Embryologie
1. Introductie
1.1. Wat is embryologie?
- Bestudeert:
o Gametogenese
o Ontwikkeling bevruchte eicel tot geboorte
o Teratogenese
- Teratogenen:
o Ontwikkelingsstoornissen veroorzaken
o Bv. door thalidomide, di-ethylstilbestrol
- Bij 3-4% vd pasgeborenen uiteindelijke misvorming
- Kanker → mutaties in genen die ontwikkeling controleren
1.2. Timing id ontwikkeling
- Zwangerschapsduur: vanaf eerste dag vd laatste menstruatie (40w)
- Ontwikkelingsleeftijd: datum van bevruchting als beginpunt (38w)
- 0-2w: bevruchting tot bilaminaire kiemschijf
- Embryonale periode:
o 3-4w: bilaminaire kiemschijf tot primitieve lichaamsvorm
o 3-8w: organogenese
- Foetale periode:
o 9-38w: groei
→ In eerste stadia zijn embryo’s heel gelijkaardig
- Vatbaarheid teratogenese:
o Pre-organogenese (1-2w) → dood
o Embryonische periode (3-8w)→ grote misvormingen
o Foetale periode (9-38w) → functionele defecten, kleine misvormingen
- Soorten teratogenen:
o Pharma, alcohol, nicotine, virussen, RX-stralen, cocaine, hormonen, As, Hg, Cy,
te kort aan foliumzuur → zenuwstelsel verstoord
2. Gametogenese
→ differentiatie van primordiale geslachtscellen tot spermatozoa en rijpe oocyten
Man:
- Primordiale kiemcellen slapend tot pubertijd → differentiëren dan tot spermatogonia en
mitose begint
- Spermatogonia produceren primaire spermatocyten
→ meiose en spermatogenese ondergaan
- Elke spermatocyt deelt en vormt 2 secundaire spermatocyten
→ vormen elk 2 spermatozoën
➔ elke primaire spermatocyt → 4 functionele gameten
Vrouw:
- Differentieren primaire geslachtscellen tot oogonia → ondergaan mitose en daarna
meiose
- in foetale leven als primaire oocyten
- primaire oocyten: in profase 1 blijven tot menstruatie
→ moment menstruatie: meiose hervatten
- vormen secundaire oocyt en poollichaampje
- definitieve oocyt en ander polair lichaam vormen
→ elke primaire oocyt vormt een enkele gameet
, - primordiale geslachtcellen ontstaan 4w na bevruchting
(in extra-embryonaal mesoderm op achterste deel dooierzak)
- migreren naar urogenitale plooi en delen zich 8-9x
- sacrococcygeale teratomen:
o meest voorkomende tumoren bij pasgeborenen
o 4x meer bij vrouw dan man
o Uit PGC
- Verschillen tussen oogenese en spermatogenese:
o Efficiëntie spermatogenese (4 cellen) tov oogenese (1cel)
o Timing meiose 1
o Gelimiteerde stock eicellen
2.1. Oogenese
- Definitieve voorraad oocyten
- Geleidelijk en in fasen (met
rustperiode)
- Primaire oocyt in rust tot aan
ovariele cyclus
- Meiose 1 afgewerkt tijdens
ovariële cyclus → meiose 2
- Meiose 2 afgewerkt indien
bevruchting
- Per ovariële cyclus 10-15 follikels
geactiveerd, 1 rijpe
- Rijpe eicel: groot, immobiel
- Antrale en graafse follikel
o Theca interna: secretorisch → oestrogenen
o Theca externa: bindweefsel
→ ruimte gevuld met folliculair vocht
1. Primordiale follikel
2. Primaire follikel
3. Secundaire follikel (met zona pellucida)
4. Antrale follikel (ruimte met folliculair vocht)
5. Graafse follikel
- Voor de geboorte:
o Mitose in oogonium → primaire oocyt
o Primaire oocyt groeit → primordiale follikel
- Tijdens kindertijd:
o Primaire oocyt in profase 1
- Elke maand vanaf pubertijd:
o Primaire oocyt blijft in profase 1
, o Stimulatie van LH → primaire oocyt voltooid meiose 1 → secundaire oocyt en
poollichaampje
o Secundaire oocyt in metafase 2 → vrijgegeven tijdens ovulatie
- Bevruchting:
o Meiose 2 voltooid → ovum en 2e poollichaampje
o Secundaire oocyt verandert in corpus luteum → degradeert
→ 5-12 primaire follikels hervatten elke maand de ontwikkeling
→ 1 follikel dominant en rest degenereert door folliculaire atresie
- Waarom maar 1?
o Progressief gevoeliger voor stimulerende effecten FSH bij verdere ontwikkeling
→ scherper reageren op FSH
o Feedback hypofyse- en ovariumhormonen en groeifactoren
2.2. Non- disjunctie tijdens meiose
- Doel meiose:
o Halveren #chromosomen en helft vd #DNA met somatische lichaamscel
o Vorming uniek genoom → crossover!
→ 223 genetisch verschillende gameten
- Tijdens 1e of 2e deling: chromosomenpaar niet uiteen
o Homologe chomosomenparen tijdens meiose 1
o Mislukte scheiding zusterchromatiden in meiose 2
→ down, klinefelter, turner (andere niet levensvatbaar)
- Tijdens mitose:
o Non-disjunctie kan ook optreden → celdeling kan leiden tot mosaicisme
(sommige cellen ander # chromosomen dan andere)
→ naarmate vrouw ouder wordt: risico op non-disjunctie ↑, vergrootte kans
chromosomale afwijkingen
2.3. Spermatogenese
- Snel, geen tussenperioden
- Delen door mitose → niet als groep in geheel in meiose gaan
- Spermatozoide: kleine, mobiele cel
- Cyclus van 64 dagen:
o Spermatogoniale mitose: 16d
o 1e meiotische deling: 8d
o 2e meiotische deling: 16d
o Spermiogenese: 24 d
!!!! onderscheid spermatogenese en spermiogenese!!!!
- Spermatogenese: overkoepelende proces spermavorming,
vanuit ongedifferentieerde spermatononiale stamcellen → productie spermatiden
- Spermiogenese: specifieke fase binnen spermatogenese (laatste transformatie)
Spermatiden → volledig gevormde spermacellen
1. Introductie
1.1. Wat is embryologie?
- Bestudeert:
o Gametogenese
o Ontwikkeling bevruchte eicel tot geboorte
o Teratogenese
- Teratogenen:
o Ontwikkelingsstoornissen veroorzaken
o Bv. door thalidomide, di-ethylstilbestrol
- Bij 3-4% vd pasgeborenen uiteindelijke misvorming
- Kanker → mutaties in genen die ontwikkeling controleren
1.2. Timing id ontwikkeling
- Zwangerschapsduur: vanaf eerste dag vd laatste menstruatie (40w)
- Ontwikkelingsleeftijd: datum van bevruchting als beginpunt (38w)
- 0-2w: bevruchting tot bilaminaire kiemschijf
- Embryonale periode:
o 3-4w: bilaminaire kiemschijf tot primitieve lichaamsvorm
o 3-8w: organogenese
- Foetale periode:
o 9-38w: groei
→ In eerste stadia zijn embryo’s heel gelijkaardig
- Vatbaarheid teratogenese:
o Pre-organogenese (1-2w) → dood
o Embryonische periode (3-8w)→ grote misvormingen
o Foetale periode (9-38w) → functionele defecten, kleine misvormingen
- Soorten teratogenen:
o Pharma, alcohol, nicotine, virussen, RX-stralen, cocaine, hormonen, As, Hg, Cy,
te kort aan foliumzuur → zenuwstelsel verstoord
2. Gametogenese
→ differentiatie van primordiale geslachtscellen tot spermatozoa en rijpe oocyten
Man:
- Primordiale kiemcellen slapend tot pubertijd → differentiëren dan tot spermatogonia en
mitose begint
- Spermatogonia produceren primaire spermatocyten
→ meiose en spermatogenese ondergaan
- Elke spermatocyt deelt en vormt 2 secundaire spermatocyten
→ vormen elk 2 spermatozoën
➔ elke primaire spermatocyt → 4 functionele gameten
Vrouw:
- Differentieren primaire geslachtscellen tot oogonia → ondergaan mitose en daarna
meiose
- in foetale leven als primaire oocyten
- primaire oocyten: in profase 1 blijven tot menstruatie
→ moment menstruatie: meiose hervatten
- vormen secundaire oocyt en poollichaampje
- definitieve oocyt en ander polair lichaam vormen
→ elke primaire oocyt vormt een enkele gameet
, - primordiale geslachtcellen ontstaan 4w na bevruchting
(in extra-embryonaal mesoderm op achterste deel dooierzak)
- migreren naar urogenitale plooi en delen zich 8-9x
- sacrococcygeale teratomen:
o meest voorkomende tumoren bij pasgeborenen
o 4x meer bij vrouw dan man
o Uit PGC
- Verschillen tussen oogenese en spermatogenese:
o Efficiëntie spermatogenese (4 cellen) tov oogenese (1cel)
o Timing meiose 1
o Gelimiteerde stock eicellen
2.1. Oogenese
- Definitieve voorraad oocyten
- Geleidelijk en in fasen (met
rustperiode)
- Primaire oocyt in rust tot aan
ovariele cyclus
- Meiose 1 afgewerkt tijdens
ovariële cyclus → meiose 2
- Meiose 2 afgewerkt indien
bevruchting
- Per ovariële cyclus 10-15 follikels
geactiveerd, 1 rijpe
- Rijpe eicel: groot, immobiel
- Antrale en graafse follikel
o Theca interna: secretorisch → oestrogenen
o Theca externa: bindweefsel
→ ruimte gevuld met folliculair vocht
1. Primordiale follikel
2. Primaire follikel
3. Secundaire follikel (met zona pellucida)
4. Antrale follikel (ruimte met folliculair vocht)
5. Graafse follikel
- Voor de geboorte:
o Mitose in oogonium → primaire oocyt
o Primaire oocyt groeit → primordiale follikel
- Tijdens kindertijd:
o Primaire oocyt in profase 1
- Elke maand vanaf pubertijd:
o Primaire oocyt blijft in profase 1
, o Stimulatie van LH → primaire oocyt voltooid meiose 1 → secundaire oocyt en
poollichaampje
o Secundaire oocyt in metafase 2 → vrijgegeven tijdens ovulatie
- Bevruchting:
o Meiose 2 voltooid → ovum en 2e poollichaampje
o Secundaire oocyt verandert in corpus luteum → degradeert
→ 5-12 primaire follikels hervatten elke maand de ontwikkeling
→ 1 follikel dominant en rest degenereert door folliculaire atresie
- Waarom maar 1?
o Progressief gevoeliger voor stimulerende effecten FSH bij verdere ontwikkeling
→ scherper reageren op FSH
o Feedback hypofyse- en ovariumhormonen en groeifactoren
2.2. Non- disjunctie tijdens meiose
- Doel meiose:
o Halveren #chromosomen en helft vd #DNA met somatische lichaamscel
o Vorming uniek genoom → crossover!
→ 223 genetisch verschillende gameten
- Tijdens 1e of 2e deling: chromosomenpaar niet uiteen
o Homologe chomosomenparen tijdens meiose 1
o Mislukte scheiding zusterchromatiden in meiose 2
→ down, klinefelter, turner (andere niet levensvatbaar)
- Tijdens mitose:
o Non-disjunctie kan ook optreden → celdeling kan leiden tot mosaicisme
(sommige cellen ander # chromosomen dan andere)
→ naarmate vrouw ouder wordt: risico op non-disjunctie ↑, vergrootte kans
chromosomale afwijkingen
2.3. Spermatogenese
- Snel, geen tussenperioden
- Delen door mitose → niet als groep in geheel in meiose gaan
- Spermatozoide: kleine, mobiele cel
- Cyclus van 64 dagen:
o Spermatogoniale mitose: 16d
o 1e meiotische deling: 8d
o 2e meiotische deling: 16d
o Spermiogenese: 24 d
!!!! onderscheid spermatogenese en spermiogenese!!!!
- Spermatogenese: overkoepelende proces spermavorming,
vanuit ongedifferentieerde spermatononiale stamcellen → productie spermatiden
- Spermiogenese: specifieke fase binnen spermatogenese (laatste transformatie)
Spermatiden → volledig gevormde spermacellen