Chemie oefeningen hoofdstuk 17
1. Voor welk van volgende zal de entropie van het systeem toenemen: het sublimeren van droogijs,
het condenseren van stoom, de reactie van magnesium met oxide tot magnesiumoxide, de reactie
van stikstof met waterstof tot ammoniumhydroxide.
Oplossing:
Sublimatie van droogijs, aangezien de moleculen in gastoestand vrijer kunnen bewegen dan
in vaste toestand, verhoogt de enthalpie. Bij de andere 3 gevallen wordt de stof ‘compacter’
en zullen de moleculen dus minder kunnen bewegen.
2. Voor welke reactie is het teken van S negatief in het systeem?
• 2 H2O(g) → 2 H2(g) + O2(g)
• 2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(g)
• H2O(s) → H2O(g)
• 2 H2O(l) + 2 K(s) → 2 K+(aq) + 2 OH-(aq) + H2(g)
Oplossing:
S is negatief als de entropie-veranderig ook negatief is. Enkel bij de tweede reactie is dit het
geval want voor de eerste en de laatste worden de moleculen gesplitst, en verhoogt de entropie
dus. Bij de derde blijft het hetzelfde dus S = 0
3. De specifieke entropieën voor volgende reactie zijn gegeven. Wat is de standaard entropie van de
reactie, S°, voor deze reactie?
S(s,rhombic) + O2(g) → SO2(g)
31.8 205.0 248.1
Oplossing:
S° = [1 mol * 248 J/K* mol] – [1 mol * 205.0 J/K*mol + 1 mol * 31.8 J/K*mol] = 11.3 J/K
4. S° = -198.7 J/K voor onderstaande reactie. Bereken S° voor NH3(g).
N2(g) + 3H2 -> 2 NH3(g)
Oplossing:
S° = [2 mol * X] – [3 mol * 130.6 J/K*mol + 1 mol * 191.5 J/K*mol] = -198.7 J/K
2 mol * X = 384.6 J/K X = 192.3 J/K*mol
5. Wat geldt voor een spontane reactie?:
a) Energie wordt behouden en de entropie van het systeem en de omgeving neemt toe
b) Zowel de energie als de entropie van het systeem en de omgeving nemen toe
c) De energie van het systeem en de omgeving nemen af, terwijl de entropie stijgt
d) Zowel de energie als de entropie worden behouden
1. Voor welk van volgende zal de entropie van het systeem toenemen: het sublimeren van droogijs,
het condenseren van stoom, de reactie van magnesium met oxide tot magnesiumoxide, de reactie
van stikstof met waterstof tot ammoniumhydroxide.
Oplossing:
Sublimatie van droogijs, aangezien de moleculen in gastoestand vrijer kunnen bewegen dan
in vaste toestand, verhoogt de enthalpie. Bij de andere 3 gevallen wordt de stof ‘compacter’
en zullen de moleculen dus minder kunnen bewegen.
2. Voor welke reactie is het teken van S negatief in het systeem?
• 2 H2O(g) → 2 H2(g) + O2(g)
• 2 H2(g) + O2(g) → 2 H2O(g)
• H2O(s) → H2O(g)
• 2 H2O(l) + 2 K(s) → 2 K+(aq) + 2 OH-(aq) + H2(g)
Oplossing:
S is negatief als de entropie-veranderig ook negatief is. Enkel bij de tweede reactie is dit het
geval want voor de eerste en de laatste worden de moleculen gesplitst, en verhoogt de entropie
dus. Bij de derde blijft het hetzelfde dus S = 0
3. De specifieke entropieën voor volgende reactie zijn gegeven. Wat is de standaard entropie van de
reactie, S°, voor deze reactie?
S(s,rhombic) + O2(g) → SO2(g)
31.8 205.0 248.1
Oplossing:
S° = [1 mol * 248 J/K* mol] – [1 mol * 205.0 J/K*mol + 1 mol * 31.8 J/K*mol] = 11.3 J/K
4. S° = -198.7 J/K voor onderstaande reactie. Bereken S° voor NH3(g).
N2(g) + 3H2 -> 2 NH3(g)
Oplossing:
S° = [2 mol * X] – [3 mol * 130.6 J/K*mol + 1 mol * 191.5 J/K*mol] = -198.7 J/K
2 mol * X = 384.6 J/K X = 192.3 J/K*mol
5. Wat geldt voor een spontane reactie?:
a) Energie wordt behouden en de entropie van het systeem en de omgeving neemt toe
b) Zowel de energie als de entropie van het systeem en de omgeving nemen toe
c) De energie van het systeem en de omgeving nemen af, terwijl de entropie stijgt
d) Zowel de energie als de entropie worden behouden