Probleem 1 – Wie zijn onze landgenoten?
Leerdoelen:
1. Grote migrantengroepen in Nederland in het schema invullen, met kenmerken
2. Definitie allochtoon/autochtoon (eerste en tweede generatie) + kanttekeningen
3. Wat is de theorie van Harkness en Super?
Bronnen:
- Basisboeken:
o Eldering Hoofdstuk 2
o Eldering Hoofdstuk 3
- Artikelen:
o Buck & de Roos (2015)
o Gijsberts & Dagevos (2016)
o Gijsberts & Lubbers (2013)
o Dourleijn & Dagevos (2011)
o Gijsberts, Huijk & Vogels (2011)
o Gijsberts & Dagevos (2010)
o Nicholaas (2011)
o Leerkes (2012)
o Meijer & Sommer (2016)
- Site
o NOS Adviesraad overheid stopt met termen allochtoon en autochtoon
1
, Grote migrantengroepen in Nederland in het schema invullen, met kenmerken
(zie ook samenvatting per groep!)s
Bevolkings- Migratiereden Migratiegeschieden Taal Opleiding Werk en inkomen Religie Banden met land van
omvang is herkomst
Marokkanen 363.000 - gezinshereniging Vanaf ’60 steeds Redelijk/slecht (steeds Veel dropouts op Meeste werkloosheid Moslim, streng geloof -dubbele natonaliteit
- slechte meer vrouwen beter) school, vooral jongens, aanhangen (2e generatie -sterke focus op de eigen
economische 4 fasen van veel criminelen. bezoekt meer de groep, maar ook op
omstandigheden migrate 2e generate Opleidingsniveau moskee) autochtonen
eigen land 1.ketenmigrate probleemloos neemt toe met de
2.gezinshereniging generates
3. vorming etnische
gemeenschappen+
eigen voorzieningen
4. gezinsvorming
Turken 393.000 - gezinshereniging Vanaf ‘60 steeds Slecht, veel moeite mee. Laag door de slechte -Veel eigen zaken, Moslim, streng geloof -dubbele natonaliteit
(grootste - slechte meer vrouwen Vooral jonge migranten taal zelfstandig aanhangen (2e generatie -sterke focus op de eigen
groep) economische slecht. 1e generate laag, 2e ondernemers bezoekt meer de groep
omstandigheden generate beter -meest gunstge posite moskee)
eigen land 2e generate 22% Havo/VWO -Vrouwen werken veel
probleemloos -10% werkloos (weinig)
Surinamers 347.000 - opleiding Kinderen (tot 1990) Beheerste goed 34% Havo/VWO Vrouwen werken 2/3 is gelovig -minder voorkeur voor
- voor voor onderwijs op Nederlands evenveel als vrouwen (onduidelijk welk eigen groep of
onafhankelijkheid VO + HO Hoger onderwijs, wel uit Nederland. geloof) Nederlanders (gelijk)
- na de Vanaf 1975 vooral blijvende achterstand Gunstge posite op de -best geïntegreerde groep
decembermoorden economisch/polite op autochtone arbeidsmarkt
ke redenen leerlingen -
Antillianen/
Arubanen
Chinezen 50.000- - werk (horeca) 4 migrategroepen: 1e generatie: slecht Relatief hoog niveau, -43% horeca -Beperkt gelovig -weinig contact met
71.500 - gezinsmigrate <1990 +1990-200 2e generatie: goed vooral de 2e generatie. -Laag inkomen -25% geloof autochtonen(2e generatie
- nu: studie en Voor gezin en werk Thuis wel Chinees praten -Weinig werkloosheid -vooral boeddhisme en wel)
kennismigranten >2000 + 2e Veel gestimuleerd van -Vrouwen maken lange volksgeloof -gericht op de eigen
generate huis uit dagen groep(Chinezen), niet op
Voor studie, werk + -veel eigen zaken (zelf- het eigen land(China)
gezin standig ondernemers)
Polen en P: 160.000- - werk (P 80%, B P: 2004: geen 1 op 3 verstaat Polen: hoog, maar ook Polen: 84% werkt, Polen: katholiek, -sterk gericht op de eigen
180.000(nu
2
,Bulgaren grootste 64%) verblijfsvergunning Nederlands groepje laag vooral schoonmaken worden minder gelovig groep; politek, geld sturen,
binnen- - gezin (P 14%, B P: 2007: geen Bulgaren: laag (vooral en bouw Bulgaren: oosters- huis en gezin daar
komende 20%) tewerkstellings- Spreken kunnen ze niet de Turkse, de etnische Bulgaren: 47-59% orthodoxe Christenen -Polen sterkst: is dichterbij
groep) - studie (B 25%) vergunning iets hoger) werkt, vooral industrie, en moslims en hun ‘oude’ situate was
Polen leren NL met een bouw en land- en beter
B: 34.000- Vestginsmigrate + B: 2007: vrij taalcursus tuinbouw
44.000 arbeidsmigrate + vestgen Bulgaren leren NL door
studiemigrate B: wel interacte met
tewerkstellings- autochtonen
vergunning
Vluchtelingen/ Samen - Studie Eerste helf ’90: Somaliërs hebben meeste Iraans: zeer hoog -Iran: 50% werkt, 20% -Iran: 50% geloof -af en toe contact
asielzoekers 150.000. - Huwelijk Iraans problemen Irak + Afghanistan: paar werkloos (onduidelijk in wat) -vaker contact met
Per jaar - gezinshereniging Vanaf 2005: Iraanse mensen hebben hoog, paar laag -Somalië: 33% werkloos -Somalië+Afghanistan: autochtonen
10.000- Somaliërs minste problemen Somalië: zeer laag Irak/Afgh.: 28% moslim 100% -dubbele identficate
15.000 aan- Eind werkloos - Iran + Irak: 20% -Iraans meeste contact +
vragen (voor ‘90+2000+2001: Zelfde niveau als Turken -Lage posite op de christen minste opsturen, Somaliërs
2015), nu Afgahanen en Marokkanen door de arbeidsmarkt minste contact+meeste
ongeveer 2e helf ’90: Iraaks inburgeringscursus -Veel werkloosheid opsturen
43.000 per - lage functes (behalve
jaar Iran)
3
, Definitie allochtoon/autochtoon (eerste en tweede generatie) + kanttekeningen
De WRR(Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en CBS(Centraal Bureau voor
de Statistiek) gebruiken niet langer de woorden allochtoon en autochtoon. Zij vinden
namelijk dat de begrippen niet precies genoeg zijn en te stigmatiserend.
Voortaan wordt er gesproken van ‘inwoners met een migratieachtergrond’ en ‘inwoners met
een Nederlandse achtergrond’. Dit is gedaan om het begrip te verhelderen, want het was
onduidelijk wie onder ‘allochtoon’ vielen en er zat een negatieve klank aan.
De WRR voerde de begrippen allochtoon en autochtoon in. Het begrip allochtoon was een
neutraal, objectief begrip dat achterstanden zichtbaar zou kunnen maken en de overheid zou
kunnen helpen om de integratie te bevorderen van mensen met een migratieachtergrond
(ook als die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hadden verworven).
De term was erg nuttig bij het beschrijven van de maatschappelijke positie van de
herkomstgroepen in Nederland.
Waarom moet het begrip allochtoon weg? kanttekeningen/bezwaren
Onvoldoende neutraalheeft ongewenste gevolgen voor met name de sociaal-
culturele integratie van mensen uit een migratiefamilie. Vooral de kinderen van
migranten vinden dit vervelend. Zij zijn geboren en getogen ‘autochtonen’, maar
worden wel nog steeds autochtonen genoemd. Hiermee worden deze kinderen van
migranten op afstand geplaatst en dus gestigmatiseerd.
Negatieve lading van het begrip
De definitie van allochtoon volgens CBS is: een persoon die in Nederland woonachtig is en
van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Voldoe je aan die definitie en ben je zelf in het buitenland geboren, dan behoor je tot de
eerste generatie allochtoon. Ben je in Nederland geboren, dan behoor je tot de tweede
generatie allochtoon.
Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht hun
eigen geboorteland.
Voordelen nieuwe definitie:
- Sluit aan bij de etnische zelfcategorisering
- Verwarring herkomst en nationaliteit verholpen
- Minder uitsluiting
Voordelen oude definitie:
- Beschrijft maatschappelijke positie
- Handig voor de integratie
Nadeel:
- Begrip is niet neutraal
4 criteria om allochtoon te zijn:
1. Nationaliteitje moet niet-Nederlands zijn
2. Geboortelandeerste generatie/tweede generatie
3. Geboorteland van je oudersbuitenland, anders ben je geen allochtoon
4. Zelfidentificatieje moet jezelf tot die groep rekenen, het gevoel hebben erbij te horen
4
Leerdoelen:
1. Grote migrantengroepen in Nederland in het schema invullen, met kenmerken
2. Definitie allochtoon/autochtoon (eerste en tweede generatie) + kanttekeningen
3. Wat is de theorie van Harkness en Super?
Bronnen:
- Basisboeken:
o Eldering Hoofdstuk 2
o Eldering Hoofdstuk 3
- Artikelen:
o Buck & de Roos (2015)
o Gijsberts & Dagevos (2016)
o Gijsberts & Lubbers (2013)
o Dourleijn & Dagevos (2011)
o Gijsberts, Huijk & Vogels (2011)
o Gijsberts & Dagevos (2010)
o Nicholaas (2011)
o Leerkes (2012)
o Meijer & Sommer (2016)
- Site
o NOS Adviesraad overheid stopt met termen allochtoon en autochtoon
1
, Grote migrantengroepen in Nederland in het schema invullen, met kenmerken
(zie ook samenvatting per groep!)s
Bevolkings- Migratiereden Migratiegeschieden Taal Opleiding Werk en inkomen Religie Banden met land van
omvang is herkomst
Marokkanen 363.000 - gezinshereniging Vanaf ’60 steeds Redelijk/slecht (steeds Veel dropouts op Meeste werkloosheid Moslim, streng geloof -dubbele natonaliteit
- slechte meer vrouwen beter) school, vooral jongens, aanhangen (2e generatie -sterke focus op de eigen
economische 4 fasen van veel criminelen. bezoekt meer de groep, maar ook op
omstandigheden migrate 2e generate Opleidingsniveau moskee) autochtonen
eigen land 1.ketenmigrate probleemloos neemt toe met de
2.gezinshereniging generates
3. vorming etnische
gemeenschappen+
eigen voorzieningen
4. gezinsvorming
Turken 393.000 - gezinshereniging Vanaf ‘60 steeds Slecht, veel moeite mee. Laag door de slechte -Veel eigen zaken, Moslim, streng geloof -dubbele natonaliteit
(grootste - slechte meer vrouwen Vooral jonge migranten taal zelfstandig aanhangen (2e generatie -sterke focus op de eigen
groep) economische slecht. 1e generate laag, 2e ondernemers bezoekt meer de groep
omstandigheden generate beter -meest gunstge posite moskee)
eigen land 2e generate 22% Havo/VWO -Vrouwen werken veel
probleemloos -10% werkloos (weinig)
Surinamers 347.000 - opleiding Kinderen (tot 1990) Beheerste goed 34% Havo/VWO Vrouwen werken 2/3 is gelovig -minder voorkeur voor
- voor voor onderwijs op Nederlands evenveel als vrouwen (onduidelijk welk eigen groep of
onafhankelijkheid VO + HO Hoger onderwijs, wel uit Nederland. geloof) Nederlanders (gelijk)
- na de Vanaf 1975 vooral blijvende achterstand Gunstge posite op de -best geïntegreerde groep
decembermoorden economisch/polite op autochtone arbeidsmarkt
ke redenen leerlingen -
Antillianen/
Arubanen
Chinezen 50.000- - werk (horeca) 4 migrategroepen: 1e generatie: slecht Relatief hoog niveau, -43% horeca -Beperkt gelovig -weinig contact met
71.500 - gezinsmigrate <1990 +1990-200 2e generatie: goed vooral de 2e generatie. -Laag inkomen -25% geloof autochtonen(2e generatie
- nu: studie en Voor gezin en werk Thuis wel Chinees praten -Weinig werkloosheid -vooral boeddhisme en wel)
kennismigranten >2000 + 2e Veel gestimuleerd van -Vrouwen maken lange volksgeloof -gericht op de eigen
generate huis uit dagen groep(Chinezen), niet op
Voor studie, werk + -veel eigen zaken (zelf- het eigen land(China)
gezin standig ondernemers)
Polen en P: 160.000- - werk (P 80%, B P: 2004: geen 1 op 3 verstaat Polen: hoog, maar ook Polen: 84% werkt, Polen: katholiek, -sterk gericht op de eigen
180.000(nu
2
,Bulgaren grootste 64%) verblijfsvergunning Nederlands groepje laag vooral schoonmaken worden minder gelovig groep; politek, geld sturen,
binnen- - gezin (P 14%, B P: 2007: geen Bulgaren: laag (vooral en bouw Bulgaren: oosters- huis en gezin daar
komende 20%) tewerkstellings- Spreken kunnen ze niet de Turkse, de etnische Bulgaren: 47-59% orthodoxe Christenen -Polen sterkst: is dichterbij
groep) - studie (B 25%) vergunning iets hoger) werkt, vooral industrie, en moslims en hun ‘oude’ situate was
Polen leren NL met een bouw en land- en beter
B: 34.000- Vestginsmigrate + B: 2007: vrij taalcursus tuinbouw
44.000 arbeidsmigrate + vestgen Bulgaren leren NL door
studiemigrate B: wel interacte met
tewerkstellings- autochtonen
vergunning
Vluchtelingen/ Samen - Studie Eerste helf ’90: Somaliërs hebben meeste Iraans: zeer hoog -Iran: 50% werkt, 20% -Iran: 50% geloof -af en toe contact
asielzoekers 150.000. - Huwelijk Iraans problemen Irak + Afghanistan: paar werkloos (onduidelijk in wat) -vaker contact met
Per jaar - gezinshereniging Vanaf 2005: Iraanse mensen hebben hoog, paar laag -Somalië: 33% werkloos -Somalië+Afghanistan: autochtonen
10.000- Somaliërs minste problemen Somalië: zeer laag Irak/Afgh.: 28% moslim 100% -dubbele identficate
15.000 aan- Eind werkloos - Iran + Irak: 20% -Iraans meeste contact +
vragen (voor ‘90+2000+2001: Zelfde niveau als Turken -Lage posite op de christen minste opsturen, Somaliërs
2015), nu Afgahanen en Marokkanen door de arbeidsmarkt minste contact+meeste
ongeveer 2e helf ’90: Iraaks inburgeringscursus -Veel werkloosheid opsturen
43.000 per - lage functes (behalve
jaar Iran)
3
, Definitie allochtoon/autochtoon (eerste en tweede generatie) + kanttekeningen
De WRR(Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) en CBS(Centraal Bureau voor
de Statistiek) gebruiken niet langer de woorden allochtoon en autochtoon. Zij vinden
namelijk dat de begrippen niet precies genoeg zijn en te stigmatiserend.
Voortaan wordt er gesproken van ‘inwoners met een migratieachtergrond’ en ‘inwoners met
een Nederlandse achtergrond’. Dit is gedaan om het begrip te verhelderen, want het was
onduidelijk wie onder ‘allochtoon’ vielen en er zat een negatieve klank aan.
De WRR voerde de begrippen allochtoon en autochtoon in. Het begrip allochtoon was een
neutraal, objectief begrip dat achterstanden zichtbaar zou kunnen maken en de overheid zou
kunnen helpen om de integratie te bevorderen van mensen met een migratieachtergrond
(ook als die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hadden verworven).
De term was erg nuttig bij het beschrijven van de maatschappelijke positie van de
herkomstgroepen in Nederland.
Waarom moet het begrip allochtoon weg? kanttekeningen/bezwaren
Onvoldoende neutraalheeft ongewenste gevolgen voor met name de sociaal-
culturele integratie van mensen uit een migratiefamilie. Vooral de kinderen van
migranten vinden dit vervelend. Zij zijn geboren en getogen ‘autochtonen’, maar
worden wel nog steeds autochtonen genoemd. Hiermee worden deze kinderen van
migranten op afstand geplaatst en dus gestigmatiseerd.
Negatieve lading van het begrip
De definitie van allochtoon volgens CBS is: een persoon die in Nederland woonachtig is en
van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Voldoe je aan die definitie en ben je zelf in het buitenland geboren, dan behoor je tot de
eerste generatie allochtoon. Ben je in Nederland geboren, dan behoor je tot de tweede
generatie allochtoon.
Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht hun
eigen geboorteland.
Voordelen nieuwe definitie:
- Sluit aan bij de etnische zelfcategorisering
- Verwarring herkomst en nationaliteit verholpen
- Minder uitsluiting
Voordelen oude definitie:
- Beschrijft maatschappelijke positie
- Handig voor de integratie
Nadeel:
- Begrip is niet neutraal
4 criteria om allochtoon te zijn:
1. Nationaliteitje moet niet-Nederlands zijn
2. Geboortelandeerste generatie/tweede generatie
3. Geboorteland van je oudersbuitenland, anders ben je geen allochtoon
4. Zelfidentificatieje moet jezelf tot die groep rekenen, het gevoel hebben erbij te horen
4