Inhoud
Les 1 05/03 websites ............................................................................................................................... 2
Les 2: 19/03/19 workshop..................................................................................................................... 14
Les 3: 26/03/19 SEO .............................................................................................................................. 14
Les 4 02/04/19 SEO workshop .............................................................................................................. 25
Les 5 23/04/19 content marketing ........................................................................................................ 26
Les 6 30/04/19 social media .................................................................................................................. 29
Exam ...................................................................................................................................................... 43
Digital atelier ......................................................................................................................................... 45
Uw aanwezigheid op het internet ..................................................................................................... 45
Aan de slag met zoekopdrachten ...................................................................................................... 48
Zorg dat u gevonden wordt via zoekopdrachten .............................................................................. 51
Zorg dat u profiteert van zoekopdrachten ........................................................................................ 54
Word gevonden op social media ....................................................................................................... 56
Meer inzicht in social media .............................................................................................................. 60
1
, Sv digital
Les 1 05/03 websites
• Paid: waar je voor betaald
o Bv: ad op facebook, youtube (pre-rolls), seo op google
• Owned: waar je zelf controle over hebt
o Bv ofline: u eigen winkel, folder
o Bv online: eigen website
• Earned: beetje controle
o Bv: blogs, sociale media kanaal = je kan hele leuke content
hebben maar als je weinig volgers of likes hebt maakt dit niet
uit → content aanbieden die interessant is voor het
doelpubliek
Topics: digitale zichtbaarheid
• Seo, search engines
• Social media
• Content marketing
• Website
Intro
Spele.nl, lyrics (info), msn (sociaal)
Digitale (e)evolutie
2
, • Web 1.0 – The shopping carts & static web
o Statisch website, info opzoeken, je kan zelf als consument niks toevoegen, om te
bellen internet afzetten en omgekeerd
• Web 2.0 – The writing and participating web
o Van statisch naar semantische web, je kan dingen toevoegen
• Web 3.0 – The semantic executing web
o Computers worden slimmer, tonen info die ze denken dat je zal willen en niet enkel
wat je zoekt (maken zelf suggesties)
• Web 4.0 – The Internet of Things
o Artificiële intelligentie: bv siri, google home, slimme koelkast,…
• Web 5.0 – The emotional web
• Een emotionele band met het web vormen en dat computers emoties zullen hebben
(relationele banden)
→ evolutie gebeurde niet op 1 dag, je zit in web 4.0 wanneer men de technologie effectief gebruikt
(en dus niet wanneer het wordt uitgevonden)
Web 1.0: Het shopping carts & static web
• Een “read-only web”
• Vergelijkbaar met enorme bibliotheek
• Statische websites
• Enkel consulteren, niet aanpassen van informatie
• Geen interactie
• Eerste shopping cart applicatie
o Producten worden voorgesteld zoals in catalogus of brochure
o Kunnen door iedereen overal gekocht worden
Web 2.0 Het writing and participating web
• Een “read-write” web
• Gekenmerkt door interactie en user empowerment:
o De rol van de gebruiker verandert:
▪ Van passieve gebruiker (consulteren en downloaden) naar maker (creëren,
uploaden) van content
▪ Content delen, interageren met andere gebruikers (online communities)
• Mensen verbinden -> het web wordt een sociaal gegeven
• Gekenmerkt door opkomst van blogs, social media en video streaming
Web 3.0 Het semantische web
• Een “read-write-execute” web
• Gedreven door technologische verandering:
o Het semantische web
o Geeft betekenis aan informatie
o Verbindt media, profielen, content en databases
o De enorme hoeveelheid content wordt gestructureerd
▪ Mensen krijgen informatie aangeboden die relevant is voor hen op dat
moment
▪ Lokale relevantie verhoogt door mobile
3
, Web 4.0 Internet of Things
• Aangepast aan de mobiele omgeving
o Verbindt alle data en devices in de ‘echte’ en de virtuele wereld in real-time
o Communicatie wort héél snel en relevant
o Mobiel overheerst
o Het web wordt een personal assistant
Web 5.0 Het emotionele web
• (Emotionele) interactie tussen mensen en computers
• Web is niet langer emotioneel neutraal, maar herkent de gevoelens en emoties van de
gebruiker
Voorbeelden:
Flicker: 2.0, want maakt nog niet echt suggesties
Amazon (oude versie): 1.0, geen persoonlijke suggesties, puur prod dat je wil opzoeken
Artikel: 3.0 als je een abonnement hebt dan krijg je artikelsuggesties door je leesgeschiedenins/web
2.0 als je er op kan reageren en kan delen, je kan zelf een artikel maken/web 1.0 als je het enkel kan
opzoeken en niks meer
Blog: 2.0 je ziet geen suggesties
Belangrijke opmerking:
De shift van 1.0 naar 2.0 (of 2.0 naar 3.0) is een evolutie in de manier waarop mensen technologie
gaan gebruiken
→ Digital marketing is not about technology, it’s about people
Vroeger: Van: "You can have any color as long as it's black“ (Henry Ford, 1908, Model T)
Nu: klant is koning,
• De consument is veeleisend
• De consument vergelijkt: Wie koopt vandaag iets dat je aangeboden wordt, zonder meer?
Voor de komst van het internet:
• De consument koopt gewoon wat er in de winkel ligt of wat de verkoper aanprijst
• De consument valt terug op de informatie die de reclame biedt om verschillende producten
of diensten tegenover elkaar af te wegen of de consument koopt dat product dat een vriend
of kennis ooit aanbevolen heeft, zelfs al is dat ondertussen alweer een tijd geleden
• De consument vraagt het vlak voor een belangrijke aankoop nog even na
Gevolg: marcom strategie:
• Focus op een doorgedreven verkoopstrategie
• Een opvallende en langdurige reclamecampagne die de voordelen van een product in de verf
zet (top of mind awareness)
weinig aandacht voor WOM (word of mouth / mond-tot-mond reclame)
4
Les 1 05/03 websites ............................................................................................................................... 2
Les 2: 19/03/19 workshop..................................................................................................................... 14
Les 3: 26/03/19 SEO .............................................................................................................................. 14
Les 4 02/04/19 SEO workshop .............................................................................................................. 25
Les 5 23/04/19 content marketing ........................................................................................................ 26
Les 6 30/04/19 social media .................................................................................................................. 29
Exam ...................................................................................................................................................... 43
Digital atelier ......................................................................................................................................... 45
Uw aanwezigheid op het internet ..................................................................................................... 45
Aan de slag met zoekopdrachten ...................................................................................................... 48
Zorg dat u gevonden wordt via zoekopdrachten .............................................................................. 51
Zorg dat u profiteert van zoekopdrachten ........................................................................................ 54
Word gevonden op social media ....................................................................................................... 56
Meer inzicht in social media .............................................................................................................. 60
1
, Sv digital
Les 1 05/03 websites
• Paid: waar je voor betaald
o Bv: ad op facebook, youtube (pre-rolls), seo op google
• Owned: waar je zelf controle over hebt
o Bv ofline: u eigen winkel, folder
o Bv online: eigen website
• Earned: beetje controle
o Bv: blogs, sociale media kanaal = je kan hele leuke content
hebben maar als je weinig volgers of likes hebt maakt dit niet
uit → content aanbieden die interessant is voor het
doelpubliek
Topics: digitale zichtbaarheid
• Seo, search engines
• Social media
• Content marketing
• Website
Intro
Spele.nl, lyrics (info), msn (sociaal)
Digitale (e)evolutie
2
, • Web 1.0 – The shopping carts & static web
o Statisch website, info opzoeken, je kan zelf als consument niks toevoegen, om te
bellen internet afzetten en omgekeerd
• Web 2.0 – The writing and participating web
o Van statisch naar semantische web, je kan dingen toevoegen
• Web 3.0 – The semantic executing web
o Computers worden slimmer, tonen info die ze denken dat je zal willen en niet enkel
wat je zoekt (maken zelf suggesties)
• Web 4.0 – The Internet of Things
o Artificiële intelligentie: bv siri, google home, slimme koelkast,…
• Web 5.0 – The emotional web
• Een emotionele band met het web vormen en dat computers emoties zullen hebben
(relationele banden)
→ evolutie gebeurde niet op 1 dag, je zit in web 4.0 wanneer men de technologie effectief gebruikt
(en dus niet wanneer het wordt uitgevonden)
Web 1.0: Het shopping carts & static web
• Een “read-only web”
• Vergelijkbaar met enorme bibliotheek
• Statische websites
• Enkel consulteren, niet aanpassen van informatie
• Geen interactie
• Eerste shopping cart applicatie
o Producten worden voorgesteld zoals in catalogus of brochure
o Kunnen door iedereen overal gekocht worden
Web 2.0 Het writing and participating web
• Een “read-write” web
• Gekenmerkt door interactie en user empowerment:
o De rol van de gebruiker verandert:
▪ Van passieve gebruiker (consulteren en downloaden) naar maker (creëren,
uploaden) van content
▪ Content delen, interageren met andere gebruikers (online communities)
• Mensen verbinden -> het web wordt een sociaal gegeven
• Gekenmerkt door opkomst van blogs, social media en video streaming
Web 3.0 Het semantische web
• Een “read-write-execute” web
• Gedreven door technologische verandering:
o Het semantische web
o Geeft betekenis aan informatie
o Verbindt media, profielen, content en databases
o De enorme hoeveelheid content wordt gestructureerd
▪ Mensen krijgen informatie aangeboden die relevant is voor hen op dat
moment
▪ Lokale relevantie verhoogt door mobile
3
, Web 4.0 Internet of Things
• Aangepast aan de mobiele omgeving
o Verbindt alle data en devices in de ‘echte’ en de virtuele wereld in real-time
o Communicatie wort héél snel en relevant
o Mobiel overheerst
o Het web wordt een personal assistant
Web 5.0 Het emotionele web
• (Emotionele) interactie tussen mensen en computers
• Web is niet langer emotioneel neutraal, maar herkent de gevoelens en emoties van de
gebruiker
Voorbeelden:
Flicker: 2.0, want maakt nog niet echt suggesties
Amazon (oude versie): 1.0, geen persoonlijke suggesties, puur prod dat je wil opzoeken
Artikel: 3.0 als je een abonnement hebt dan krijg je artikelsuggesties door je leesgeschiedenins/web
2.0 als je er op kan reageren en kan delen, je kan zelf een artikel maken/web 1.0 als je het enkel kan
opzoeken en niks meer
Blog: 2.0 je ziet geen suggesties
Belangrijke opmerking:
De shift van 1.0 naar 2.0 (of 2.0 naar 3.0) is een evolutie in de manier waarop mensen technologie
gaan gebruiken
→ Digital marketing is not about technology, it’s about people
Vroeger: Van: "You can have any color as long as it's black“ (Henry Ford, 1908, Model T)
Nu: klant is koning,
• De consument is veeleisend
• De consument vergelijkt: Wie koopt vandaag iets dat je aangeboden wordt, zonder meer?
Voor de komst van het internet:
• De consument koopt gewoon wat er in de winkel ligt of wat de verkoper aanprijst
• De consument valt terug op de informatie die de reclame biedt om verschillende producten
of diensten tegenover elkaar af te wegen of de consument koopt dat product dat een vriend
of kennis ooit aanbevolen heeft, zelfs al is dat ondertussen alweer een tijd geleden
• De consument vraagt het vlak voor een belangrijke aankoop nog even na
Gevolg: marcom strategie:
• Focus op een doorgedreven verkoopstrategie
• Een opvallende en langdurige reclamecampagne die de voordelen van een product in de verf
zet (top of mind awareness)
weinig aandacht voor WOM (word of mouth / mond-tot-mond reclame)
4
