Kwantitatief colleges aantekeningen
Week 1 – dinsdagochtend 5 februari
Toetsing: Multiple choice, 44 vragen. Open boek tentamen. Géén vragen met meerdere antwoorden. Wél
SPSS kennis. Compounds laten we vallen bij regressieanalyse > moderatiemodellen komen daarvoor in de
plaats.
Literatuur:
Vragenlijstconstructie staat niet in Field
Missiedata analyse?! Staat niet in het boek
Beslissingen en argumentatie Toulmin (Stephen Toulmins argumentatiemodel)
- Conclusie: keuze/besluit/opvatting
- Gegevens: informatie, i.e. statistische resultaten, type onderzoeksvraag, meetniveaus, resultaten
uit eerder onderzoek
- Rechtvaardiging: regels, principes
Rechtvaarding
Gegevens Conclusie
Kwaliteit onderzoek: 3 aspecten
Validiteit: de mate waarin de gemeten kenmerken daadwerkelijk de kenmerken zijn van de onderzochte
objecten (systematisch of random error). Meet ik wat ik wil meten? Als ik concepten om ga zetten in
meetbare stukjes, en ik ga het bij onderzoekselementen meten & vastleggen, meet ik dan ook
daadwerkelijk het concept wat ik wil meten?
Externe validiteit: mag ik mijn resultaten vertalen naar de populatie waar ik de steekproef uit getrokken
heb? Dat kan niet altijd. Een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen generaliseren: dat is als je steekproef
random getrokken is. Dan kun je alsnog een gekke steekproef hebben, maar het is een noodzakelijke
voorwaarde.
Betrouwbaarheid: De mate waarin de metingen van de kenmerken dezelfde resultaten oplevert als het
onderzoek onder dezelfde omstandigheden zou worden herhaald.
Bruikbaarheid: De mate waarin de onderzoeksresultaten goed aansluiten bij het probleem van de
opdrachtgever, ofwel die daadwerkelijk kunnen bijdragen aan de oplossing van een praktijkprobleem.
Heeft vooral te maken met: als ik het onderzoek doe, bijvoorbeeld voor een bedrijf, levert mijn onderzoek
voldoende handvaten voor de opdrachtgever om er iets aan te kunnen doen. Of als je maar een deel van
het probleem hebt getackeld. Hoe meer je missings of fouten hebt in een onderzoek, hoe minder bruikbaar.
Minder aansluiting bij het daadwerkelijke praktijkprobleem.
Faya Pijpers | 1
,Empirische cyclus (Vennix)
Casus: strategie en bedrijfsreputatie
Conceptueel model: Type strategie Reputatie
Hypothese: naarmate de diversiteit van activiteiten van bedrijven groter is, zal de communicatie van deze
bedrijven meer divers zijn en daardoor minder helder waar het bedrijf voor staat, waardoor de reputatie
van deze bedrijven slechter zal worden gewaardeerd.
Operationalisering:
Reputatie
Reputatie is hoe anderen (kanten, aandeelhouders, werknemers, investeerders) het bedrijf waarnemen en
er op reageren.
8 indicatoren:
1. Kwaliteit van het management
2. Kwaliteit van producten en diensten
3. Lange termijn investeringsaarde
4. Innovatie
5. Financiële situatie
6. Mogelijkheid om getalenteerde mensen aan te trekken, te ontwikkelen en te behouden
7. Sociale en ecologische verantwoordelijkheid
8. Het gebruik van bedrijfsbronnen (assets)
Voorbeeld vraag:
De volgende vraag gaat over de tien grootste bedrijven in de sector waar u werkt. Wilt u voor elk van de tien
bedrijven aangeven in welke mate de volgende acht kenmerken volgens u van toepassing zijn. indien u dit
kenmerk in een bedrijf slecht vindt, geeft u het een score van 0, indien u het uitstekend vindt, geeft u een
score 10.
Vraag 1: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 2: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 3: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 4: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 5: etc…
De docent heeft een manier laten zien hoe je deze gegevens kunt verwerken, en een eigen database kunt
opbouwen zonder dat je zelf die informatie hoeft te verzamelen door middel van een survey.
Faya Pijpers | 2
,Opstellen vragenlijst
Stap 1 Informatie
De variabelen, die nodig zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden, formuleren.
Stap 2 Dataverzamelingstechniek
- Enquête/Interview (1 uur en 15 min tot 1,5 uur is de grens voor een interview. Dat betekent
maximaal 200 tot 225 informatie eenheden). Informatie eenheden: geboortedatum is 3 informatie
eenheden, want: dag, maand, jaar.
Response set: als mensen op de automatische piloot antwoorden geven. Vragen moeten altijd
eenduidig zijn, op één manier te beantwoorden.
Als je een telefonische enquête doet, dan kun je minder vragen dan bij een face to face interview.
- schriftelijk (post, email, web)
- traditioneel, CAPI = computer assistent personal interview)
- telefonisch (traditioneel, CATI = computer assistent telefoon interview, gsm)
- Inhoudsanalyse
- kwantitatief/kwalitatief
- Observatie
- participerend/niet-participerend
Stap 3 Inhoud
Is de vraag noodzakelijk?
Is er meer dan 1 vraag nodig?
Als je een heel abstract begrip hebt, is het beter om meerdere vragen erover te stellen.
Stap 4 Capaciteit respondent
Is de respondent geïnformeerd?
Kan de respondent het zich herinneren?
Kán de respondent de vraag beantwoorden? (zijn ze thuis in het onderwerp?)
Stap 5 Bereidheid respondent
Inspanning voor de respondent
Context (bijv. taboe)
Legitimatie van het doel (we worden platgebeld door survey bedrijven)
Gevoelige informatie
Verhoog bereidheid (incentive, cadeaubonnen verloten)
Stap 6 Structuur vragen
Open vragen
Gesloten vragen
Single/multiple respons
Dichotome vragen (ja/nee, geslacht man/vrouw)
Schaal items (bijvoorbeeld Likert)
Faya Pijpers | 3
, Stap 7 Formulering
Gebruik gewone woorden
Gebruik eenduidige woorden (geen dubbele interpretatie)
Vermijd impliciete veronderstellingen
Vermijd generalisaties en schattingen
Gebruik positieve en negatieve stellingen (want response set)
Stap 8 en 9 Volgorde & Lay out
Openingsvragen > hier kun je ‘nonsense’ vragen kwijt, om vertrouwen te wekken
Type informatie
Moeilijke vragen
Effect op volgende vragen
Logische volgorde (thematisch ordenen)
Routings (mag je nog terug naar de vorige vraag, of niet? En niet-relevante vragen laten overslaan bijv.)
Rustige en overzichtelijke vormgeving
Voorbeeld routing:
System missing: als niet-relevante vragen NIET getoond worden, krijg je system missings.
User defined missing: als mensen een vraag voorgelegd krijgen maar het antwoord simpelweg niet weten
(je hebt geen valide antwoord gekregen op hetgeen je wilde meten).
Showcard: als je sociaal wenselijke antwoorden wilt mijden, dan kun je schriftelijk de vraag ook nog
toevoegen. Bij gevoelige onderwerpen gaat de geïnterviewde anders niet juist antwoorden.
Stap 10 Testen
Test je vragenlijst altijd bij:
- Personen uit de beoogde populatie
- Experts
Zo kun je bijvoorbeeld checken hoe lang het duurt, waar mensen tegenaan lopen.
Kruistabellen: hiermee kun je (achteraf) routings testten
Descriptives > Crosstabs > variabelen toevoegen bij rows en columns
Faya Pijpers | 4
Week 1 – dinsdagochtend 5 februari
Toetsing: Multiple choice, 44 vragen. Open boek tentamen. Géén vragen met meerdere antwoorden. Wél
SPSS kennis. Compounds laten we vallen bij regressieanalyse > moderatiemodellen komen daarvoor in de
plaats.
Literatuur:
Vragenlijstconstructie staat niet in Field
Missiedata analyse?! Staat niet in het boek
Beslissingen en argumentatie Toulmin (Stephen Toulmins argumentatiemodel)
- Conclusie: keuze/besluit/opvatting
- Gegevens: informatie, i.e. statistische resultaten, type onderzoeksvraag, meetniveaus, resultaten
uit eerder onderzoek
- Rechtvaardiging: regels, principes
Rechtvaarding
Gegevens Conclusie
Kwaliteit onderzoek: 3 aspecten
Validiteit: de mate waarin de gemeten kenmerken daadwerkelijk de kenmerken zijn van de onderzochte
objecten (systematisch of random error). Meet ik wat ik wil meten? Als ik concepten om ga zetten in
meetbare stukjes, en ik ga het bij onderzoekselementen meten & vastleggen, meet ik dan ook
daadwerkelijk het concept wat ik wil meten?
Externe validiteit: mag ik mijn resultaten vertalen naar de populatie waar ik de steekproef uit getrokken
heb? Dat kan niet altijd. Een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen generaliseren: dat is als je steekproef
random getrokken is. Dan kun je alsnog een gekke steekproef hebben, maar het is een noodzakelijke
voorwaarde.
Betrouwbaarheid: De mate waarin de metingen van de kenmerken dezelfde resultaten oplevert als het
onderzoek onder dezelfde omstandigheden zou worden herhaald.
Bruikbaarheid: De mate waarin de onderzoeksresultaten goed aansluiten bij het probleem van de
opdrachtgever, ofwel die daadwerkelijk kunnen bijdragen aan de oplossing van een praktijkprobleem.
Heeft vooral te maken met: als ik het onderzoek doe, bijvoorbeeld voor een bedrijf, levert mijn onderzoek
voldoende handvaten voor de opdrachtgever om er iets aan te kunnen doen. Of als je maar een deel van
het probleem hebt getackeld. Hoe meer je missings of fouten hebt in een onderzoek, hoe minder bruikbaar.
Minder aansluiting bij het daadwerkelijke praktijkprobleem.
Faya Pijpers | 1
,Empirische cyclus (Vennix)
Casus: strategie en bedrijfsreputatie
Conceptueel model: Type strategie Reputatie
Hypothese: naarmate de diversiteit van activiteiten van bedrijven groter is, zal de communicatie van deze
bedrijven meer divers zijn en daardoor minder helder waar het bedrijf voor staat, waardoor de reputatie
van deze bedrijven slechter zal worden gewaardeerd.
Operationalisering:
Reputatie
Reputatie is hoe anderen (kanten, aandeelhouders, werknemers, investeerders) het bedrijf waarnemen en
er op reageren.
8 indicatoren:
1. Kwaliteit van het management
2. Kwaliteit van producten en diensten
3. Lange termijn investeringsaarde
4. Innovatie
5. Financiële situatie
6. Mogelijkheid om getalenteerde mensen aan te trekken, te ontwikkelen en te behouden
7. Sociale en ecologische verantwoordelijkheid
8. Het gebruik van bedrijfsbronnen (assets)
Voorbeeld vraag:
De volgende vraag gaat over de tien grootste bedrijven in de sector waar u werkt. Wilt u voor elk van de tien
bedrijven aangeven in welke mate de volgende acht kenmerken volgens u van toepassing zijn. indien u dit
kenmerk in een bedrijf slecht vindt, geeft u het een score van 0, indien u het uitstekend vindt, geeft u een
score 10.
Vraag 1: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 2: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 3: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 4: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (eentje selecteren)
Vraag 5: etc…
De docent heeft een manier laten zien hoe je deze gegevens kunt verwerken, en een eigen database kunt
opbouwen zonder dat je zelf die informatie hoeft te verzamelen door middel van een survey.
Faya Pijpers | 2
,Opstellen vragenlijst
Stap 1 Informatie
De variabelen, die nodig zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden, formuleren.
Stap 2 Dataverzamelingstechniek
- Enquête/Interview (1 uur en 15 min tot 1,5 uur is de grens voor een interview. Dat betekent
maximaal 200 tot 225 informatie eenheden). Informatie eenheden: geboortedatum is 3 informatie
eenheden, want: dag, maand, jaar.
Response set: als mensen op de automatische piloot antwoorden geven. Vragen moeten altijd
eenduidig zijn, op één manier te beantwoorden.
Als je een telefonische enquête doet, dan kun je minder vragen dan bij een face to face interview.
- schriftelijk (post, email, web)
- traditioneel, CAPI = computer assistent personal interview)
- telefonisch (traditioneel, CATI = computer assistent telefoon interview, gsm)
- Inhoudsanalyse
- kwantitatief/kwalitatief
- Observatie
- participerend/niet-participerend
Stap 3 Inhoud
Is de vraag noodzakelijk?
Is er meer dan 1 vraag nodig?
Als je een heel abstract begrip hebt, is het beter om meerdere vragen erover te stellen.
Stap 4 Capaciteit respondent
Is de respondent geïnformeerd?
Kan de respondent het zich herinneren?
Kán de respondent de vraag beantwoorden? (zijn ze thuis in het onderwerp?)
Stap 5 Bereidheid respondent
Inspanning voor de respondent
Context (bijv. taboe)
Legitimatie van het doel (we worden platgebeld door survey bedrijven)
Gevoelige informatie
Verhoog bereidheid (incentive, cadeaubonnen verloten)
Stap 6 Structuur vragen
Open vragen
Gesloten vragen
Single/multiple respons
Dichotome vragen (ja/nee, geslacht man/vrouw)
Schaal items (bijvoorbeeld Likert)
Faya Pijpers | 3
, Stap 7 Formulering
Gebruik gewone woorden
Gebruik eenduidige woorden (geen dubbele interpretatie)
Vermijd impliciete veronderstellingen
Vermijd generalisaties en schattingen
Gebruik positieve en negatieve stellingen (want response set)
Stap 8 en 9 Volgorde & Lay out
Openingsvragen > hier kun je ‘nonsense’ vragen kwijt, om vertrouwen te wekken
Type informatie
Moeilijke vragen
Effect op volgende vragen
Logische volgorde (thematisch ordenen)
Routings (mag je nog terug naar de vorige vraag, of niet? En niet-relevante vragen laten overslaan bijv.)
Rustige en overzichtelijke vormgeving
Voorbeeld routing:
System missing: als niet-relevante vragen NIET getoond worden, krijg je system missings.
User defined missing: als mensen een vraag voorgelegd krijgen maar het antwoord simpelweg niet weten
(je hebt geen valide antwoord gekregen op hetgeen je wilde meten).
Showcard: als je sociaal wenselijke antwoorden wilt mijden, dan kun je schriftelijk de vraag ook nog
toevoegen. Bij gevoelige onderwerpen gaat de geïnterviewde anders niet juist antwoorden.
Stap 10 Testen
Test je vragenlijst altijd bij:
- Personen uit de beoogde populatie
- Experts
Zo kun je bijvoorbeeld checken hoe lang het duurt, waar mensen tegenaan lopen.
Kruistabellen: hiermee kun je (achteraf) routings testten
Descriptives > Crosstabs > variabelen toevoegen bij rows en columns
Faya Pijpers | 4
