Casus 1
Perceptie en representatie vallen samen.
I. Veldtheorie (Bourdieu)
a. Field
Het belangrijkste spanningsveld voor Bourdieu is economisch arm – rijk en rijke
achtergrond aan cultuur (= veel cultuur) – weinig cultuur.
b. Vele soorten spanningsvelden
Veld = je kan er van spreken zodra een onderzoeker empirisch vaststelt dat er
spanning zijn.
Verschillende sferen Verschillende ruimtes
Religie Land
Ras Organisatie
Gender Familie
… …
c. Spanningsvelden
Mensen die sociaal gericht zijn, hebben meer vertrouwen in een goede afloop van
dingen.
1
,Kwantitatieve Methoden 2024
d. Habitus
= Representaties en praktijken die onze dagelijkse handelingen sturen.
= Gewoonten, dinge waarbij we niet meer stil staan.
Dit zijn verschillende zaken die een invloed hebben op hoe de mens zich
situeert in het economische en culture veld van Bourdieu.
Habitus (= representaties) als mentale structuren.
‘Structures structurantes’
‘Structures structurées
Bourdieu zegt dat de habitus een structuur is, mentale structuren die structuren
ons handelen. Doordoor besterken we maatschappelijke praktijken die een
invloed zullen hebben op ons denken.
II. Connectionisme
2
,Kwantitatieve Methoden 2024
Waar denk je aan als je een banaan ziet?
= Connecties van Belgische studenten
80% van de gedachten zijn hetzelfde,
maar 20% is variatie
Chinese studenten maken ander
connecties
Aziatische cultuur die ervoor zorgt
dat er andere connotaties zijn
a. Neuropsychologie
= Neurologisch. Netwerk van concepten in het
brein. Deze netwerken kunnen ook causale
verbanden zijn. VB:
Klauwen, bek, vleugels Vogels.
b. Connectiepatronen
Wat zijn connectiepatronen?
= Mentale structuren bestaande uit informatie-eenheden en de verbinding
ertussen.
c. Sterke en zwakke verbindingen
Eenmalige inputs worden opgeslagen in het kortetermijngeheugen en
vervallen. Herhaalde inputs versterken verbindingen en worden opgeslagen in
het langetermijngeheugen.
Als de dezelfde info regelmatig herhaalt wordt, dan zal er een connectie
gemaakt worden die van zwak naar sterk zal gaan en die zich zal nestelen in
het langetermijngeheugen.
3
, Kwantitatieve Methoden 2024
d. Cognitieve patronen
Cognitieve patronen zijn aangeleerd. Cognitieve patronen zijn adaptief maar
hebben een hoge mate van inertie (traagheid).
i. Perceptual Cycle (adapted from Neisser, 1976)
Samengevat: We hebben een bepaalde
input (realiteit) die bepaalde connecties
activeert en die roept een bepaalde
representatie van de realiteit op en die
representatie wordt geprojecteerd op
de werkelijke realiteit.
Soms heb je niet alle info nodig om de
realiteit te voorspellen, met bepaalde
elementen heb je genoeg.
Cognitieve patronen kunnen misleidend zijn. Mensen projecteren ook informatie
door inferentie met bestaande mentale patronen.
e. Resonantie
= Resonantie vindt plaats wanneer de stimuli in onze communicatie een
betekenis oproepen bij een luisteraar of kijker. Dat wat we in de communicatie
stoppen heeft op zichzelf geen betekenis. De betekenis van onze communicatie is
wat een luisteraar of kijker uit zijn ervaring met de prikkels van de communicator
haalt.
Informatie met een hoge resonantie wordt eerder herkend, geassimileerd en
onthouden dan informatie met een lage resonantie.
III. Representatie
Ik geef een input en een groep van
mensen (Oranje) gaan dat op een
bepaalde manier associëren, maar een
andere groep zal dat anders
associëren (Blauw) ook al is dat
dezelfde realiteit. Ze hebben een
andere interpretatie van de realiteit.
4