Samenvatting - Doelgroepen A

Hoofdstuk 4 — personen met een
gedragsprobleem (deel 1 — ik wil
jou begrijpen)

, 1. In de schoenen van iemand met een
gedragsprobleem
1. Wat is gedrag?

Gedrag = al dan niet waarneembare acties, reacties of activiteiten, die we bewust of
onbewust, doen en laten




1. Waarneembaarheid

Waarneembaar gedrag Niet waarneembaar gedrag

- buitenkant, kan je zien en observeren - binnenkant, kan je uiterlijk niet waarnemen
- Bv.: lopen, praten, schrijven, … - Bv.: denken, voelen, herinneren, …
- Wat intern gebeurd wordt soms zichtbaar gedrag




2. Bewust of onbewust
Bewust gedrag Onbewust/automatisch gedrag

Acties zijn : Acties zijn :
- opzettelijk - automatisch
- Met volledig besef uitgevoerd - Re exmatig, uit gewoonte of spontaan
- Overdracht, voordat men handelt - Zonder dat er veel nagedacht wordt

Bv.: hand opsteken als je hulp nodig hebt Bv.: geeuwen

⚠ wat we automatisch doen past niet altijd in de
context
Bv.: kind valt in slaap tijdens eten




3. Doen of iets niet doen
Iets doen Iets niet doen

- actie uitvoeren - vermijden
- Actie niet uitvoeren
Bv.: door luid te schreeuwen krijgt de begeleider
aandacht van de cliënt Bv.: door niet verder te doen aan een opdracht (blijf
heel stil zitten, kijkt wat rond) hopen dat iemand
anders de opdracht doet (vermijdt de taak)




fl