een bepaalde interventie op gezondheidsuitkomsten?
RCT
het sterkste onderzoek dat we kunnen doen → niet altijd mogelijk
(ethische redenen)
DESCRIPTIEVE EPIDEMIOLOGIE
Persoon → wie lijdt aan de aandoening?
o mensen met bepaalde etnische achtergrond meer kans op
ontwikkeling van aandoening
vb: egyptenaren langs nijl baden in de nijl, wij zouden doodgaan
Plaats → waar is de frequentie van de aandoening het hoogst/laagst?
o vb: landen met veel luchtvervuiling, borstkanker in belgië veelvoorkomend
Timing → wanneer komt een aandoening het meest/minst frequent voor?
o vb: gedurende een bepaalde levensfase → hogere kans op ziektes
DESCRIPTIEVE EPIDEMIOLOGIE: ZIEKTE FREQUENTIE
PREVALENTIE
Prevalentie (P) = proportie v/h aantal bestaande (ziekte)gevallen in de
populatie relatief t.o.v. de totale populatie op een bepaald tijdsmoment
voorkomen van iets
Geeft een schatting van de probabiliteit (kans) dat een individu een
bepaalde ziekte heeft op een bepaald tijdsmoment
aantal bestaande (ziekte)gevallen op bepaald tijdsmoment
P=
totale ‘at-risk’ populatie
BASISBEGRIPPEN
DEFENITIE
Epidemiologie: de studie van de distributie en determinanten van ziekte,
kwetsuur of disfunctie in humane populaties
Epidemiologie was oorspronkelijk de studie van “epidemieën”, vnl. gefocust op
mortaliteit en morbiditeit t.g.v. acute infectueuze (overdraagbare)
ziektes/aandoeningen
Epidemiologen trachten diegenen te identificeren met een specifieke
aandoening, wanneer en waar deze aandoening zich ontwikkeld heeft en welke
exposures (blootstellingen) hiermee gepaard gaan
bepaalde exposure relateren aan uitkomst die in de toekomst ligt
o vb: kans op lonkanker hoger als je rookt
determinanten: factoren die ziekte bepalen
o vb: ongezonde levensstijl voor kankerincidenten
corona pandemie: goed om te bestuderen om iets uit te leren
BASISBEGRIPPEN: MORTALITEIT VS MORBIDITEIT
Mortaliteit = sterftecijfer OF aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie over
een bepaalde tijdsperiode
mortaliteit = gevolg van morbiditeit
mortaliteit vroeger veel groter; levensverwachting lager
Morbiditeit = het hebben van een bepaalde ziekte of een symptoom van die
ziekte OF aantal ziektegevallen binnen een populatie
Co-morbiditeit = het hebben van twee of meer ziektes tegelijkertijd
EPIDEMIOLOGISCHE STUDY DESIGNS
Descriptieve studies = distributie en patronen van ziektes in een populatie
heel beschrijvend
vb: prevalentie van obesitas komt voor uit descriptieve studie
Analytische studies = testen van een bepaalde hypothese
als onderzoeker start je altijd vanuit een bepaalde verwachting/hypothese
, Observationeel
Is er een verband tussen een bepaalde ‘exposure’ en gezondheidsstatus of
het optreden/voorkomen van een ziekte?
o vb: het voorkomen van longkanker bij rokers
longkanker komt meer voor bij rokers dan bij niet rokers
het risico van het ene wordt vergeleken met het risico van het
andere
Case-control/cohort studies
o cohort: ik volg een groep doorheen de tijd
o ik kan zien of bepaald kenmerk van die groep kan leiden tot een
bepaald ziekte beeld
Experimenteel (of quasi)
Is er een effect van een bepaalde interventie op gezondheidsuitkomsten?
RCT
het sterkste onderzoek dat we kunnen doen → niet altijd mogelijk
(ethische redenen)
DESCRIPTIEVE EPIDEMIOLOGIE
Persoon → wie lijdt aan de aandoening?
o mensen met bepaalde etnische achtergrond meer kans op
ontwikkeling van aandoening
vb: egyptenaren langs nijl baden in de nijl, wij zouden doodgaan
Plaats → waar is de frequentie van de aandoening het hoogst/laagst?
o vb: landen met veel luchtvervuiling, borstkanker in belgië veelvoorkomend
Timing → wanneer komt een aandoening het meest/minst frequent voor?
o vb: gedurende een bepaalde levensfase → hogere kans op ziektes
DESCRIPTIEVE EPIDEMIOLOGIE: ZIEKTE FREQUENTIE
PREVALENTIE
Prevalentie (P) = proportie v/h aantal bestaande (ziekte)gevallen in de
populatie relatief t.o.v. de totale populatie op een bepaald tijdsmoment
voorkomen van iets
Geeft een schatting van de probabiliteit (kans) dat een individu een
bepaalde ziekte heeft op een bepaald tijdsmoment
aantal bestaande (ziekte)gevallen op bepaald tijdsmoment
P=
totale ‘at-risk’ populatie