Other
Inleiding in de Goederenrecht complete samenvatting
- Course
- Institution
Preview 3 out of 76 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Welke eigenschappen kent een Aristotelisch syllogisme?
Answer: Ieder syllogisme bevat 3 proposities Iedere propositie bevat 2 termen Iedere term komt in totaal 2x voor in het syllogisme: er zijn dus 3 verschillende termen (grote, kleine en middenterm).
2.
Omschrijf de begrippen ‘grote term’, ‘kleine term’ en ‘middenterm’
Answer: Grote term: Het predicaat van de conclusie. De premisse die de grote term bevat wordt ‘maior’ genoemd. Kleine term: Het subject van de conclusie. De premisse die de kleine term bevat wordt ‘minor’ genoemd. Middenterm: Komt men zowel in de maior als minor tegen. Zij maakt het mogelijk in de conclusie een relatie tussen de kleine term en de grote term te leggen. – Komt niet voor in de conclusie
3.
Wat is het verschil tussen een gedistribueerd en ongedistribueerd gebruik van termen?
Answer: Gedistribueerd: ze worden gebruikt om iets te zeggen over alle leden van de door die term aangeduide klasse. Een term wordt gedistribueerd gebruikt wanneer zij gebruikt wordt om iets te zeggen over alle leden van de door die aangeduide klasse. “alle”. Ongedistribueerd: ze worden gebruikt om iets te zeggen over enkele leden van de door die term aan geduide klasse Verschil tussen gedistribueerd en ongedistribueerd gebruik van termen: 1. Onderscheid naar kwaliteit; proposities zijn bevestigend of ontkennend. 2. Onderscheid naar kwantiteit; Er kan iets gezegd worden over alle leden van de door subjectsterm aangeduide verzameling of enkel iets over sommige van die leden. (bijv. Sommige mensen zijn lang/ alle studenten zijn arm)
4.
Wat houdt de regel in dat “‘de middenterm minimaal eenmaal gedistribueerd moet zijn”?
Answer: Dit gaat over de regels van het syllogisme: Er zijn 4 voorwaarden waaraan het syllogisme moet voldoen om geldig te zijn: 1. De middenterm moet tenminste één maal gedistribueerd zijn. Daarnaast maf de middenterm ook niet dubbelzinnig gebruikt worden. 2. In de conclusie mag een term niet gedistribueerd worden gebruikt, tenzij die term gedistribueerd was gebruikt in één van de premissen. 3. Als één der premissen ontkennend is, is de conclusie ontkennend; als beide premissen bevestigend zijn is de conclusie bevestigend. 4. Uit 2 ontkennende premissen kan geen conclusie getrokken worden.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilahamuhseni. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.87. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
91871 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now