100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Verpleegkunde samenvatting Anatomie en fysiologie

Rating
3.9
(17)
Sold
48
Pages
28
Uploaded on
13-07-2019
Written in
2018/2019

Beste verpleegkunde student, Dit is een samenvatting voor het vak anatomie en fysiologie. Deze samenvatting bevat: - Cel (HS 3 t/m 6) - Weefsels: Dekweefsel (HS 7). - Steunweefsel ( HS 8). - Spierweefsel (HS 9). - Zenuwweefsel (HS 10) - Hormonen en hormoonklieren (HS 26, 27) - Voortplanting (HS 36)

Show more Read less
Institution
Module










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H1 t/m h10, h26, h27, h36
Uploaded on
July 13, 2019
Number of pages
28
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

Anatomie

Hoofstuk 3: Bouw van de cel

Organellen
 Belangrijkste organellen:
o Celkern
o Ribosomen
o Endoplasmatisch reticulum
o Golgicomplex
o Mitochondriën
o Lysosomen
o Centrosoom

Celkern
 Elke cel heeft 1 celkern (nucleus).
 Grootste organel van de cel.
 Stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de cel
aan.
 Bevat informatie voor de erfelijke
eigenschappen.
 Een bolletje met waterige inhoud =>
kernplasma, en is omgeven met een vlies =>
kernmembraan.
o In het kernmembraan zitten vele
openingen => kernporiën.
 In het kernplasma zit een groot aantal
draderige structuren => chromosomen.
 Een chromosoom bestaat uit eiwitten
waaromheen een lang molecuul is gewikkeld, dat molecuul is het kernzuur DNA
(desoxyribonucleïnezuur).
o De kernen van de cellen hebben altijd 46 chromosomen.
 In de celkern bevinden zich nog een of meerdere kleine structuren:
o Kernlichaampjes => bevatten het kernzuur RNA (ribonucleïnezuur).
 RNA lijkt op DNA. Speelt een rol bij de vorming van ribosomaal RNA
(rRNA).

Ribosomen
 Ribosomen zijn kleine bolletjes die ofwel los rond
zweven in het celplasma, ofwel vastzitten aan een andere
organel, het endoplasmatisch reticulum.
 Hebben hun eigen RNA => wordt in de kernlichaampjes
gemaakt.
 Spelen een belangrijke rol bij de eiwitsynthese.
 In de losse ribosomen worden eiwitten gemaakt die de
cel zelf nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
 De ribosomen van het endoplasmatisch reticulum maken
eiwitten die bedoeld zijn voor gebruik buiten de cel.
o Deze worden de cel uit getransporteerd;
bijvoorbeeld: hormonen en enzymen.

,Endoplasmatisch reticulum
 Het endoplasmatisch reticulum (netwerk in het plasma) is een systeem van holten,
blaasjes en buisjes.
 De membranen zijn van oorsprong uitstulpingen van de kernmembraan.
 Aan het endoplasmatisch reticulum zitten ribosomen vast, die zogen voor de
eiwitsynthese.
 Speelt een rol bij de vorming van celmembranen en het onschadelijk maken van giftige
stoffen, zoals drugs en alcohol.

Golgicomplex
 Bestaat uit een stapeltje platte blaasjes.
 Transporteert allerlei stoffen die in of buiten de cel nodig zijn, zoals:
o Eiwitten
o Suikers
o Vetten
 Deze stoffen worden vervoerd in kleine blaasjes, die die van het
golgicomplex afsnoeren.
 Sommige stoffen gaan naar de organellen in de cel, andere stoffen gaan
naar de celmembraan om buiten de cel afgegeven te worden.

Mitochondriën
 Mitochondriën (ev. Mitochondrium) => langwerpig, gladde buitenmembraan en sterk
geplooide binnenmembraan.
 Binnenin vinden allerlei stofwisselingsreacties plaats => doel: energie voor de cel vrij
maken.
 Worden ook 'energiecentrales' van de cel genoemd.

Lysosomen
 Lysosomen zijn kleine blaasjes.
 Bevatten enzymen die betrokken zijn bij de afbraak en opruimen van stoffen in de cel.
o Dat kunnen voedingsstoffen zijn, die eerst afgebroken moeten worden.
 Houden zich bezig met het opruimen van 'versleten' organellen.
o Dienen als vuilnisvat: ze nemen onbruikbare en schadelijke stoffen op.
 Veel enzymen zijn agressief.
o Lysosomen kunnen gaan lekken => agressieve enzymen gaan de cel afbreken, de
cel gaat dan dood.

Centrosoom
 Elke cel heeft een centrosoom.
 Bestaat uit 2 identieke cilindervormige structuren: de centriolen.
 Komt in actie als de cel gaat delen.
 Centrosoom verdubbelt en verplaatst zich naar een van beide polen van de cel.

Celmembraan
 Speelt een rol bij het constant houden van de samenstelling van het celplasma.
 = Buitenste grenslaag van een cel.
 Schermt de cel inhoud af van de buitenwereld.
 = Een dun vliesje. Bestaat uit een dubbele laag fosfolipiden (= vetmolecuul met een kop-
en een staartgedeelte) met daarin meer of minder cholesterolmoleculen.
o Kop => gevormd door een fosfaatgroep en staart is een vet (lipide).

,  = waterafstotend en soepel. Dit wordt bereikt doordat er twee fosfolipiden tegen elkaar
aan liggen.
 In de dubbele fosfolipiden dobberen eiwitmoleculen.
o Deze dienen als een soort antenne voor het doorgeven van boodschappen.
o Een membraaneiwit met zo'n antennefunctie heet een receptoreiwit.
o Er zijn ook eiwitmoleculen die aan weerskanten uitsteken. Ze vormen afsluitbare
kanaaltjes en worden mebraanporiën genoemd.
 Aan de buitenkant van de celmembraan kunnen suikermoleculen vastzitten.
o Zij hechten zich aan de eiwitten en vetten in de celmembraan.
o Zo'n complex moleculen wordt een glycocalix genoemd.


Hoofstuk 4: Transport in en uit de cel
 Extracellulaire ruimte = buiten.
 Intracellulaire ruimte = binnen.

Passief transport
 Bij passief transport stromen stoffen vanzelf in of uit de cel, via de celmembraan.
 = gebaseerd op twee natuurkundige processen:
o Diffusie = de beweging van deeltjes van een plaats waar die deeltjes in een hoge
concentratie voorkomen, naar een plaats waar de concentratie kleiner is. (Limonade
verspreid zich door heel het water)
o Osmose = Halfdoorlaatbaar vlies. (Glas water een vlies waar wel water door kan,
maar geen inktmoleculen).
 Celmembranen => half doorlaatbare vliezen.
o Er kunnen heel kleine moleculen
doorheen: gassen (zuurstof/koolstofdioxide)
en water.
 Ook via membraanporiën (sluis) kunnen
bepaalde opgeloste stoffen de cel in en uit.
 Factoren die diffusie en osmose beïnvloeden:
o Concentratieverschil: hoe groter de
concentratie, hoe sneller de diffusie en
osmose verlopen.
o Temperatuur: bij hogere temperatuur
gaan diffusie en osmose sneller.
o Diffusieoppervlak: Hoe groter het
oppervlak van de (half)doorlaatbare wand,
des te sneller zullen diffusie en osmose verlopen.
o Diffusieafstand: Hoe kleiner de afstand tussen beide ruimten, des te sneller
zullen diffusie en osmose verlopen.
o Stroperigheid (viscositeit) van het oplosmiddel: hoe meer de stroperigheid, hoe
langzamer het gaat.

Actief transport
 De cel moet vaak grotere deeltjes en stoffen via de celmembraan naar binnen of buiten
brengen. Dit doet hij door middel van actief transport.
 Dit gaat niet vanzelf, de cel moet er energie in steken.
 Twee typen actief transport:
o Enzymatische pomp
o Blaasjestransport
$6.02
Get access to the full document:
Purchased by 48 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 17 reviews
3 year ago

3 year ago

3 year ago

4 year ago

4 year ago

5 year ago

4 year ago

3.9

17 reviews

5
5
4
7
3
4
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
denisesharon ROC Mondriaan
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
179
Member since
9 year
Number of followers
107
Documents
12
Last sold
6 months ago

Student Verpleegkunde

3.9

52 reviews

5
13
4
25
3
11
2
2
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions