PAK-vragen Hematologie en oncologie
Vraag 1:
Een monoclonale piek in het immunoglobulinen eiwitspectrum is een pathologisch
verschijnsel bij een (voorloperstadium van) multipel myeloom en vraag om verder onderzoek.
Vraag 2:
- Bloedgroep 0 → 45%
- Bloedgroep A → 40%
- Bloedgroep B → 10%
- Bloedgroep AB → 5%
Vraag 3:
Welke genetische mutatie is het meest ernstig?
- Iedere mutatie kan een ernstig gevolg hebben
Vraag 4:
Onderzoeken bij ijzergebreksanemie
- Colonscopie: zinvol, maligniteit alhier gaat gepaard met chronisch bloedverlies
- Bronchoscopie: niet zinvol, maligniteit alhier geeft geen of nauwelijks bloedverlies
- Vitamine B12 spiegel: niet zinvol, er is ijzergebrek aangetoond
Vraag 5:
Welke processen vinden plaats in de eukaryotische celkern en welke in het cytoplasma?
- Celkern: DNA-replicatie en RNA-transcriptie
- Cytoplasma: eiwitsynthese en RNA-translatie
Vraag 6:
Hoe kunt u het beste naar de persoonsgegevens vragen?
- Hoe is uw naam? Wanneer ben u geboren?
Vraag 7:
Op welke wijze ontsnappen tumoren aan het immuunsysteem?
- Door de productie van immunosuppressieve cytokines
Vraag 8:
- Trastuzumab: bindt selectief aan de HER-2/neu receptor
- Imatinib: remt selektief de bcr-abl tyrosinekinase activiteit
- Cetuximab: bindt selectief de EGF-receptor
- Bevacizumab: bindt het circulerend VEGF
,Vraag 9:
Osteoblastische metastasen
- Prostaatcarcinoom
Osteoclastische metastasen
- Mammacarcinoom
- Multiple myeloom
Vraag 10:
Wat is het doel van intermitterende combinatietherapie?
- Het voorkomen van secundaire resistentie
Vraag 11:
- Inwendige bestraling: brachytherapie
- Bestraling van een intact lichaamsdeel, waar zich mogelijk subklinische metastasen
bevinden: electieve bestraling
- Naam van de straling welke in de radiotherapie wordt toegepast: ioniserende straling
Vraag 12:
Tumorsuppressor-genen coderen voor eiwitten. Welke 3 celfuncties worden door deze
eiwitten gestimuleerd?
- Blokkkeren van de proliferatie
- Apaptose
- Differentiatie
Vraag 13:
Twee criteria voor maligniteiten zijn:
- Metastasering
- Infiltratie
Vraag 14:
U bent huisarts.
De 75-jarige meneer Jansen komt bij u op het spreekuur.
Hij heeft klachten van dunne bruine ontlasting, gewichtsverlies en vermoeidheid.
Bij aanvullend onderzoek vindt u een ijzergebreksanemie.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
- Coloncarcinoom
Vraag 15:
Bij welke diagnose past dit beeld?
- Coloncarcinoom
,Vraag 16:
U bent huisarts.
Een 25-jarige studente komt op uw spreekuur.
Zij heeft een knobbeltje in haar rechterborst gevoeld.
Het knobbeltje is glad begrensd.
Welke diagnose acht u het meest waarschijnlijk?
- Fibro-adenoom
Vraag 17:
Een voorheen gezonde vrouw komt met ernstige moeheidsklachten bij de huisarts.
Bij bloedonderzoek worden de volgende waarden gevonden:
Geef voor de bloeduitslagen aan of er een acute bedreiging van uitgaat.
- Ernstige bloeding → trombocyten = 3 x 10^9/l
- Infectie → leukocyten = 0,5 x 10^9/l
- Ischemie → Hb = 1,5 mmol/l
Vraag 18:
Zinvol
- Trombocytopenie bij een aplastische anemie
- Trombocytopenie door chemotherapie
Niet zinvol
- Auto-immuun thrombocytopenie
Vraag 19:
Bij een kwaadaardig knobbeltje in de borst kan de chirurg een lumpectomie uitvoeren.
Bij deze in opzet curatieve ingreep wordt een gedeelte van de borst verwijderd.
Daarna volgt altijd nabehandeling met radiotherapie.
Na afloop de radiotherapie kan als adjuvante behandeling chemotherapie worden gegeven.
Vraag 20:
Testiscarcinoom is relatief zeldzaam, maar toch de meest voorkomende vorm van kanker bij
mannen tussen 15 en 40 jaar.
In 90% van de gevallen betreft het een kiemceltumor.
Er kan dan sprake zijn van een seminoom (55%) of een non-seminoom (45%). Als de
tumormarkers alfa-foetoproteïne (AFP) en het beta-hCG beide verhoogd zijn, dan wijst dat
meestal op een non-seminoom.
Als er lymfkliermetastasen para-aortaal en in de lever worden aangetroffen, is de
patiënt nog wel te genezen.
Vraag 21:
Plaveisel-carcinoom
, - Bovenste deel slokdarm
- Frequente consumptie van extreem hete dranken
- Alcohol-gebruik
Adeno-carcinoom
- Onderste deel slokdarm
- Obesitas
- Barret-oesofagus
Vraag 22:
De klachten en symptomen passen bij een acute leukemie.
U stuurt haar naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
Daar wordt het volgende bloedonderzoek verricht:
- Hb, want zij ziet bleek;
- Trombocyten-aantal, want zij heeft petechiën;
- Leukocyten-aantal, want er zijn klachten die wijzen op leukostase.
Vraag 23:
Verlaagd serum ferritine, verhoogd aantal trombocyten (568 x 109/l)
- Ijzergebrek bij hypermennorrhoe
Verlaagd aantal trombocyten, verlaagd aantal leukocyten (2 x 109/l), verlaagd fibrinogeen
(1,0 gr/l)
- Acute pro-myelocyten leukemie
Verlaagd aantal trombocyten, verhoogd aantal leukocyten (34 x 109/l), normaal fibrinogeen
- Acute monocyten leukemie
Normaal serum ferritine, normaal aantal trombocyten
- Heterozygote b-thalassemie
Vraag 24:
Hodgkin lymfoom
- Bij diagnose meestal gelokaliseerd lymfoom
- Zeer goede kans op langdurige overleving
- Vaak bij jonge mensen (piek 20-40 jaar)
Non-Hodgkin lymfoom
- Overleving sterk wisselend (afhankelijk van het type)
- Vaker op oudere leeftijd
- Bij diagnose meestal verspreide lymfomen
Vraag 1:
Een monoclonale piek in het immunoglobulinen eiwitspectrum is een pathologisch
verschijnsel bij een (voorloperstadium van) multipel myeloom en vraag om verder onderzoek.
Vraag 2:
- Bloedgroep 0 → 45%
- Bloedgroep A → 40%
- Bloedgroep B → 10%
- Bloedgroep AB → 5%
Vraag 3:
Welke genetische mutatie is het meest ernstig?
- Iedere mutatie kan een ernstig gevolg hebben
Vraag 4:
Onderzoeken bij ijzergebreksanemie
- Colonscopie: zinvol, maligniteit alhier gaat gepaard met chronisch bloedverlies
- Bronchoscopie: niet zinvol, maligniteit alhier geeft geen of nauwelijks bloedverlies
- Vitamine B12 spiegel: niet zinvol, er is ijzergebrek aangetoond
Vraag 5:
Welke processen vinden plaats in de eukaryotische celkern en welke in het cytoplasma?
- Celkern: DNA-replicatie en RNA-transcriptie
- Cytoplasma: eiwitsynthese en RNA-translatie
Vraag 6:
Hoe kunt u het beste naar de persoonsgegevens vragen?
- Hoe is uw naam? Wanneer ben u geboren?
Vraag 7:
Op welke wijze ontsnappen tumoren aan het immuunsysteem?
- Door de productie van immunosuppressieve cytokines
Vraag 8:
- Trastuzumab: bindt selectief aan de HER-2/neu receptor
- Imatinib: remt selektief de bcr-abl tyrosinekinase activiteit
- Cetuximab: bindt selectief de EGF-receptor
- Bevacizumab: bindt het circulerend VEGF
,Vraag 9:
Osteoblastische metastasen
- Prostaatcarcinoom
Osteoclastische metastasen
- Mammacarcinoom
- Multiple myeloom
Vraag 10:
Wat is het doel van intermitterende combinatietherapie?
- Het voorkomen van secundaire resistentie
Vraag 11:
- Inwendige bestraling: brachytherapie
- Bestraling van een intact lichaamsdeel, waar zich mogelijk subklinische metastasen
bevinden: electieve bestraling
- Naam van de straling welke in de radiotherapie wordt toegepast: ioniserende straling
Vraag 12:
Tumorsuppressor-genen coderen voor eiwitten. Welke 3 celfuncties worden door deze
eiwitten gestimuleerd?
- Blokkkeren van de proliferatie
- Apaptose
- Differentiatie
Vraag 13:
Twee criteria voor maligniteiten zijn:
- Metastasering
- Infiltratie
Vraag 14:
U bent huisarts.
De 75-jarige meneer Jansen komt bij u op het spreekuur.
Hij heeft klachten van dunne bruine ontlasting, gewichtsverlies en vermoeidheid.
Bij aanvullend onderzoek vindt u een ijzergebreksanemie.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
- Coloncarcinoom
Vraag 15:
Bij welke diagnose past dit beeld?
- Coloncarcinoom
,Vraag 16:
U bent huisarts.
Een 25-jarige studente komt op uw spreekuur.
Zij heeft een knobbeltje in haar rechterborst gevoeld.
Het knobbeltje is glad begrensd.
Welke diagnose acht u het meest waarschijnlijk?
- Fibro-adenoom
Vraag 17:
Een voorheen gezonde vrouw komt met ernstige moeheidsklachten bij de huisarts.
Bij bloedonderzoek worden de volgende waarden gevonden:
Geef voor de bloeduitslagen aan of er een acute bedreiging van uitgaat.
- Ernstige bloeding → trombocyten = 3 x 10^9/l
- Infectie → leukocyten = 0,5 x 10^9/l
- Ischemie → Hb = 1,5 mmol/l
Vraag 18:
Zinvol
- Trombocytopenie bij een aplastische anemie
- Trombocytopenie door chemotherapie
Niet zinvol
- Auto-immuun thrombocytopenie
Vraag 19:
Bij een kwaadaardig knobbeltje in de borst kan de chirurg een lumpectomie uitvoeren.
Bij deze in opzet curatieve ingreep wordt een gedeelte van de borst verwijderd.
Daarna volgt altijd nabehandeling met radiotherapie.
Na afloop de radiotherapie kan als adjuvante behandeling chemotherapie worden gegeven.
Vraag 20:
Testiscarcinoom is relatief zeldzaam, maar toch de meest voorkomende vorm van kanker bij
mannen tussen 15 en 40 jaar.
In 90% van de gevallen betreft het een kiemceltumor.
Er kan dan sprake zijn van een seminoom (55%) of een non-seminoom (45%). Als de
tumormarkers alfa-foetoproteïne (AFP) en het beta-hCG beide verhoogd zijn, dan wijst dat
meestal op een non-seminoom.
Als er lymfkliermetastasen para-aortaal en in de lever worden aangetroffen, is de
patiënt nog wel te genezen.
Vraag 21:
Plaveisel-carcinoom
, - Bovenste deel slokdarm
- Frequente consumptie van extreem hete dranken
- Alcohol-gebruik
Adeno-carcinoom
- Onderste deel slokdarm
- Obesitas
- Barret-oesofagus
Vraag 22:
De klachten en symptomen passen bij een acute leukemie.
U stuurt haar naar de eerste hulp van het ziekenhuis.
Daar wordt het volgende bloedonderzoek verricht:
- Hb, want zij ziet bleek;
- Trombocyten-aantal, want zij heeft petechiën;
- Leukocyten-aantal, want er zijn klachten die wijzen op leukostase.
Vraag 23:
Verlaagd serum ferritine, verhoogd aantal trombocyten (568 x 109/l)
- Ijzergebrek bij hypermennorrhoe
Verlaagd aantal trombocyten, verlaagd aantal leukocyten (2 x 109/l), verlaagd fibrinogeen
(1,0 gr/l)
- Acute pro-myelocyten leukemie
Verlaagd aantal trombocyten, verhoogd aantal leukocyten (34 x 109/l), normaal fibrinogeen
- Acute monocyten leukemie
Normaal serum ferritine, normaal aantal trombocyten
- Heterozygote b-thalassemie
Vraag 24:
Hodgkin lymfoom
- Bij diagnose meestal gelokaliseerd lymfoom
- Zeer goede kans op langdurige overleving
- Vaak bij jonge mensen (piek 20-40 jaar)
Non-Hodgkin lymfoom
- Overleving sterk wisselend (afhankelijk van het type)
- Vaker op oudere leeftijd
- Bij diagnose meestal verspreide lymfomen
