100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

samenvatting inspanningsfysiologie sport en bewegen Howest

Rating
-
Sold
1
Pages
35
Uploaded on
21-05-2024
Written in
2023/2024

dit is een samenvatting over de volledige cursus inspanningsfysiologie. 1ste jaar sport en bewegen Howest

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 21, 2024
Number of pages
35
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

INSPANNINGSFYSIOLOGIE
1. Voeding
1.1 organische bouwstenen
Dagelijkse energiebehoefte => opname KH, Vetten & EIW, deze opname is
noodzakelijk zowel in rust, als in inspanning
Voedingstoffen:
 leveren v energie
 belangrijke rol in behouden vd structurele en functionele
eigenschappen vh organisme


Basisstructuur van voedingsstoffen:
biologische systemen worden gevormd door cellen die samenwerken om het
overleven van die cellen te verzekeren. Ook al hebben verschillende cellen
andere gespecialiseerde functies, toch zijn de elementaire structuren gelijk.
Atomen zijn de bouwstenen:
Van de 103 verschillende types atomen zijn er 4 die voor 96% instaan voor de
lichaamsmassa:
 stikstof (N) 3%,
 waterstof (H) 10%
 koolstof (C) 18%
 zuurstof (O) 65%
Deze atomen spelen hoofdrol in de chemische samenstelling van voedingsstoffen
en vormen de basis voor de actieve stoffen in het lichaam.


Moleculen worden gevormd door de vereniging van 2 of meer atomen. De
samenstelling en de structuur van moleculen bezorgen deze hun specifieke
eigenschappen.
Chemische binding tss atomen = gemeenschappelijk delen van electronen
Wanneer bindingen worden verbroken, komt energie vrij => om celfunctie te
behouden
Koolstof, het veelzijdige element
Alle voedingsstoffen, behalve water en mineralen, bevatten koolstof.
Koolstof heeft een bijna onbeperkte mogelijkheid om te binden met andere
koolstofatomen of andere atomen, om zo lange koolstofketens te vormen
Vetten en koolhydraten worden gevormd door specifieke verbindingen van
koolstofatomen met waterstof en zuurstof. Voeg daar nog stikstof aan toe, en

1

,bepaalde minerale stoffen, en je hebt alle ingrediënten voor de vorming van
eiwitten.



1.2 Koolhydraten (=suikers)
genoemd naar het koolstof en water waaruit ze zijn opgebouwd.
Basisstructuur: ketting van 3 tot 7 koolstofatomen met daaraan
telkens een H(waterstof) en een OH (hydroxide = zuurstof +
waterstof) verbonden.
 MONOSACCHARIDEN




 meer dan 200
 meest voorkomende: fructose, glucose, galactose
glucose = dextrose = druivensuiker, komt voor als voedingstof of wordt door ons
lichaam gevormd bij omzetting van meer complexe koolhydraten, dit proces heet
gluconeogenese.
Glucose kan (na absorptie) via darmen onmiddellijk in bloedbaan worden
opgenomen, waar het cellen kan bereiken om energie te leveren. kan ook als
energiereserve opgeslagen worden: in lever of spieren onder vorm van
glycogeen, of in vetcellen na omzetting tot lichaamsvet.
 OLIGOSACCHARIDEN
zijn vooral disaccharides of dubbele suikers, gevormd door twee monosaccharide
suikers. De disaccharide suikers bestaan telkens uit een glucosemolecule
gecombineerd met een tweede monosaccharide:
 Sucrose = glucose + fructose (in suikerriet of suikerbiet)
 Lactose = glucose + galactose (in melk)
 Maltose = glucose + glucose ( kiemende zaden en mout)


 POLYSACCHARIDEN
Drie of meer enkelvoudige suikers
 Plantaardige polysacchariden

- Zetmeel vinden we terug in zaden, maïs, granen, wit brood,
pasta, aardappelen,... zetmeel wordt door de planten gebruikt
als energiereserve.


2

, - Cellulose heeft een structurele rol bij de plant en zorgt voor zijn
stevigheid. Cellulose wordt door onze spijsvertering niet
verteerd, en heeft dus geen voedingswaarde. Cellulose is als
voedingsvezel desalniettemin waardevol, ze bevordert de
gezondheid door een betere spijsvertering.




 Dierlijke polysacchariden

- Glycogeen is de dierlijke polysaccharide die wordt
gesynthetiseerd uit glucose door glucogenese en wordt
opgeslagen in dierlijke weefsels. Glycogeenmolecules zijn grote
molecules die kunnen bestaan uit enkele honderden verbonden
glucosemoleculen. Een normaal goed gevoed mens bevat
gemiddeld ongeveer 430g. koolhydraten. Hiervan is ongeveer
300g. spierglycogeen, 110g. leverglycogeen, en 20g.
bloedglucose. Samen is dit voldoende energie, ongeveer 2500
kilocaloriën, om ongeveer 40 km te lopen.

1.3 Vetten
Vetten => MEESTE ENERGIE PER VOLUME !
energieoverschotten worden vooral opgeslaan onder vorm van vet
vetmolecule bevat dezelfde elementen als een suikermolecule, maar de
verbindingen tussen de atomen zijn merkelijk anders

 soorten vetten en hun bronnen
 eenvoudige vetten
voornamelijk uit triglyceriden
Triglyceriden bestaan uit een glycerolmolecule met daaraan 3 vetzuren:

= dier




= plant


Plantaardige, onverzadigde vetten hebben lager smeltpunt en zijn meestal
vloeibaar op kamertemperatuur.

 Samengestelde vetten
bestaan uit de binding van een vetmolecule met een andere stof
FOSFOLIPIDEN:



3

, bestaan uit één of meerdere vetzuren gebonden aan fosforzuur en stikstof. Ze
spelen een belangrijke rol in de celstructuur en de bloedstolling.




GLYCOLIPIDEN:
bestaan uit vetzuren gebonden aan koolhydraten en stikstof
en spelen ook een rol op de celmembraan als
herkenningspunt voor biochemische processen. De antigenen
van het ABO-systeem dat de bloedgroepen bepaalt zijn
glycolipiden op de celmembraan van de rode bloedcellen.




LIPOPROTEÏNEN:
worden gevormd door binding van triglyceriden, fosfolipiden of cholesterol met
een proteïne. Lipoproteïnen zijn het belangrijkste transportmiddel voor vetten in
het bloed. Dit is nodig omdat vetten niet oplossen in bloed, dat vooral uit water
bestaat.



 Afgeleide vetten
vetten afgeleid van eenvoudige en samengestelde vetten. De
meest gekende is cholesterol.
Cholesterol: geen vetzuren maar wel gelijkaardige fysische &
chemische eigenschappen als vetten => drm vaak onder
vetten gerekend
Cholesterol = essentieel onderdeel van celmembraan, is
belangrijk voor goede functie van zenuwstelsel en vormt basis
van steroïde hormonen.



1.4 Proteïnen
= eiwitten
onderscheiden zich chemisch van vetten en koolhydraten vooral door het
voorkomen van stikstof, zwavel (S), fosfor (P) en ijzer (Fe) vinden we ook terug in
eiwitten
opgebouwd door meerdere aminozuren
20 verschillende aminozuren nodig voor normaal
functioneren menselijk lichaam


4
$4.18
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
arthurtheunisse

Get to know the seller

Seller avatar
arthurtheunisse Hogeschool West-Vlaanderen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
3
Last sold
2 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions