Week 1: Macaulay
Macaulays beschrijving van de werking van het contractenrecht in de zakenwereld is
waarschijnlijk de meest invloedrijke bijdrage aan de rechtssociologie. Hij heeft hierbij de
basis gelegd voor de ontwikkeling van de moderne rechtssociologie door het fundamentele
verschil te benadrukken tussen wat juristen als recht beschouwen en de manier waarop
verhoudingen in de zakenwereld feitelijk geregeld worden.
Om de vraag wanneer het contractenrecht wel of niet wordt gebruikt, aan de orde te stellen,
moet eerst de term contract worden gespecificeerd. Deze term verwijst naar de wijze waarop
ruiltransacties worden aangegaan (en uitgevoerd kunnen worden), maar wordt niet
beschouwd als een synoniem voor ruiltransactie of een geschrift dat een overstemming
weergeeft. Het begrip contract is een abstract begrip dat een bepaald type verhouding
aangeeft. Het begrip houdt 2 onderscheiden elementen in, namelijk:
- Rationale planning
- Juridische sancties
Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat zakelijke relaties in een niet
onaanzienlijk aantal gevallen op tamelijk niet-contractuele basis worden aangegaan.
Geschillen worden vaak geregeld zonder dat men verwijst naar de overeenkomst of naar
mogelijke of feitelijke sancties. Zakenlieden denken vaak in termen van ‘order’ in plaats van
‘overeenkomst’. In dit soort onderhandelingen spreekt men niet graag van rechten noch
dreigt men naar de rechter te stappen. Daarbij kan worden geconcludeerd dat juridische
sancties soms een rol van betekenis kunnen spelen, maar in de meeste gevallen is de rol
daarvan wel klein.
Onder de meeste omstandigheden heeft men een contract niet nodig; vaak wordt in de
functie ervan voorzien op een andere manier. Men vindt het gebruik van het contractenrecht
vaak onnodig omdat er vele effectieve niet-juridische sancties bestaan. Het contract is dus
vaak niet nodig omdat er alternatieven bestaan. Daarentegen maken zakenlieden soms juist
wel gebruik van zorgvuldig geplande overeenkomsten. Een dergelijke gedetailleerde
overeenkomst kan bijvoorbeeld dienen als communicatiemiddel voor een groot bedrijf. Ook
komt men vaak tot het oordeel dat de baten van een overeenkomst groter zijn dan de kosten
als het niet onwaarschijnlijk is dat er aanmerkelijke problemen zullen (kunnen) ontstaan.
De beslissing om al dan niet van een contract gebruik te maken, wordt genomen door die
persoon binnen het bedrijf met de macht om zo’n beslissing te nemen. Hierbij maakt het
verschil wie die persoon is. De mensen van de verkoopafdeling verzetten zich als het ware
tegen het contract (zij zien dat als een extra hindernis). Advocaten daarentegen zullen de
voorkeur wel voor een contract geven. De bedrijfsjurist heeft doorgaans enige sympathie
voor een meer contractuele methode van zaken doen.
Contract speelt dus een belangrijke rol in het bedrijfsleven, maar ook andere factoren zijn
van gewicht. Om de functies van het contractenrecht te begrijpen, moet het hele systeem
van ruilrelaties volledig worden bestudeerd.
Week 2: Aubert
Dit onderzoek is gespecificeerd op de Noorse wet op het Huishoudelijk Personeel (Wet HP).
Het empirisch onderzoek naar de werking van de Wet HP had als eerste doelstelling
eenvoudig het vaststellen van de mate waarin het gedrag zich conformeerde aan die in de
wet gestelde regels. Gevraagd werd naar hun gedrag en de motieven daarvan, hun kennis
van en inhoud t.o.v. de inhoud van de wet HP.
, Hierbij is ook naar het onderzoek van Summer gekeken (hij beweerde dat de wet weinig of
geen invloed heeft op het gedrag) en zijn de resultaten vergeleken met de hypothesen van
Summer.
Er zijn enkele specifieke omstandigheden waardoor in dit geval verwacht kon worden dat de
effectuering van deze wet enige moeilijkheden zou ondervinden, zonder dat twijfel moet
ontstaan over de invloed die andere wetgeving kan hebben. De wet raakt namelijk een
gebied waarvan van oudsher wordt aangenomen dat het vrij moet zijn van
overheidsinspectie en controle: het eigen huis, thuis. Daarnaast zijn er twee (andere)
factoren die de effectiviteit en de effectieve handhaving van de Wet HP hebben
tegengewerkt, namelijk de taal die in wetten staat en het verband tussen de inhoudelijke en
procedurele bepalingen in de wet. De Wet HP werd namelijk niet geschreven in een taal die
voor het publiek (de burgers) was bedoeld. Bovendien staat de ontoegankelijkheid van de
terminologie het effectief functioneren in de weg. Dit functioneren wordt ook verhinderd door
een zwak ontwikkeld handhavingsapparaat en de vaagheid van de sancties, die tegen
overtredingen kunnen worden ingeroepen.
Later deed zich de gelegenheid voor om de twee tegengestelde hypothesen m.b.t. de
effecten van de Wet HP te toetsen, in 1954 en 1956. In deze tijd tot 1962 is echter de
ondervraagde groep, dienstbodes en huisvrouwen, steeds kleiner geworden. Het is
sociologisch een verbazingwekkend feit dat een sociale groep die zo duidelijk aan het
verdwijnen is, in de laatste fase zoveel wetgevende belangstelling trekt, terwijl er steun in
een of andere wettelijke vorm ontbrak toen die groep een belangrijk deel van de werkende
bevolking was.
Uit het eerste onderzoek van 1950 en het latere onderzoek van 1956 kan worden
geconcludeerd dat er een zekere mate van kennisvergroting heeft plaatsgevonden tussen
1950 en 1956. In 1956 is wel een zeer significante samenhang te zien tussen kennis en
gedrag bij de huisvrouwen. Een vergelijking tussen de werkomstandigheden in 1950 en 1956
geeft onmiddellijk de indruk dat er niet veel gebeurd is, dus dat de wet niet veel invloed heeft
gehad in die 6 jaar, maar de wet werkte wel beter in 1956. Redelijkerwijs kan men
concluderen dat factoren zoals leeftijd, die onafhankelijk van de wet werkzaam zijn een deel
van de gevonden samenhang tussen kennis van de wet en gedrag verklaren. Daarbij is
voornamelijk de relatie tussen gedrag en kennis veranderd is.
Week 2: Moore
Het onderzoek van Moore richt zich op de rol van het semi-autonoom sociaal veld. Algemeen
wordt erkend dat er zich tussen de staat en het individu verschillende kleinere
georganiseerde sociale velden bevinden waar het individu deel van uitmaakt. Deze sociale
velden hebben hun eigen gewoonten en regels en middelen om gehoorzaamheid af te
dwingen of te bevorderen. Moore wilde in zijn onderzoek laten zien dat het zeer aannemelijk
lijkt dat, zodra de aandacht wordt gevestigd op semi-autonoom sociaal veld, dezelfde sociale
processen zorgen voor de effectiviteit van intern ontwikkelde regels ook bepalend kunnen
zijn voor de wijze waarop door de staat gegeven juridische regels al dan niet nageleefd
worden.
De stellingen van Moore worden geïllustreerd aan de hand van twee verschillende sociale
velden, namelijk in Amerika (klein onderdeel van de kledingindustrie) en Afrika (Chagga
stam). Uit het sociale veld van de Amerikaanse kledingindustrie valt op dat er sprake is van
vriendschap en ‘relatiegeschenken’, maar daar wordt wel iets voor terugverwacht. Ook bij de
Chagga stam is er sprake van een semi-autonoom veld. Bij deze stam zijn er drie belangrijke
voorbeelden van formele wetten en regels die van buitenaf worden opgelegd aan zo’n
sociaal veld, namelijk: de afschaffing van privégrondbezit, het instellen van de 10-house cells
en de afschaffing van volkshoofden. Ook kunnen verhoudingen die al lang bestaan binnen
de blijvende semi-autonome sociale velden moeilijk onmiddellijk worden afgeschaft met een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pamela22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $4.41. You're not tied to anything after your purchase.