Apolair:
De elektronen van het gemeenschappelijk elektronenpaar bevinden zich even dicht
bij het ene als het andere atoom.
Apolaire stoffen kunnen onderling mengen, maar een apolaire stof kan niet
oplossen in water (want water is polair)
Een atoombinding is apolair als het verschil in elektronegativiteit kleiner of gelijk
is aan 0,4.
Polair:
Als één atoom sterker aan de atoombinding trekt, dan gaan de elektronen van de
atoombinding dichter bij dat atoom zitten, dit noem je een polaire atoombinding
Hierdoor ontstaat aan een kant een kleine positieve lading (δ+) δ+) ) en aan de andere
kant een kleine negatieve lading. (δ+) δ−)
Een atoombinding is polair als het verschil in elektronenegativiteit tussen de
0,4 en 1, 7 ligt.
Het atoom met de hoogste elektronegativieit trekt sterker aan de elektronen
en wordt een beetje negatief geladen
Het atoom met de laagste elektronegativiteit trekt minder aan de elektronen en
wordt een beetjes positief geladen.
Apolaire stoffen lossen goed op in apolaire oplosmiddelen.
Polaire stoffen lossen goed op in polaire oplosmiddelen. .
Goed oplosbaar in water als: OH groepen of NH groepen zorgen dat er
waterstofbruggen kunnen worden gevormd tussen de moleculen (watermoleculen en
de gegeven stof) Vanwege de sterke aantrekkingskracht tussen de
watermoleculen en OH groep blijft de stof opgelost in water.
Zuur: is een stof die een H+ ion kan afstaan|
Base: een stof die een H+ ion kan op nemen
Significantie regels:
1. +/- = kleinste aantal decimalen
2. X / : = kleinste aantal significante cijfers
3. H3O+ LOG: aantal significante cijfers in de concentratie decimalen in pH
Neutraal: Als de H+ en OH- concentratie gelijk zijn. Beiden concentraties 1,0 x 10 -7
geeft pH van 7,00 pH = pOH geeft pH + POH = 14
Waterconstante Kw = [H+) ] [OH- ] = 1,0 x 10-14 , deze constante is alleen afhankelijk
van de temperatuur. Bovenstaand geldt die voor 298 K.
Zie berekening in aanteken schrift
1
, 8.2 De pH van een oplossing
Indicator: stof waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is.
Lakmoes: Lakmoespapier is papier waarop lakmoes is aangebracht (rood of
blauw).
Zure oplossing: Blauwe lakmoespapier wordt rood
Basisch oplossing: Rode lakmoespapier blauw
De indicator lakmoes geeft alleen aan of een oplossing zuur of basisch is.
Universeel indicator papier: Papier waarop een mengsel van verschillende
indicatoren is aangebracht, die afhankelijk van de pH waarde samen een
continu verlopende kleurenreeks vertonen. (Kleuren staan op het doosjes)
Hiermee kun je de pH-waarde vaststellen.
Oplossingen (δ+) Binas 52 A): Er zijn ook oplossingen van kleurstoffen die
bruikbaar zijn als indicator.
Zure oplossing: pH tussen 7 en -,1,8
Basisch oplossing: pH groter dan 7 en lager dan 15
Neutrale oplossingen: pH = 7,0 (Zuiver water)
Bij verdunnen gaat de pH waarde altijd richting de 7! Water heeft namelijk een pH
van 7.
Omslagtraject: Traject waarin een indicator van kleur verandert. Bij een pH hoger of
lager dan dit traject heeft een indicator een vaste kleur. Daartussenin heeft het een
mengkleur. Zie BINAS 52A voor omslagtrajecten.
2