LEEREENHEID 1
§ 2.4
RECHTMATIGHEIDSBEGINSEL:
- Het bestuur behoort in overeenstemming te handelen met het geschreven en het ongeschreven
recht.
DE EIS VAN WETMATIGHEID VAN BESTUUR:
- Dit wordt ook wel genoemd het beginsel van wetmatigheid of het staatsrechtelijk
legaliteitsbeginsel.
- De eis van wetmatigheid van bestuur komt er op neer dat bestuurshandelingen op een wettelijke
grondslag moeten steunen. Tevens mag niet in strijd met de wet worden gehandeld en moet de
wetgever bevoegdheden van het bestuur duidelijk afbakenen en inhoudelijk begrenzen. Hier raakt
het beginsel van wetmatigheid van bestuur het specialiteitbeginsel.
BELASTENDE BESTUURSBEVOEGDHEDEN:
- Hiervan is sprake als een bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent welke leidt tot het eenzijdig
opleggen van verplichtingen aan burgers. De eis van wetmatigheid van bestuur is dan van
toepassing.
- De wetmatigheids eis komt dan onder meer tot uitdrukking in enkele grondwettelijke bepalingen.
Bijvoorbeeld artikel 104 Grondwet bepaald dat belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht
van een wet en artikel 14 Grondwet bepaald dat voor onteigening in het algemeen belang een
wettelijke grondslag nodig is.
- Maar ook wanneer de Grondwet dit niet uitdrukkelijk voorschrijft, gaat de rechtspraak ervan uit dat
verplichtingen (belastende bestuursbevoegdheden) alleen aan de burger mogen worden opgelegd
als hiertoe een wettelijke grondslag voor is. Eigendomsbeperking en beperking van andere
rechten van burgers vereisen ook een wettelijke grondslag.
JAMIN-ARREST / PETROLEUMKACHELS:
- De firma Jamin had zich niet gehouden aan een door de hoofdinspecteur gestelde eis dat er een
elektrische kachel in de winkel moest worden geplaatst. De Hoge Raad oordeelde dat de
hoofdinspecteur niet de bevoegdheid had tot het stellen van belastende eisen aangezien er geen
sprake was van een grondslag in de wet in formele zin. In de AMvB stond namelijk ‘bij’ en niet ‘bij
of krachtens AMvB’.
- Het Jamin-arrest is een klassiek arrest over wetmatigheid van bestuur.
REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR:
- Een belangrijke categorie belastende bevoegdheden van het bestuur betreft de bevoegdheden tot
het uitvaardigen van algemeen verbindende voorschriften.
- Bestuurswetgeving : veel algemeen verbindende voorschriften worden door bestuursorganen - en
niet door de wetgever in formele zin - op basis van hun regelgevende bestuursbevoegdheden tot
stand gebracht.
- Bestuurswetgeving vindt men bijvoorbeeld in verschillende soorten verordeningen en in algemene
maatregelen van bestuur. Het kan ook zijn dat bij AMvB algemeen verbindende voorschriften
worden gesteld die vervolgens bij ministeriele regeling c.q. ministeriele verordening moeten
worden uitgewerkt.
- Regelgevende bevoegdheden van bestuursorganen dienen uiteindelijk te zijn gebaseerd op een
grondslag in de wet in formele zin.
- Algemeen verbindende voorschriften worden ook wel wetgeving in materiële zin genoemd.
- Een wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen op basis van de procedure van artikel
81 van de Grondwet, dus een beslissing van de regering en Staten-Generaal gezamenlijk. Het
begrip wet in formele zin zegt dus iets over een grondwettelijke procedure.
, - Een wet in formele zin is meestal ook wetgeving in materiële zin. Voorbeeld hiervan is de
Wegenverkeerswet waarin diverse inhoudelijke regels staan. In artikel 5 is bijvoorbeeld
opgenomen dat het voor een ieder verboden is om zich zodanig te gedragen dat gevaar op de
weg wordt veroorzaakt. Dit is een algemene gedragsregel die zich als materieelwettelijk
voorschrift direct richt tot alle weggebruikers.
- Wetgeving in materiële zin (is a.v.v.) kan men dus aantreffen in de wet in formele zin maar ook in
besluiten van bestuursorganen (AMvB’s en ministeriele verordeningen en andere verordeningen).
- Organieke wetgeving: is wetgeving die op basis van een grondwettelijke opdracht tot stand wordt
gebracht.
MEERENBERG-ARREST:
- Dit arrest ging over de vraag in hoeverre AMvB’s op de (Grond)wet moeten steunen. De Koning
had zonder een specifieke wettelijke grondslag regels tot stand gebracht via een AMvB. Deze
AMvB schreef voor dat een geneeskundig gesticht een bevolkingsregister van haar bewoners
moest bijhouden. Het gesticht Meerenberg had dit niet gedaan en werd vervolgd door het
openbaar ministerie. De Hoge Raad oordeelde dat de koning alleen bevoegd was AMvB’s uit te
vaardigen voor zover zijn bevoegdheid daartoe zou zijn gebaseerd op de Grondwet of op een
bepaling in de wet in de formele zin. Zo bevestigde de Hoge Raad de eis van wetmatigheid van
bestuur: het bestuur moet op basis van de wet handelen, zeker als het burgers bindende regels
stelt.
DE OMVANG VAN DE EIS VAN WETMATIGHEID VAN BESTUUR:
- Voor het verlenen van subsidies is in de regel een wettelijke grondslag vereist. Dit is geregeld in
de Algemene wet bestuursrecht.
- De wetmatigheidseis geldt ook voor de sociale zekerheid (uitkeringen e.d.). (Konijnenbelt).
- Feitelijk handelen van bestuur hoeft niet op een (specifieke) wettelijke grondslag te steunen.
Echter feitelijk handelen dat een ingrijpende inbreuk maakt op rechten van burgers of dit kan
maken, is volgens de rechtspraak wel de legaliteitseis van toepassing.
- De Algemene wet bestuursrecht stelt de wetmatigheidseis in ieder geval voor bestuurlijke
sancties. De bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen moet op de wet
steunen.
- In beginsel ligt het niet voor de hand om de eis van wetmatigheid van bestuur te stellen voor
privaatrechtelijke bestuurshandelingen. Als het bestuur privaatrechtelijk handelt, handelt het in
beginsel net als iedere burger. De Hoge Raad heeft wel uitdrukkelijk bepaald dat indien het
bestuur privaatrechtelijk handelt, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de
grondrechten in acht moeten worden genomen.
- Ook als het bestuur het publiek domein beheert dient het de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur en de grondrechten te waarborgen. Publiek domein is overheidseigendom met een
openbare bestemming, zoals openbaar vaarwater. Een minister kan bijvoorbeeld schepen de
toegang tot openbaar vaarwater ontzeggen als er vervuiling dreigt.
FLUORIDERING-ARREST:
- Dit is een voorbeeld van een arrest waarin de legaliteitseis wordt gesteld. De Hoge Raad
oordeelde dat het een waterleidingbedrijf niet vrijstond om zonder wettelijke basis fluor aan
drinkwater toe te voegen, ook al werd hiermee de volksgezondheid gediend. Fluoridering werd
gezien als een feitelijke handeling van ingrijpende aard.
§ 2.4
RECHTMATIGHEIDSBEGINSEL:
- Het bestuur behoort in overeenstemming te handelen met het geschreven en het ongeschreven
recht.
DE EIS VAN WETMATIGHEID VAN BESTUUR:
- Dit wordt ook wel genoemd het beginsel van wetmatigheid of het staatsrechtelijk
legaliteitsbeginsel.
- De eis van wetmatigheid van bestuur komt er op neer dat bestuurshandelingen op een wettelijke
grondslag moeten steunen. Tevens mag niet in strijd met de wet worden gehandeld en moet de
wetgever bevoegdheden van het bestuur duidelijk afbakenen en inhoudelijk begrenzen. Hier raakt
het beginsel van wetmatigheid van bestuur het specialiteitbeginsel.
BELASTENDE BESTUURSBEVOEGDHEDEN:
- Hiervan is sprake als een bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent welke leidt tot het eenzijdig
opleggen van verplichtingen aan burgers. De eis van wetmatigheid van bestuur is dan van
toepassing.
- De wetmatigheids eis komt dan onder meer tot uitdrukking in enkele grondwettelijke bepalingen.
Bijvoorbeeld artikel 104 Grondwet bepaald dat belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht
van een wet en artikel 14 Grondwet bepaald dat voor onteigening in het algemeen belang een
wettelijke grondslag nodig is.
- Maar ook wanneer de Grondwet dit niet uitdrukkelijk voorschrijft, gaat de rechtspraak ervan uit dat
verplichtingen (belastende bestuursbevoegdheden) alleen aan de burger mogen worden opgelegd
als hiertoe een wettelijke grondslag voor is. Eigendomsbeperking en beperking van andere
rechten van burgers vereisen ook een wettelijke grondslag.
JAMIN-ARREST / PETROLEUMKACHELS:
- De firma Jamin had zich niet gehouden aan een door de hoofdinspecteur gestelde eis dat er een
elektrische kachel in de winkel moest worden geplaatst. De Hoge Raad oordeelde dat de
hoofdinspecteur niet de bevoegdheid had tot het stellen van belastende eisen aangezien er geen
sprake was van een grondslag in de wet in formele zin. In de AMvB stond namelijk ‘bij’ en niet ‘bij
of krachtens AMvB’.
- Het Jamin-arrest is een klassiek arrest over wetmatigheid van bestuur.
REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR:
- Een belangrijke categorie belastende bevoegdheden van het bestuur betreft de bevoegdheden tot
het uitvaardigen van algemeen verbindende voorschriften.
- Bestuurswetgeving : veel algemeen verbindende voorschriften worden door bestuursorganen - en
niet door de wetgever in formele zin - op basis van hun regelgevende bestuursbevoegdheden tot
stand gebracht.
- Bestuurswetgeving vindt men bijvoorbeeld in verschillende soorten verordeningen en in algemene
maatregelen van bestuur. Het kan ook zijn dat bij AMvB algemeen verbindende voorschriften
worden gesteld die vervolgens bij ministeriele regeling c.q. ministeriele verordening moeten
worden uitgewerkt.
- Regelgevende bevoegdheden van bestuursorganen dienen uiteindelijk te zijn gebaseerd op een
grondslag in de wet in formele zin.
- Algemeen verbindende voorschriften worden ook wel wetgeving in materiële zin genoemd.
- Een wet in formele zin is een wet die tot stand is gekomen op basis van de procedure van artikel
81 van de Grondwet, dus een beslissing van de regering en Staten-Generaal gezamenlijk. Het
begrip wet in formele zin zegt dus iets over een grondwettelijke procedure.
, - Een wet in formele zin is meestal ook wetgeving in materiële zin. Voorbeeld hiervan is de
Wegenverkeerswet waarin diverse inhoudelijke regels staan. In artikel 5 is bijvoorbeeld
opgenomen dat het voor een ieder verboden is om zich zodanig te gedragen dat gevaar op de
weg wordt veroorzaakt. Dit is een algemene gedragsregel die zich als materieelwettelijk
voorschrift direct richt tot alle weggebruikers.
- Wetgeving in materiële zin (is a.v.v.) kan men dus aantreffen in de wet in formele zin maar ook in
besluiten van bestuursorganen (AMvB’s en ministeriele verordeningen en andere verordeningen).
- Organieke wetgeving: is wetgeving die op basis van een grondwettelijke opdracht tot stand wordt
gebracht.
MEERENBERG-ARREST:
- Dit arrest ging over de vraag in hoeverre AMvB’s op de (Grond)wet moeten steunen. De Koning
had zonder een specifieke wettelijke grondslag regels tot stand gebracht via een AMvB. Deze
AMvB schreef voor dat een geneeskundig gesticht een bevolkingsregister van haar bewoners
moest bijhouden. Het gesticht Meerenberg had dit niet gedaan en werd vervolgd door het
openbaar ministerie. De Hoge Raad oordeelde dat de koning alleen bevoegd was AMvB’s uit te
vaardigen voor zover zijn bevoegdheid daartoe zou zijn gebaseerd op de Grondwet of op een
bepaling in de wet in de formele zin. Zo bevestigde de Hoge Raad de eis van wetmatigheid van
bestuur: het bestuur moet op basis van de wet handelen, zeker als het burgers bindende regels
stelt.
DE OMVANG VAN DE EIS VAN WETMATIGHEID VAN BESTUUR:
- Voor het verlenen van subsidies is in de regel een wettelijke grondslag vereist. Dit is geregeld in
de Algemene wet bestuursrecht.
- De wetmatigheidseis geldt ook voor de sociale zekerheid (uitkeringen e.d.). (Konijnenbelt).
- Feitelijk handelen van bestuur hoeft niet op een (specifieke) wettelijke grondslag te steunen.
Echter feitelijk handelen dat een ingrijpende inbreuk maakt op rechten van burgers of dit kan
maken, is volgens de rechtspraak wel de legaliteitseis van toepassing.
- De Algemene wet bestuursrecht stelt de wetmatigheidseis in ieder geval voor bestuurlijke
sancties. De bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen moet op de wet
steunen.
- In beginsel ligt het niet voor de hand om de eis van wetmatigheid van bestuur te stellen voor
privaatrechtelijke bestuurshandelingen. Als het bestuur privaatrechtelijk handelt, handelt het in
beginsel net als iedere burger. De Hoge Raad heeft wel uitdrukkelijk bepaald dat indien het
bestuur privaatrechtelijk handelt, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de
grondrechten in acht moeten worden genomen.
- Ook als het bestuur het publiek domein beheert dient het de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur en de grondrechten te waarborgen. Publiek domein is overheidseigendom met een
openbare bestemming, zoals openbaar vaarwater. Een minister kan bijvoorbeeld schepen de
toegang tot openbaar vaarwater ontzeggen als er vervuiling dreigt.
FLUORIDERING-ARREST:
- Dit is een voorbeeld van een arrest waarin de legaliteitseis wordt gesteld. De Hoge Raad
oordeelde dat het een waterleidingbedrijf niet vrijstond om zonder wettelijke basis fluor aan
drinkwater toe te voegen, ook al werd hiermee de volksgezondheid gediend. Fluoridering werd
gezien als een feitelijke handeling van ingrijpende aard.