Samenvatting thema 5 Chemie
Hoofdstuk 1
Het verschil tussen een binding en een verbinding
− Een verbinding is een stof die bestaat uit meerdere atomen of ionen
− Een binding is de kracht die de atomen of ionen aantrekt in een
verbinding en ze samenhoudt
De verschillende soorten bindingen
Er zijn 3 soorten bindingen: ionbinding, atoombinding, metaalbinding
(hangt af van de aard van de deeltjes)
❖ ionbinding = metaal + niet-metaal
❖ atoombinding = niet-metaal + niet-metaal
❖ metaalbinding = metaal + metaal
Opgebouwd uit Soort verbinding Soort binding
Metaal + niet-metaal ionverbinding ionbinding
Alleen niet-metaal atoomverbinding atoombinding
Alleen metaal metaalverbinding metaalbinding
(in een verbinding worden de dingen samengehouden door een binding)
Waarom binden atomen met elkaar
Atomen proberen de edelgasconfiguratie te bereiken door met elkaar te
binden. Zo ontstaan er nieuwe stoffen die uit meerdere atomen of ionen
bestaan, dat noemen verbindingen.
1
, Hoofdstuk 2
Wat is een ionbinding
▪ Een metaal en een niet-metaal vormen samen een ionbinding
− Een metaal geeft meestal een elektron af
− Een niet-metaal neemt meestal een elektron op
− Zo ontstaan er positieve en negatieve ionen
▪ Metalen en niet-metalen werken dus samen om de
edelgasconfiguratie te bereiken
Als de ionen gevormd zijn, dan zorgen de elektrostatische
aantrekkingskrachten tussen de ionen voor een sterke ionbinding tussen
de tegengestelde ionen (positief + negatief).
Hoe wordt een ionbinding gevormd
Natrium heeft 1 elektron op de
laatste schil en chloor heeft er 7
Natrium moet er dus eentje afgeven
en chloor moet er eentje opnemen
Dat gaan ze doen door met elkaar te
binden, dan hebben ze allebei een
volle laatste schil en hebben ze dus de edelgasconfiguratie
Natrium wordt → 𝑁𝑎+
Chloor wordt → 𝐶𝑙 −
Hoe worden ionbindingen genoteerd
Een metaal krijgt het woord ‘ion’ achter zijn naam
Natrium → natriumion
Calcium → calciumion
Een niet-metaal krijgt ‘ide’ + ‘ion’ achter zijn naam
Chloor → chloride-ion
Broom → bromide-ion
Uitzonderingen:
Stikstof → nitride-ion Zwavel → sulfide-ion
Zuurstof → oxide-ion
2
Hoofdstuk 1
Het verschil tussen een binding en een verbinding
− Een verbinding is een stof die bestaat uit meerdere atomen of ionen
− Een binding is de kracht die de atomen of ionen aantrekt in een
verbinding en ze samenhoudt
De verschillende soorten bindingen
Er zijn 3 soorten bindingen: ionbinding, atoombinding, metaalbinding
(hangt af van de aard van de deeltjes)
❖ ionbinding = metaal + niet-metaal
❖ atoombinding = niet-metaal + niet-metaal
❖ metaalbinding = metaal + metaal
Opgebouwd uit Soort verbinding Soort binding
Metaal + niet-metaal ionverbinding ionbinding
Alleen niet-metaal atoomverbinding atoombinding
Alleen metaal metaalverbinding metaalbinding
(in een verbinding worden de dingen samengehouden door een binding)
Waarom binden atomen met elkaar
Atomen proberen de edelgasconfiguratie te bereiken door met elkaar te
binden. Zo ontstaan er nieuwe stoffen die uit meerdere atomen of ionen
bestaan, dat noemen verbindingen.
1
, Hoofdstuk 2
Wat is een ionbinding
▪ Een metaal en een niet-metaal vormen samen een ionbinding
− Een metaal geeft meestal een elektron af
− Een niet-metaal neemt meestal een elektron op
− Zo ontstaan er positieve en negatieve ionen
▪ Metalen en niet-metalen werken dus samen om de
edelgasconfiguratie te bereiken
Als de ionen gevormd zijn, dan zorgen de elektrostatische
aantrekkingskrachten tussen de ionen voor een sterke ionbinding tussen
de tegengestelde ionen (positief + negatief).
Hoe wordt een ionbinding gevormd
Natrium heeft 1 elektron op de
laatste schil en chloor heeft er 7
Natrium moet er dus eentje afgeven
en chloor moet er eentje opnemen
Dat gaan ze doen door met elkaar te
binden, dan hebben ze allebei een
volle laatste schil en hebben ze dus de edelgasconfiguratie
Natrium wordt → 𝑁𝑎+
Chloor wordt → 𝐶𝑙 −
Hoe worden ionbindingen genoteerd
Een metaal krijgt het woord ‘ion’ achter zijn naam
Natrium → natriumion
Calcium → calciumion
Een niet-metaal krijgt ‘ide’ + ‘ion’ achter zijn naam
Chloor → chloride-ion
Broom → bromide-ion
Uitzonderingen:
Stikstof → nitride-ion Zwavel → sulfide-ion
Zuurstof → oxide-ion
2