Verpleegkundig rekenen
Inhoudsopgave
Zuurstof.............................................................................................................................................1
Infusie, druppelsnelheid....................................................................................................................2
Spuitpomp.........................................................................................................................................2
Verdunnen.........................................................................................................................................3
MMOL................................................................................................................................................4
BMI....................................................................................................................................................4
Vochtbalans.......................................................................................................................................4
Zuurstof
Bruikbare zuurstof in de tank: druk (bar) x inhoud cilinder (liter)
- Voorbeeld: cilinder 10 liter, 170 bar. Dus 170 x 10 = 1700 liter zuurstof.
, Hoe lang de patiënt met de tank doet: voorraad / nodig per minuut = aantal minuten dat de patiënt
doet met de tank.
- Voorbeeld: voorraad is 1100 liter. 5 liter nodig per minuut. 1100:5 = 220 minuten = 3 u en 40
min.
Als je de bar wilt weten: totaal aantal liter/ omvang cilinder.
- Bijvoorbeeld: cilinder 10 liter, 260 liter zuurstof. 260:10 = 26 bar.
10 Bar = 1000 kPa = 1 MPa = 10atm
Infusie, druppelsnelheid.
1ml = 20 druppels. 1 liter = 1000 ml
Aantal ml / aantal uur = ml per uur
(Aantal ml x 20 druppels) / (aantal uur x 60) = aantal druppels p.m.
- Bijv. 1000 x 20 = 20.000. 8u x 60min = 480 min. 20.000 : 480 = 41,67 = 42 druppels p.m.
Spuitpomp
Reken uit hoeveel mg of IE per 1 ml is
V:A per 1 ml.
- Voorbeeld: in een spuitpomp is een ampul van 2 ml met hierin 80 mg medicatie toegevoegd
aan 38 ml NaCl. Pomp staat ingesteld op 2,5 ml / uur. hoeveel mg medicatie heeft de patiënt na
4 uur gehad?
2 ml + 38 ml = 40 ml totaal met hierin 80 mg medicatie.
Omrekenen naar mg per ml is 2 mg/ml.
Pomp 2,5 ml per uur x 4 = 10 ml in 4 uur. 10 ml x 2 mg = 20 mg medicatie in 4 uur.
Oplossen.
In procentuele oplossingen geldt de stelling ‘een oplossing van 1 procent betekent dat 1 gram stof is
opgelost per 100 ml oplossing’. Wanneer er een oplossing van 5 procent is, is er dus 5 gram stof
opgelost in 100 milliliter.
Het aanwezige altijd eerst omrekenen naar wat aanwezig is per 1 ml!
3 varianten:
- sterkte is aangegeven in %
% x 10 = aantal mg per 1 ml {} of aantal procent van 1000 ml (2,5% van 1000 ml = 25 mg)
Inhoudsopgave
Zuurstof.............................................................................................................................................1
Infusie, druppelsnelheid....................................................................................................................2
Spuitpomp.........................................................................................................................................2
Verdunnen.........................................................................................................................................3
MMOL................................................................................................................................................4
BMI....................................................................................................................................................4
Vochtbalans.......................................................................................................................................4
Zuurstof
Bruikbare zuurstof in de tank: druk (bar) x inhoud cilinder (liter)
- Voorbeeld: cilinder 10 liter, 170 bar. Dus 170 x 10 = 1700 liter zuurstof.
, Hoe lang de patiënt met de tank doet: voorraad / nodig per minuut = aantal minuten dat de patiënt
doet met de tank.
- Voorbeeld: voorraad is 1100 liter. 5 liter nodig per minuut. 1100:5 = 220 minuten = 3 u en 40
min.
Als je de bar wilt weten: totaal aantal liter/ omvang cilinder.
- Bijvoorbeeld: cilinder 10 liter, 260 liter zuurstof. 260:10 = 26 bar.
10 Bar = 1000 kPa = 1 MPa = 10atm
Infusie, druppelsnelheid.
1ml = 20 druppels. 1 liter = 1000 ml
Aantal ml / aantal uur = ml per uur
(Aantal ml x 20 druppels) / (aantal uur x 60) = aantal druppels p.m.
- Bijv. 1000 x 20 = 20.000. 8u x 60min = 480 min. 20.000 : 480 = 41,67 = 42 druppels p.m.
Spuitpomp
Reken uit hoeveel mg of IE per 1 ml is
V:A per 1 ml.
- Voorbeeld: in een spuitpomp is een ampul van 2 ml met hierin 80 mg medicatie toegevoegd
aan 38 ml NaCl. Pomp staat ingesteld op 2,5 ml / uur. hoeveel mg medicatie heeft de patiënt na
4 uur gehad?
2 ml + 38 ml = 40 ml totaal met hierin 80 mg medicatie.
Omrekenen naar mg per ml is 2 mg/ml.
Pomp 2,5 ml per uur x 4 = 10 ml in 4 uur. 10 ml x 2 mg = 20 mg medicatie in 4 uur.
Oplossen.
In procentuele oplossingen geldt de stelling ‘een oplossing van 1 procent betekent dat 1 gram stof is
opgelost per 100 ml oplossing’. Wanneer er een oplossing van 5 procent is, is er dus 5 gram stof
opgelost in 100 milliliter.
Het aanwezige altijd eerst omrekenen naar wat aanwezig is per 1 ml!
3 varianten:
- sterkte is aangegeven in %
% x 10 = aantal mg per 1 ml {} of aantal procent van 1000 ml (2,5% van 1000 ml = 25 mg)