DIDACTIEK VAN DE BEWEGINGSVORMING
DEEL 1 LES: MULTIMOVE
Wat en waarom Multimove?
- Vroege specialisatie VS fundamentele bewegingen
- Eenzijdige ontwikkeling VS breed motorische ontwikkeling
- Basis om later sportspecifiek te bewegen en te evolueren
- Leven lang met plezier sporten/bewegen
- Kids van 3 – 8j
Een kind zonder goed ontwikkelde fundamentele bewegingsvaardigheden:
- minder actief à minder gezonde levensstijl
- minder geneigd om nieuwe bewegingsuitdagingen aan te gaan
- stopt vaker met bewegen/sporten op latere leeftijd
Filmpje multimove
Bewegingsvaardigheden (zo sporten kinderen als ze vrij spelen) :
- klimmen
- glijden
- lopen/wandelen
- springen/landen
Niet in het filmpje:
Met bal spelen:
- gooien
- vangen/werpen
12 fundamentele bewegingsvaardigheden (EXAMEN)
Locomotie Object controle
1. Wandelen 1. Vangen en werpen
2. Klimmen (sluipen, kruipen, klauteren) 2. Slaan
3. Zwaaien (hangen, slingeren, schommelen) 3. Trappen
4. Roteren (rollen en schommelen) 4. Dribbelen
5. Glijden 5. Heffen en dragen
6. Springen en landen 6. Trekken en duwen
Vooraarden voor geslaagde les(senreeks):
1. Plezier en succesbeleving
à bewegen met voldoende uitdaging maar op niveau
2. Actieve (leer)tijd
à veel en gevarieerde bewegen binnen de 12 families
DEEL 1 LES: MULTIMOVE
Wat en waarom Multimove?
- Vroege specialisatie VS fundamentele bewegingen
- Eenzijdige ontwikkeling VS breed motorische ontwikkeling
- Basis om later sportspecifiek te bewegen en te evolueren
- Leven lang met plezier sporten/bewegen
- Kids van 3 – 8j
Een kind zonder goed ontwikkelde fundamentele bewegingsvaardigheden:
- minder actief à minder gezonde levensstijl
- minder geneigd om nieuwe bewegingsuitdagingen aan te gaan
- stopt vaker met bewegen/sporten op latere leeftijd
Filmpje multimove
Bewegingsvaardigheden (zo sporten kinderen als ze vrij spelen) :
- klimmen
- glijden
- lopen/wandelen
- springen/landen
Niet in het filmpje:
Met bal spelen:
- gooien
- vangen/werpen
12 fundamentele bewegingsvaardigheden (EXAMEN)
Locomotie Object controle
1. Wandelen 1. Vangen en werpen
2. Klimmen (sluipen, kruipen, klauteren) 2. Slaan
3. Zwaaien (hangen, slingeren, schommelen) 3. Trappen
4. Roteren (rollen en schommelen) 4. Dribbelen
5. Glijden 5. Heffen en dragen
6. Springen en landen 6. Trekken en duwen
Vooraarden voor geslaagde les(senreeks):
1. Plezier en succesbeleving
à bewegen met voldoende uitdaging maar op niveau
2. Actieve (leer)tijd
à veel en gevarieerde bewegen binnen de 12 families