HC 2 MKG Korea in de klauwen van het imperialisme
Hoe reageert Korea op de confrontatie met het imperialisme. Het land, de overheid, de
beleidsvoerders proberen een antwoord te vinden. Dit college: de eerste reactie van de
Koreaanse overheid.
Dynastie in het gedrang omdat:
Vanaf de 19e eeuw verzwakt koningschap (jonge koningen, directe macht bij
personen om de koning.)
Falend benoemingsbeleid
Toenemende corruptie (door ontwrichte bureaucratie)
Lasten (belasting) ongelijk verdeeld (boeren)
Sociale spanningen:
Positie Yangban onder druk
Groeiende sociaaleconomische ongelijkheid
Boeren opstanden.
Ideologische dreigingen:
Katholicisme
Tonghak (Partij van de oosterse wijsheid, gebaseerd op confucianisme, taoïsme
en boeddhisme. Partij die zich verzet tegen alles wat westers is. )
o Anti-Japanse betogingen
o Anti-Buitenlandse betogingen
o Burgeroorlog
Korea vraagt China om hulp om Tonghak Rebellie neer te slaan. Itō
Hirobumi stuurt Japanse legers naar Korea om de machtsbalans
China/Japan te behouden.
1894-1895 Eerste Sino-Japanse oorlog
Taewōn’gun (1821-1898)
Vader van Koreaanse koning Kojong. Is regent tijdens een overgangsperiode. Hij zoekt
oplossingen voor de problemen in oude tradities en het verleden (restauratie politiek).
Hij is vooral gericht op de dynastieke restauratie (terugkeren functionerende
confucianistische staat en geen fundamentele hervormingen). Hierin gaat hij zo ver dat
hij Korea isoleert. Problemen die hij wil aanpakken:
1. Benoemingsbeleid ambtenaren
o Sōwōn inperken
o Kyōngbok-kung (paleis Seoul) heropbouw; symbool levensvatbare
dynastie en koningshuis
2. Anti-corruptie
3. Belastinghervorming voor ontlasting boeren
o Einde aan illegale belastingen
o Staatsgraanschuren als vangnet voor boeren
Hoe reageert Korea op de confrontatie met het imperialisme. Het land, de overheid, de
beleidsvoerders proberen een antwoord te vinden. Dit college: de eerste reactie van de
Koreaanse overheid.
Dynastie in het gedrang omdat:
Vanaf de 19e eeuw verzwakt koningschap (jonge koningen, directe macht bij
personen om de koning.)
Falend benoemingsbeleid
Toenemende corruptie (door ontwrichte bureaucratie)
Lasten (belasting) ongelijk verdeeld (boeren)
Sociale spanningen:
Positie Yangban onder druk
Groeiende sociaaleconomische ongelijkheid
Boeren opstanden.
Ideologische dreigingen:
Katholicisme
Tonghak (Partij van de oosterse wijsheid, gebaseerd op confucianisme, taoïsme
en boeddhisme. Partij die zich verzet tegen alles wat westers is. )
o Anti-Japanse betogingen
o Anti-Buitenlandse betogingen
o Burgeroorlog
Korea vraagt China om hulp om Tonghak Rebellie neer te slaan. Itō
Hirobumi stuurt Japanse legers naar Korea om de machtsbalans
China/Japan te behouden.
1894-1895 Eerste Sino-Japanse oorlog
Taewōn’gun (1821-1898)
Vader van Koreaanse koning Kojong. Is regent tijdens een overgangsperiode. Hij zoekt
oplossingen voor de problemen in oude tradities en het verleden (restauratie politiek).
Hij is vooral gericht op de dynastieke restauratie (terugkeren functionerende
confucianistische staat en geen fundamentele hervormingen). Hierin gaat hij zo ver dat
hij Korea isoleert. Problemen die hij wil aanpakken:
1. Benoemingsbeleid ambtenaren
o Sōwōn inperken
o Kyōngbok-kung (paleis Seoul) heropbouw; symbool levensvatbare
dynastie en koningshuis
2. Anti-corruptie
3. Belastinghervorming voor ontlasting boeren
o Einde aan illegale belastingen
o Staatsgraanschuren als vangnet voor boeren