Blok 1.8 – ontwikkeling en onderwijs vanuit multicultureel perspectief
COLLEGE 1 (8-6-17)
Thema’s in het blok
Colleges
Literatuur
Toetsing
Thema’s in het blok
- Migratiegeschiedenis
- Theorie
- Opvoeding
- Ontwikkeling
- Onderwijs
Migratiegolven in naoorlogs Nederland:
1. Repatrianten (mensen die terugkeren naar vaderland) uit Nederlands Indië (jaren ’50)
2. Gastarbeidersmigratie (jaren ’60 en ’70)
3. Gezinshereniging en -vorming
4. (Tweede golf van) postkoloniale migratie (jaren ’70 en ’80)
5. Asielmigratie (jaren ’90) = migratie vanwege politieke en humanitaire situaties,
waardoor mensen niet meer kunnen blijven wonen en vluchten.
6. Arbeidsmigranten Midden- en Oost-Europa (na 2004)
7. Asielmigratie (jaren ‘10)
Geschiedenis
- Migratiegeschiedenis van migrantengezinnen in Nederland
- Religie van migrantengezinnen in Nederland
- Cultuur van migrantengezinnen in Nederland
Vaak wordt cultuur en religie door elkaar gebruiktklopt nieter wordt iets gezegd over
cultuur wat eigenlijk gaat over religie of andersom.
Theorie
1. Acculturatie theorieën
Acculturatie is het veranderingsproces dat ontstaat als twee autonome culturen in
langdurig en direct contact met elkaar zijn
Bestuderen vanuit drie auteurs:
o Berryacculturatiemodel=er zijn twee dimensies als het gaat om
acculturatie. Die dimensies kan je kruisen met elkaar, dan ontstaan er vier
strategieën:
1. Contact tussen twee culturen
2. Behoud van de eigen cultuur
Assimilatie=veel contact andere cultuur
Integratie=beide dimensies hoog
Separatie=eigen cultuur behouden, weinig contact
Marginalisatie=beide dimensies laag
o Ogbucategorisering van etnische minderheden. Er zijn drie categoriën:
1. Autonome minderheden; ze behouden eigen cultuur wel in
privésfeer, maar participeren gelijkwaardig in de samenleving
2. Immigranten minderheden; komen met hoge positieve
verwachtingen, zijn recent geïmmigreerd
, 3. Kasteachtige minderheden; gevangen in de lage SES, ze hebben
negatieve ervaringen opgedaan met immigreren(bijv. slavernij,
koloniale onderdrukking)
o Gordonassimilatiemodel, met zeven deelprocessen
1. Verandering van cultuur (culturele assimilatie)
2. Toegang tot informele clubs en netwerken en formele instituties (je
mag meer deelnemen)
3. Gemengde huwelijken (huwelijksassimilatie)
4. Ontwikkeling van de identiteit op basis van ontvangende land
5. Afwezigheid van vooroordelen
6. Afwezigheid van discriminatie
7. Afwezigheid van waarden- en machtsconflicten
Dit gebeurt niet bij 1 individu, maar ontwikkelt zich door de
tijd heen
2. Theorieën uit de sociale psychologie
o Basisbegrippen:
Stereotypen
Vooroordelen
Discriminatie
Stereotypen zijn cognitieve middelen wat gebruikt wordt om
complexe omgevingen te ordenen. Het wordt onwenselijk als je
negatieve aspecten gaat overgeneraliseren naar groepen. Als
je gaat evalueren(affectief; oordeel vormen) dan spreek je van
een vooroordeel. Als je je er naar gaat gedragen, dan is het
discriminatie
o Twee fenomenen:
Contacthypothesecontact met leden van andere groepen vermindert
vooroordelen over die groep, mits er aan een aantal voorwaarden
wordt voldaan, zoals gelijke status, gemeenschappelijke doelen en
samenwerken (Allport)
Stereotype threatde angst dat men gereduceerd wordt tot het
negatieve stereotype van de groep waartoe men behoort. Het is het
gevoel dat je tot een bepaalde groep behoort en daardoor slecht
presteert (bijv. meisjes zijn slecht in wiskunde)
Opvoeding
Nuclear family=kern=gezin
Joint family=de rest er omheen
Cultuur:
- Individualistisch
- Collectivistisch
- Paternalistisch
- Maternalistisch
- Rol van broertjes en zusjes
Ontwikkeling en onderwijs
Multicultureel onderwijs – vijf dimensies (Banks)
Competenties van leraren in cultureel gemengde klassen
Burgerschapsonderwijs(sinds 2006 verplicht)maatschappijleer
COLLEGE 1 (8-6-17)
Thema’s in het blok
Colleges
Literatuur
Toetsing
Thema’s in het blok
- Migratiegeschiedenis
- Theorie
- Opvoeding
- Ontwikkeling
- Onderwijs
Migratiegolven in naoorlogs Nederland:
1. Repatrianten (mensen die terugkeren naar vaderland) uit Nederlands Indië (jaren ’50)
2. Gastarbeidersmigratie (jaren ’60 en ’70)
3. Gezinshereniging en -vorming
4. (Tweede golf van) postkoloniale migratie (jaren ’70 en ’80)
5. Asielmigratie (jaren ’90) = migratie vanwege politieke en humanitaire situaties,
waardoor mensen niet meer kunnen blijven wonen en vluchten.
6. Arbeidsmigranten Midden- en Oost-Europa (na 2004)
7. Asielmigratie (jaren ‘10)
Geschiedenis
- Migratiegeschiedenis van migrantengezinnen in Nederland
- Religie van migrantengezinnen in Nederland
- Cultuur van migrantengezinnen in Nederland
Vaak wordt cultuur en religie door elkaar gebruiktklopt nieter wordt iets gezegd over
cultuur wat eigenlijk gaat over religie of andersom.
Theorie
1. Acculturatie theorieën
Acculturatie is het veranderingsproces dat ontstaat als twee autonome culturen in
langdurig en direct contact met elkaar zijn
Bestuderen vanuit drie auteurs:
o Berryacculturatiemodel=er zijn twee dimensies als het gaat om
acculturatie. Die dimensies kan je kruisen met elkaar, dan ontstaan er vier
strategieën:
1. Contact tussen twee culturen
2. Behoud van de eigen cultuur
Assimilatie=veel contact andere cultuur
Integratie=beide dimensies hoog
Separatie=eigen cultuur behouden, weinig contact
Marginalisatie=beide dimensies laag
o Ogbucategorisering van etnische minderheden. Er zijn drie categoriën:
1. Autonome minderheden; ze behouden eigen cultuur wel in
privésfeer, maar participeren gelijkwaardig in de samenleving
2. Immigranten minderheden; komen met hoge positieve
verwachtingen, zijn recent geïmmigreerd
, 3. Kasteachtige minderheden; gevangen in de lage SES, ze hebben
negatieve ervaringen opgedaan met immigreren(bijv. slavernij,
koloniale onderdrukking)
o Gordonassimilatiemodel, met zeven deelprocessen
1. Verandering van cultuur (culturele assimilatie)
2. Toegang tot informele clubs en netwerken en formele instituties (je
mag meer deelnemen)
3. Gemengde huwelijken (huwelijksassimilatie)
4. Ontwikkeling van de identiteit op basis van ontvangende land
5. Afwezigheid van vooroordelen
6. Afwezigheid van discriminatie
7. Afwezigheid van waarden- en machtsconflicten
Dit gebeurt niet bij 1 individu, maar ontwikkelt zich door de
tijd heen
2. Theorieën uit de sociale psychologie
o Basisbegrippen:
Stereotypen
Vooroordelen
Discriminatie
Stereotypen zijn cognitieve middelen wat gebruikt wordt om
complexe omgevingen te ordenen. Het wordt onwenselijk als je
negatieve aspecten gaat overgeneraliseren naar groepen. Als
je gaat evalueren(affectief; oordeel vormen) dan spreek je van
een vooroordeel. Als je je er naar gaat gedragen, dan is het
discriminatie
o Twee fenomenen:
Contacthypothesecontact met leden van andere groepen vermindert
vooroordelen over die groep, mits er aan een aantal voorwaarden
wordt voldaan, zoals gelijke status, gemeenschappelijke doelen en
samenwerken (Allport)
Stereotype threatde angst dat men gereduceerd wordt tot het
negatieve stereotype van de groep waartoe men behoort. Het is het
gevoel dat je tot een bepaalde groep behoort en daardoor slecht
presteert (bijv. meisjes zijn slecht in wiskunde)
Opvoeding
Nuclear family=kern=gezin
Joint family=de rest er omheen
Cultuur:
- Individualistisch
- Collectivistisch
- Paternalistisch
- Maternalistisch
- Rol van broertjes en zusjes
Ontwikkeling en onderwijs
Multicultureel onderwijs – vijf dimensies (Banks)
Competenties van leraren in cultureel gemengde klassen
Burgerschapsonderwijs(sinds 2006 verplicht)maatschappijleer